Terug

Uveïtis

Uveïtis

Patiëntfolder

De oogarts heeft bij u uveïtis vastgesteld. Hier leest u meer over deze aandoening en de behandeling ervan.

Uveïtis is een ontsteking van het vaatvlies in het oog, maar meestal wordt de term uveïtis gebruikt als een verzamelnaam voor alle inwendige oogontstekingen. Uveïtis kan in ernstige gevallen tot slechtziendheid leiden. De vormen, ernst en oorzaken van uveïtis zijn zeer verschillend, daarom is niet alle weergegeven informatie van belang voor alle uveïtis patiënten. Als u naar aanleiding van deze informatie vragen heeft over uw specifieke situatie, bespreek deze dan met uw oogarts of de uveïtisverpleegkundige.

Beloop

Het beloop van een uveïtis kan heel verschillend zijn:

  • Het kan heel plotseling beginnen of geleidelijk ontstaan.
  • Het kan eenmalig voorkomen, terugkerend of een chronisch beloop hebben.
  • Er kan één oog (afwisselend) aangedaan zijn of beide ogen tegelijkertijd.
  • Uveïtis kan heel mild verlopen maar ook ernstig. Ernstige uveïtis kan leiden tot slechtziendheid.
  • Door de ontsteking kan zwelling van de gele vlek (=macula oedeem), schade aan het netvlies en oogzenuw optreden. Ook kan als gevolg van de uveïtis maar ook van de medicatie secundair hoge oogdruk (glaucoom) en staar (cataract) ontstaan.

Uitingsvormen

Het is belangrijk om te weten welke vorm van uveïtis u hebt, omdat elke vorm een ander beloop kan hebben. De behandeling moet daarop worden afgestemd.

Een gebruikelijke indeling voor uveïtis is gebaseerd op de plek van ontsteking:

  • Uveïtis Anterior: Hierbij is de voorkant van het oog aangedaan. Meestal is het regenboogvlies (iris) ontstoken, daarom wordt dit type ook iritis genoemd. Uveïtis anterior is de meest voorkomende vorm van uveïtis.

De meeste patiënten met uveïtis anterior hebben een rood oog en veel last van licht. De oorzaken zijn divers, onder andere infecties of reumatische aandoeningen maar vaak wordt geen duidelijke oorzaak gevonden.

  • Intermediaire uveïtis: Bij deze vorm is met name glasvocht ontstoken en soms doet het perifere deel van het netvlies mee. Deze aandoening komt vaak bij jonge mensen voor, vaak zijn beide ogen aangedaan en meestal is er geen pijn of roodheid. De meeste patiënten klagen over slechter zien, slierten en wazige bewegende stippen of vlekken.
  • Uveïtis posterior: Hierbij is vooral het achterste deel van het oog ontstoken waarbij vaatvlies en netvlies betrokken kunnen zijn. Meestal hebben patiënten last van (sterk) verminderd zicht of wazig zien en bewegende stippen en slierten voor het oog. 
  • Panuveïtis: een ontsteking van het voorste en achterste deel van het oog. (combinatie van de bovenstaande vormen)
  • Scleritis: dit is een ontsteking van de harde oogrok (de witte oogwand van het oog). De oorzaken en behandeling van scleritis lijken sterk op uveïtis. Scleritis kan heftige pijn veroorzaken en gaat soms gepaard met reumatische aandoeningen.
Generieke content afbeelding

Symptomen uitklapper, klik om te openen

Mogelijke klachten die patiënten met uveïtis kunnen hebben zijn:

  • Lichtschuwheid
  • Een rood oog
  • Een pijnlijk oog
  • (Sterk) verminderd zicht of wazig zien en/of gezichtsvelduitval
  • Zwarte vlekken of slierten zien
  • Het beeld kan vervormd zijn

Oorzaken uitklapper, klik om te openen

Er zijn verschillende oorzaken voor uveïtis. Deze kunnen onderverdeeld worden in infectieus, niet-infectieus en idiopathisch. 

Infectieuze uveïtis

Verschillende infecties kunnen uveïtis veroorzaken. De meest voorkomende infectie is Toxoplasmose. De besmetting met Toxoplasmose in het oog kan tijdens de zwangerschap gebeuren maar kan ook op latere leeftijd optreden. Risicofactoren voor besmetting zijn onder andere het eten van rauw vlees en contact met (jonge) katten.

Andere infectieuze verwekkers die uveïtis kunnen veroorzaken zijn onder andere het herpesvirus, waterpokkenvirus, het rode hond virus, tuberculose en geslachtsziekten zoals lues en HIV. Infecties met het cytomegalovirus ziet men vooral bij patiënten met verminderde afweer.

Niet-infectieuze uveïtis

Niet-infectieuze uveïtis kan op zichtzelf staan of als onderdeel bij verschillende auto-immuun aandoeningen voorkomen zoals reumatische aandoeningen zoals bijvoorbeeld sarcoïdose, ziekte van Crohn. 

Patiënten met uveïtis worden daarom uitgebreid onderzocht of er een onderliggende oorzaak voor de uveitis is.  

Bij een auto-immuunziekte richt het afweersysteem zich tegen eigen weefsels en in het geval van uveïtis tegen het oog. De oorzaak waarom dit gebeurt is in veel gevallen niet bekend. Men denkt dat meerdere factoren nodig zijn om uveïtis te ontwikkelen waaronder mogelijk een erfelijke aanleg. Bij ongeveer één derde van de patiënten is uveïtis onderdeel van een auto-immuunziekte waarbij meerdere organen zijn aangedaan kunnen zijn.

Idiopathische uveïtis

In veel gevallen is de oorzaak onbekend. Dan spreken we van idiopathische uveïtis. Bij onderzoek wordt dan geen onderliggende aandoening gevonden. Soms komt dit in een later stadium aan het licht.

Onderzoek & diagnose uitklapper, klik om te openen

Met een gebruikelijk oogheelkundig onderzoek kan de oogarts vaststellen of er sprake is van uveïtis. Bij dit onderzoek worden de ogen met de microscoop (spleetlamp) bekeken en worden de pupillen met oogdruppels verwijd, zodat de oogarts ook het netvlies kan bekijken (spiegelen). Door de pupil verwijdende druppels wordt het zicht tijdelijk (ongeveer 3 uur) wazig en kunt u last hebben van (zon)licht. De oogarts kan het type uveïtis vaststellen, maar de oorzaak van uveïtis is bij het eerste onderzoek meestal onduidelijk; hiervoor is nader onderzoek nodig.

Aan de hand van het type uveïtis wordt er bloed- en eventueel urine onderzoek verricht. Meestal wordt er ook een röntgenfoto of een CT-scan van de longen gemaakt. Ook zal u gevraagd worden een gezondheidsvragenlijst in te vullen waaruit eventueel aanwijzingen voor een oorzaak gehaald kunnen worden. Een kwaliteit van leven vragenlijst zal ook in het traject aangeboden worden.

Mogelijke verdere aanvullende onderzoeken zijn:

  • Een optical coherence tomography (OCT) scan van het netvlies. Hierop kan ook beoordeeld worden of het gebied van scherp zien (macula) betrokken is in het ontstekingsproces.
  • Een voorste oogkamer punctie (VOK): Het afnemen van een beetje oogvocht op de poliklinische behandelkamer door middel van een oogpunctie met zeer dun naaldje aan de voorkant van het oog, hiervoor krijgt u verdovende oogdruppels.
  • Contrastfoto’s van het netvlies (fluorescentie angiogram (FAG) en/of indocyanine green angiogram (ICG) waarbij eerst een contrastkleurstof in de ader van de arm gespoten wordt. Op deze gemaakte foto’s kan de uitbreiding en ernst van de ontsteking beoordeeld worden.
  • Gezichtsveldonderzoek (GVO) om afwijkingen in het gezichtsveld op te sporen.
  • Electroretinogram (ERG) om afwijkingen in de functie van het netvlies te beoordelen.
  • In enkele gevallen wordt een operatie geadviseerd waarbij het glasvocht opgevangen wordt voor uitgebreid onderzoek naar een mogelijke oorzaak. 

Met deze onderzoeken wordt niet alleen getracht om een eventuele oorzaak te achterhalen maar wordt ook de ernst van het ziekteproces en de mate van mogelijke schade in kaart gebracht. Deze onderzoeken worden vaak herhaald om het verloop van de uveïtis en het effect van behandeling vast te leggen. Zoals eerder vermeld kan ondanks uitgebreid onderzoek niet altijd een onderliggende oorzaak aangetoond worden.

Wat kunt u zelf doen?

U kunt zelf niet veel doen tegen de afwijkende immuunrespons bij uveïtis in geval van een niet infectieuze oorzaak. Er zijn geen leefregels voor uveïtis. Lezen, televisie kijken of op de computer werken heeft geen invloed op uveïtis. Er zijn geen diëten bekend die een gunstige of ongunstige werking op uveïtis hebben. Wel is uit onderzoek gebleken dat roken de uveïtis kan verergeren. In een kleine groep patiënten ontstaat er verbetering als zij naast de medicatie rust houden.

Het is wel belangrijk om de voorgeschreven medicatie consequent te gebruiken!

Behandeling uitklapper, klik om te openen

Vaak worden bij uveïtis oogdruppels voorgeschreven:

  • Ontstekingsremmende steroïd druppels zoals predforte of dexamethason.
  • Oogdruppels die de pupil verwijden (mydriatica) zoals tropicamide, fenylefrine of atropine. Deze druppels verlagen het risico op verklevingen tussen iris en ooglens. Door gebruik van deze druppels kan het zicht wat wazig worden en wordt autorijden afgeraden.

Voor de behandeling van uveïtis is het, naast behandeling met oogdruppels, soms nodig om andere behandelmogelijkheden in te zetten. Het is daarbij essentieel om onderscheid te maken tussen infectieuze en niet-infectieuze uveïtis.

  • Bij een infectieuze uveïtis kan uit de voorste oogkamerpunctie de verwekker van de uveïtis regelmatig aangetoond worden. Uw arts zal u dan, zo mogelijk, specifieke medicatie voorschrijven om deze infectie te behandelen (bijvoorbeeld antivirale middelen of antibiotica).
  • Bij een niet-infectieuze uveïtis worden ontstekingsremmende middelen ingezet om de uveitis onder controle te krijgen en de schade aan het oog te beperken. Deze middelen kunnen de afweer van de patiënt verlagen.
  • Wat de meest geschikte medicijnen voor u zijn, hangt af van uw aandoening en eventuele aanwezige lichamelijke verschijnselen. Wanneer de uveïtis onderdeel is van een auto- immuun ziekte kan het zijn dat u in overleg met de oogarts doorverwezen wordt naar een andere medisch specialist voor diagnostiek en eventueel behandeling (reumatoloog/immunoloog, internist, longarts).

Het komt voor dat de verschillende vormen van uveïtis, maar ook individuele patiënten anders op de medicijnen reageren. Daarom is het soms nodig verschillende middelen uit te proberen om de beste behandeling voor iedere specifieke patiënt te vinden.

De behandelmogelijkheden bij een niet-infectieuze uveïtis zijn:

  1. Injecties met medicijnen (steroiden) naast of in het oog.
  2. Ontstekingsremmende middelen:

Klassieke medicijnen:

  • Prednison of dexamethason
  • Methotrexaat (tabletten of injecties)
  • Mycofenolaat mofetil (Cellcept)
  • Mycofenolzuur (Myfortic)
  • Ciclosporine (Neoral)
  • Azathioprine (Imuran)

Nieuwere medicijnen (biologicals):

Deze medicijnen worden biologicals genoemd omdat ze geheel of gedeeltelijk bestaan uit dierlijk of menselijk eiwit. Deze worden meestal voorgeschreven als de klassieke middelen onvoldoende effect hebben.

  • Adalimumab
  • Infliximab
  • Tocilizumab
  • Rituximab

Soms is een laserbehandeling van het netvlies of operatie nodig.

Bij een zeer ernstige uveïtis is soms een opname nodig voor behandeling met een infuus met medicijnen om de ontsteking snel onder controle te krijgen zodat de schade beperkt blijft.

Leven met uitklapper, klik om te openen

Vooruitzichten

Een infectieuze uveïtis kan vaak met specifieke middelen genezen maar soms kan het terugkomen.

Een niet-infectieuze uveïtis is in het merendeel van de gevallen niet te genezen maar kan met medicijnen wel rustig worden. Bij chronische vormen van uveïtis kan de ontsteking na een aantal jaren uitdoven. Het is belangrijk dat er in de jaren met actieve ontsteking geen schade ontstaat aan het gezichtsvermogen. Daar is de behandeling op gericht. De oogarts probeert de ontsteking bij uveïtis tot rust te brengen om schade te beperken. 

Emotionele gevolgen

De steun van een partner, een vriend of andere naaste is belangrijk. Vraag hen mee bij uw bezoeken aan de oogarts of verpleegkundige. Met zijn tweeën hoort u meer dan alleen.

Het lijkt voor u misschien alsof leven met uveïtis alleen maar inleveren betekent. Wanneer uw gezichtsvermogen tijdelijk of blijvend is aangedaan dan verwijzen wij u graag naar een instantie die u kan helpen bij uw dagelijkse bezigheden. De patiëntengroep uveïtis van de Oogvereniging kan u daar ook bij helpen.

Arbeid

Bij ernstige uveïtis is het soms niet mogelijk uw werkzaamheden te verrichten en moet u zich tijdelijk ziek melden. Voor juridische problemen bij langdurig ziekteverzuim kunt u advies inwinnen bij de Oogvereniging: www.oogvereniging.nl/leven-werken/werk/.

Ook kunt u verwezen worden naar instanties die advies kunnen uitbrengen op de werkplek voor eventuele aanpassingen.

Vervoer

Tijdens een actieve fase van de uveïtis kan het zicht (sterk) verminderd zijn en is het aan te raden om tijdelijk geen motorvoertuig te besturen.

Tijdens het bezoek aan de oogarts en soms als behandeling worden pupil verwijdende oogdruppels gebruikt waardoor het zicht minder wordt en u dus ook vaak (tijdelijk) niet zelf mag rijden.

Soms moet u frequent naar het ziekenhuis komen. U kunt bij uw zorgverzekering informeren of de gemaakte vervoerskosten in aanmerking komen voor vergoeding.

Op de site van de oogvereniging is meer informatie te vinden over oogaandoeningen en vervoer: www.oogvereniging.nl/leven-werken/mobiel-zijn/

Landelijke expertise centrum

De afdeling oogheelkunde van het UMC Utrecht is een erkend landelijk expertise centrum voor infectieuze en niet-infectieuze uveïtis. Patiënten worden gediagnosticeerd en behandeld door een multidisciplinair team bestaande uit een oogarts gespecialiseerd in uveïtis, een verpleegkundig specialist, uveïtis-verpleegkundigen, een viroloog, een infectioloog en een immunoloog. Het laboratorium van de virologie van het UMC Utrecht is gespecialiseerd in de diagnostiek van oogvocht op infectieuze oorzaken van uveïtis. Er zijn verschillende wetenschappelijke onderzoeken gaande om de oorzaken van uveïtis te achterhalen om tot een betere behandeling te komen. Het uiteindelijke doel is om slechtziendheid door uveïtis te voorkomen.

Patiëntenvereniging

Er is een vereniging voor mensen met uveïtis die onderdeel is van de Oogvereniging. Op de website van de vereniging vindt u informatie over uveïtis en de activiteiten van de ledengroep.

Vragen of contact

We werken op de polikliniek samen met verpleegkundigen die veel ervaring hebben met patiënten met uveïtis. Indien u advies wil of vragen heeft rond uw aandoening kan u een afspraak laten plannen bij de uveïtis verpleegkundige.

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van uw oogarts.

Polikliniek Oogheelkunde

088 75 588 40

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 11.30 uur en tussen 13:00 en 16:00 uur.