VRE-bacterie
VRE-bacterie
U heeft net te horen gekregen dat u gescreend zal worden op dragerschap voor de VRE-bacterie. Op deze pagina leest u wat de VRE-bacterie is, wat screening inhoudt en wat VRE-dragerschap voor u kan betekenen.
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
Meer over de VRE-bactterie
Resistente bacteriën
Ziekenhuizen krijgen steeds vaker te maken met resistente bacteriën. Resistente bacteriën zijn bacteriën die ongevoelig zijn voor één antibioticum of meerdere antibiotica. Eén van deze resistente bacteriën is de Vancomycine Resistente Enterokok (VRE). Mensen die de VRE-bacterie bij zich dragen, merken daar in principe niets van. Zij dragen de bacterie bij zich, zonder daar zelf klachten van te hebben. Bij mensen met een verminderde weerstand kan de bacterie soms tot infecties leiden.
De VRE-bacterie
Enterokokken zijn bacteriën die in de darmen van gezonde mensen voorkomen. Ze zijn daar niet gevaarlijk. Voor een ziekenhuis is de VRE-bacterie lastig om twee redenen:
- er zijn maar een paar medicijnen (antibiotica) waarmee een eventuele infectie veroorzaakt door een VRE-bacterie behandeld kan worden;
- de VRE-bacterie verspreidt zich gemakkelijk in een ziekenhuis.
VRE- dragerschap
Als u de VRE-bacterie bij u draagt maar er is geen sprake van een infectie, iseen behandeling met antibiotica niet nodig. De periode dat u de bacterie bij u draagt, kan variëren van enkele weken tot meer dan een jaar.
VRE-screening
Om vast te stellen of u de VRE-bacterie bij zich draagt, worden VRE-kweken bij u afgenomen. ‘Kweken’ wil zeggen dat met een wattenstokje materiaal vanuit het rectum (anus) of ontlasting wordt afgenomen. Er zijn vijf rectumkweken van vijf verschillende dagen nodig. In het laboratorium wordt vervolgens onderzocht of de VRE-bacterie aanwezig is.
Als de uitslag van een kweek positief is, betekent dit dat er VRE gevonden is. Bij een negatieve uitslag is geen VRE gevonden. Pas als alle vijf kweken negatief zijn, kunnen we vaststellen dat u geen drager bent van de VRE-bacterie.
Maatregelen in het ziekenhuis
Als u opgenomen wordt, of een behandeling ondergaat in het ziekenhuis, dan worden er meer maatregelen genomen dan u gewend bent. De VRE-bacterie verspreidt zich gemakkelijk in het ziekenhuis. Via contact met de ontlasting of via besmette voorwerpen (zoals de toiletbril of de deurkruk) wordt de bacterie overgedragen. Ziekenhuismedewerkers kunnen dit voorkomen door bepaalde hygiënemaatregelen heel precies na te leven. Het is ook belangrijk dat u zelf goed uw handen wast na ieder toiletbezoek.
Om overdracht van bacteriën tussen patiënten tegen te gaan, houden alle ziekenhuismedewerkers zich aan de voorschriften voor algemene hygiëne (onder andere handhygiëne). Bij opname gelden extra voorzorgsmaatregelen (isolatiemaatregelen genoemd).
We realiseren ons maar al te goed dat deze situatie voor u ingrijpend en heel vervelend kan zijn. Het is voor ons echter de enige manier om:
- u zo goed mogelijk te kunnen behandelen;
- patiënten te beschermen tegen een mogelijke besmetting met VRE.
We zullen proberen om uw verblijf in het UMC Utrecht ook tijdens de isolatieperiode zo prettig mogelijk te maken. Hebt u vragen of suggesties, laat dit dan gerust aan ons weten.
Wat houden de isolatiemaatregelen in?
Door middel van een isolatiekaart op uw kamerdeur of bed is voor alle ziekenhuismedewerkers duidelijk welke maatregelen zij bij u moeten nemen. Voor u als patiënt gelden bij een ziekenhuisopname de volgende maatregelen:
Maatregelen op uw kamer
- U ligt op een eenpersoonskamer. Als er meer patiënt(en) op uw afdeling zijn die mogelijk de VRE-bacterie bij zich dragen, kan het zijn dat u samen met hen op een meerpersoonskamer ligt.
- Alle medewerkers die in uw kamer komen, dragen een beschermende jas en handschoenen. Als zij vertrekken, trekken zij deze beschermende kleding weer uit. Daarna wassen zij hun handen met zeep of wrijven zij hun handen in met handalcohol. Op die manier kunnen de bacteriën die bij contact eventueel worden overgedragen de kamer niet verlaten en zich in het ziekenhuis verspreiden.
- Uw kamer wordt dagelijks gereinigd.
Maatregelen bij onderzoek en behandeling
Uw behandeling en eventuele medische onderzoeken gaan gewoon door. Wel gelden ook hierbij extra hygiënemaatregelen. Om organisatorische redenen wordt uw behandeling of onderzoek zo mogelijk aan het einde van de dag of van het behandelingsprogramma uitgevoerd.
Bezoek
Uw bezoekers zijn welkom. Ook zwangere vrouwen kunnen zonder risico bij u op bezoek komen. Bezoekers moeten zich wel eerst melden bij de verpleegpost. Bezoekers moeten na afloop van het bezoek, vóór ze de kamer verlaten, hun handen inwrijven met huidvriendelijke handalcohol.
Als uw bezoekers nog iemand anders in het ziekenhuis willen bezoeken, vragen wij hen om éérst daarheen te gaan en u als laatste te bezoeken
Na uw opname
Thuis
Thuis is VRE geen enkel probleem. Wij stellen uw huisarts op de hoogte als blijkt dat u drager van de VRE-bacterie bent. Bent u (mogelijk) drager bent van VRE en krijgt u thuiszorg of fysiotherapie, dan raden wij u aan deze zorgverleners te informeren. Zij kunnen dan maatregelen nemen om besmetting van andere patiënten te voorkomen. U hoeft zelf geen maatregelen te treffen.
Polikliniekbezoek of nieuwe opname bij (mogelijk) VRE-dragerschap
Zodra de uitslagen van de kweek bekend zijn, weten we of u drager bent van VRE of niet. Zijn de kweekuitslagen nog niet bekend als u weer opgenomen wordt, dan gelden opnieuw de isolatiemaatregelen op de verpleegafdeling.
Gaat u naar de polikliniek? Meldt u dan bij het maken van een afspraak dat u mogelijk VRE-drager bent.
Behandeling in een ander ziekenhuis
Bij een eventuele opname of bij een polikliniekbezoek in een ander ziekenhuis, vragen wij u steeds te melden dat u (mogelijk) VRE-drager bent. De medewerkers kunnen dan maatregelen nemen om verspreiding te voorkomen. Als u via ons direct wordt overgedragen aan een ander ziekenhuis, lichten wij het ziekenhuis in.
Meer informatie
Met vragen of problemen kunt u altijd terecht bij uw behandelend arts en de verpleegkundigen. Bent u thuis, dan adviseren wij u contact op te nemen met uw huisarts.