Niet ingedaalde teelbal
Niet ingedaalde teelbal
Tijdens de zwangerschap ontwikkelen bij jongetjes de teelballen in de buik. Aan het einde van de zwangerschap dalen de teelballen normaalgesproken vanuit de buik, via het lieskanaal, af richting de balzak. Wanneer deze indaling niet plaatsvindt, is er sprake van een niet-ingedaalde teelbal.
Afbeelding:
1. een ingedaalde teelbal,
2. het pad waarlangs een teelbal indaalt. Een niet-ingedaalde teelbal kan in de buikholte of in het lieskanaal gelegen zijn.
Bij 2-3% van de pasgeboren jongens vindt deze indaling niet plaats en bevindt een of beide teelballen zich niet in de balzak. De teelbal blijft dan in de buikholte of het lieskanaal zitten.
Voor de productie van gezonde zaadcellen is het van belang dat de teelballen in de balzak liggen, omdat de temperatuur in de balzak lager is dan in de rest van het lichaam. Wanneer de teelballen niet indalen kan dit op latere leeftijd leiden tot een verminderde vruchtbaarheid.
Wanneer een van beide teelballen niet is ingedaald, heeft dit in principe geen invloed op de kans om vader te worden. De vruchtbaarheid is wel verminderd als beide teelballen niet goed zijn ingedaald. Een operatie op jeugdige leeftijd zorgt ervoor dat de teelbal zo optimaal mogelijk kan functioneren.
Een niet-ingedaalde teelbal zorgt voor een iets verhoogde kans op het ontwikkelen van teelbalkanker vanaf de puberteit. Een operatie op jonge leeftijd verkleint deze kans ten opzichte van een operatie die op latere leeftijd wordt uitgevoerd. Daarbij is een teelbal in de balzak ook beter te voelen en kunnen afwijkingen in de teelbal beter vroegtijdig worden ontdekt.
Symptomen uitklapper, klik om te openen
Pasgeborenen
Een niet ingedaalde teelbal geeft bij pasgeboren meestal geen klachten. Kort na de bevalling zal de arts of verloskundige lichamelijk onderzoek doen om vast te stellen of de teelballen beiden ingedaald zijn. Bij bezoeken aan het consultatiebureau zal dit onderzoek herhaald worden. Spontane indaling kan nog plaatsvinden tijdens de eerste 6 maanden na de geboorte. Een verwijzing naar de (kinder)uroloog zal volgen als er geen sprake is van spontane indaling na deze tijd.
Kinderen
(Jonge) kinderen bij wie de teelbal zich in de lies bevindt kunnen hier soms klachten van ondervinden zoals een zeurend of vervelend gevoel.
Onderzoek en diagnose uitklapper, klik om te openen
Op de polikliniek zal de arts bij lichamelijk onderzoek controleren of beide teelballen in de balzak gelegen zijn. Wanneer dit niet het geval is, zal de arts met een beetje (warme) gel bij de lies voelen om vast te stellen of de teelbal in de lies te voelen is.
Via een strijkende beweging zal vervolgens geprobeerd worden om de teelbal in de balzak te brengen. Als de teelbal tot in de balzak te krijgen is en deze daar dan blijft liggen, is er sprake van een zogenaamde pendelbal. Dit behoeft geen operatie maar kan poliklinisch vervolgd worden.
Als de teelbal te voelen is in de lies maar deze bij het lichamelijk onderzoek niet stabiel tot in de balzak te verkrijgen is, zal een operatie via een kleine snee in de lies moeten volgen. Deze operatie heet een inguinale orchidopexie.
Het kan ook zijn dat bij het lichamelijk onderzoek de teelbal zowel niet in de balzak als niet in de lies te voelen is. Als de teelbal niet in de balzak of lies te voelen is, zal besloten worden om een kijkoperatie (laparoscopie) uit te voeren. Deze operatie heet een laparoscopische orchidopexie.
Behandeling uitklapper, klik om te openen
De operatie (orchidopexie) wordt bij voorkeur uitgevoerd rond het eerste levensjaar. Deze operatie vindt onder algehele narcose plaats op de operatiekamer. Als de teelbal op de operatiekamer in de lies te voelen is, zal een liesoperatie (inguinale orchidopexie) gedaan worden. Via een kleine snee in de lies wordt de teelbal opgezocht en vrijgemaakt van vliezen en spiervezeltjes. Hierdoor kan voldoende lengte verkregen worden om de teelbal onderhuids richting de balzak te brengen. Via een kleine snee in de balzak wordt de teelbal vervolgens vastgezet. De wondjes worden gehecht met oplosbare hechtingen.
Als op de operatiekamer de teelbal niet in de lies gevoeld kan worden, zal besloten worden om een kijkoperatie (een laparoscopische orchidopexie) uit te voeren. Hierbij wordt met een kleine snee bij de navel een kijkinstrument in de buik ingebracht om te inspecteren of de teelbal in de buikholte gevonden kan worden. Indien de teelbal in de buikholte ligt en van goede kwaliteit is, zal geprobeerd worden om deze via de lies uiteindelijk in de balzak te plaatsen. Soms zijn hier twee operaties voor nodig.
Voor zowel de liesoperatie als de kijkoperatie geldt dat als tijdens de operatie blijkt dat een teelbal niet van goede kwaliteit is er besloten kan worden om deze te verwijderen. Een teelbal van slechte kwaliteit kan beter verwijderd worden omdat deze later niet bij zal dragen aan de productie van zaadcellen of mannelijk geslachtshormoon (testosteron).
Bij het UMC Utrecht uitklapper, klik om te openen
In het Wilhelmina Kinderziekenhuis voeren wij zowel de inguinale orchidopexie als de laparoscopische orchidopexie uit. Uw arts bepreekt welke behandeling het meest geschikt is voor uw kind.
Meer weten uitklapper, klik om te openen
Wat hoort er bij dit ziektebeeld
Zorgkosten
Meer over zorgkostenContact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek urologie hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Mijn patiƫnt verwijzen