Terug

Herhaalde miskraam

Herhaalde miskraam

Patiëntfolder

Deze patiëntenfolder geeft informatie over herhaalde miskraam. Wanneer spreekt men over herhaalde miskraam? Wat zijn mogelijke oorzaken? Wanneer kan onderzoek gedaan worden, en hoe groot is de kans dat er een oorzaak wordt gevonden die te behandelen is? Deze folder probeert zoveel mogelijk duidelijkheid te geven. Ook emotionele aspecten komen aan bod. Aan het einde van de folder vindt u een lijst van hulporganisaties en een aantal suggesties voor andere folders en boeken om verder te lezen. Tevens is een verklarende woordenlijst opgenomen. Hebt u na het lezen nog vragen, stelt u deze dan gerust aan uw behandelend arts.

Wat is een miskraam?

Een miskraam is het verlies van een niet-levensvatbaar embryo/zwangerschap. Het embryo in aanleg groeit niet verder en wordt afgestoten. De oorzaak van een miskraam is vaak (dat wil zeggen in ten minste 50% van de gevallen) een aanlegstoornis. Meestal speelt hierbij een chromosoomafwijking die bij de bevruchting ontstaat een rol. (zie ook ‘Oorzaken van herhaalde miskraam’).

Wanneer spreekt men van herhaalde miskraam?

Men spreekt van herhaalde miskraam na twee of meer miskramen. Het kan zijn dat u vóór of tussen de miskramen een gezond kind hebt gekregen. Het kan ook zijn, dat u drie of nog meer miskramen heeft doorgemaakt. Herhaalde miskraam komt voor bij ongeveer 1-3% van alle vrouwen die zwanger worden.

Herhalingskans van een miskraam

Van alle zwangerschappen eindigt ten minste één op de tien in een miskraam, maar waarschijnlijk zelfs vaker, we denken ongeveer 15%. Als u één miskraam hebt meegemaakt is de kans op herhaling in een volgende zwangerschap niet of nauwelijks verhoogd, maar na twee miskramen is de kans ongeveer 25% en na drie miskramen is dit ongeveer 35%. Dat lijkt misschien heel veel, maar de kans dat een volgende zwangerschap wel goed afloopt is nog steeds het grootst, gemiddeld 65-70%. Deze kans kan meestal voor u worden geschat op basis van uw leeftijd en het aantal doorgemaakte miskramen, nadat aanvullend onderzoek is verricht.

Oorzaken uitklapper, klik om te openen

Zowel bij een eenmalige miskraam als bij herhaalde miskraam, is de oorzaak meestal een aanlegstoornis die bij de bevruchting is ontstaan. Het embryo groeit dan niet verder en wordt afgestoten. Vrouwen kunnen na een aantal miskramen een grotere kans hebben op een nieuwe miskraam. Bij deze vrouwen kan een onderliggende aandoening waarschijnlijk iets vaker voorkomen. Toch wordt maar bij ongeveer 20% van de paren een duidelijke oorzaak gevonden voor de herhaalde miskraam.

Factoren die een rol kunnen spelen bij herhaalde miskraam

Hogere leeftijd

Voor vrouwen jonger dan 35 jaar, is de kans dat een zwangerschap in een miskraam eindigt, ongeveer 1 op 10. Tussen de leeftijd van 35 jaar en 40 jaar eindigt 1 op de 5-6 zwangerschappen in een miskraam. En bij de leeftijd tussen de 40 en 45 jaar is de kans op een miskraam 1 op 3. De kans op een miskraam neemt dus toe met de leeftijd van de vrouw.

Roken

Vrouwen die roken krijgen iets vaker een miskraam dan vrouwen die niet roken.

Overgewicht

Vrouwen met overgewicht hebben een grotere kans op een miskraam dan vrouwen zonder overgewicht.

Een chromosoomafwijking bij een van de ouders

Soms is een chromosoomafwijking bij de vrouw of de man de oorzaak van herhaalde miskraam. Dit roept altijd meteen de vraag op hoe een gezonde ouder een chromosoomafwijking kan hebben. Het antwoord hierop is dat normale, gezonde mensen drager kunnen zijn van een chromosoomafwijking in een ‘gebalanceerde vorm’. Twee stukjes van twee chromosomen zijn daarbij van plaats veranderd. Bij de betrokken ouder zijn er geen verschijnselen of klachten. Bij ongeveer 2-3% van de paren met herhaalde miskraam wordt een gebalanceerde chromosoomafwijking bij één van de ouders gevonden. De kans op herhaalde miskraam in de volgende zwangerschap is dan verhoogd.

Een stukje van een chromosoom ontbreekt, terwijl een ander stukje van een chromosoom in drievoud aanwezig is. Levend geboren kinderen met een ongebalanceerde chromosoomafwijking hebben bijna altijd ernstige aangeboren afwijkingen. Er bestaat een zeer kleine kans op een kind met eendergelijke ongebalanceerde chromosoomafwijking (minder dan 1%). De kans op het krijgen van een gezond kind is groot, namelijk even groot als bij paren waarbij geen chromosoomafwijking is gevonden.

De aanwezigheid van antifosfolipide-antistoffen in het bloed

Antistoffen zijn belangrijk bij de afweer tegen ziekten. Soms maakt het lichaam verkeerde antistoffen. Ze gaan een reactie aan met cellen of onderdelen daarvan in het eigen lichaam. Zo reageren antifosfolipiden antistoffen met bepaalde vetten, waardoor deze niet meer goed werkzaam zijn. Er ontstaat dan kans op trombose, een afsluiting van een bloedvat. Door deze afsluiting van een bloedvat in de placenta (moederkoek) ontwikkelt de zwangerschap zich niet goed, zodat een miskraam ontstaat.

Antifosfolipiden antistoffen komen bij ongeveer 2% van alle vrouwen voor en bij ongeveer 15% van de vrouwen met herhaalde miskraam.

Stollingsafwijkingen in de familie van de vrouw

In bepaalde families komt vaker dan gebruikelijk een stollingsafwijking voor. Doordat het bloed de neiging heeft sneller te stollen, kan een afsluiting van een bloedvat door een bloedstolsel (trombose) ontstaan. Ook een embolie (het losschieten van een bloedprop) of een beroerte komt in deze families vaker voor. Bij een stollingsafwijking is de kans op een miskraam licht verhoogd. Deze stollingsfactoren kunnen afwijkend zijn bij vrouwen met herhaalde miskraam. Erfelijke stollingsafwijkingen zijn vrij zeldzaam. Een uitzondering is de factor-V-Leiden-mutatie die bij ongeveer vijf procent van de bevolking aanwezig is.

Een afwijkende vorm van de baarmoeder of de baarmoederholte

Er bestaan verschillende oorzaken voor een afwijkende vorm van de baarmoeder of de baarmoederholte. Aangeboren afwijkingen zijn bijvoorbeeld een dubbele baarmoeder of een tussenschot in de baarmoederholte. Een vleesboom aan de binnenzijde van de baarmoeder kan eveneens de vorm van de baarmoederholte veranderen. Het is niet bewezen, maar een mogelijkheid zou kunnen zijn dat de placenta (moederkoek) zich bij een afwijkende vorm van de baarmoederholte niet goed innestelt, met als gevolg een verhoogde kans op één of meer miskramen. Of een operatie aan de baarmoeder de kans vergroot dat een volgende zwangerschap goed afloopt, is ook niet bekend.

Onderzoek & diagnose uitklapper, klik om te openen

Onderzoek naar mogelijke oorzaken

Als u twee miskramen heeft gehad, zal de gynaecoloog u voorstellen onderzoek uit te voeren. Dat onderzoek bestaat uit bloedonderzoek.

De belangrijkste bloedonderzoeken zijn:

  • Chromosoomonderzoek (bij man en vrouw). Dit gebeurt alleen op indicatie.
  • Onderzoek naar antifosfolipiden syndroom (bij de vrouw). Dit gebeurt standaard.

Daarnaast kan onderzoek worden verricht naar erfelijke stollingsfactoren. Ook kan er echoscopisch onderzoek van de baarmoeder en eierstokken van de vrouw uitgevoerd worden. Deze onderzoeken worden niet standaard uitgevoerd.

Chromosoomonderzoek

Bloedonderzoek bij de man en de vrouw kan aantonen of er sprake is van een chromosoomafwijking. Afhankelijk van uw leeftijd, het aantal doorgemaakte miskramen en het vóórkomen van herhaalde miskraam in de familie wordt chromosoomonderzoek aangeboden. Als dit onderzoek wordt aangeboden, wordt het onderzoek bij de vrouw èn de man verricht.

U komt in aanmerking voor het chromosoomonderzoek indien u:

  • uw tweede miskraam kreeg vóór uw 34ste jaar;
  • uw tweede miskraam kreeg tussen uw 34ste en 39ste jaar, en er daarnaas een verhoogde kans op een chromosoomafwijking bestaat, bijvoorbeeld door drie of meer miskramen, of een naast familielid met herhaalde miskraam.

Vrouwen die hun tweede miskraam kregen vanaf hun 39ste jaar komen niet in aanmerking voor chromosoomonderzoek, omdat de kans op een chromosoomafwijking bij die groep vrouwen heel laag blijkt. De uitslag van het chromosomenonderzoek duurt vaak 1 á 2 maanden maanden. Overleg met uw gynaecoloog of u op de uitslag wacht voordat u opnieuw wilt proberen om zwanger te worden. Mocht u opnieuw zwanger zijn voordat de uitslag bekend is, dan kan het bloed alsnog met spoed onderzocht worden.

Antifosfolipiden

U komt standaard in aanmerking voor onderzoek naar het antifosfolipiden syndroom.

Dit betekent dat de volgende antifosfolipiden antistoffen in uw bloed getest worden:

  • Lupus anticoagulans (LAC)
  • Anticardiolipinen IgG en IgM (ACA IgG en IgM)
  • Anti beta-2 glycoproteine-1 IgG en IgM

Dit zijn antistoffen in het bloed die de stolling verstoren. Ook kunnen ze uit zichzelf verdwijnen. Indien antifosfolipiden antistoffen aanwezig zijn wordt aanbevolen het bloedonderzoek 12 weken later te herhalen. Vaak zijn de antifosfolipiden antistoffen dan verdwenen.

Erfelijke stollingsafwijkingen

Dit onderzoek vindt alleen plaats wanneer er een verhoogd risico is op erfelijke stollingsafwijkingen. Het bloedonderzoek is zinvol als er in uw familie trombose voorkomt. Soms is al bekend dat er een bepaalde stollingsafwijking in de familie aanwezig is. Dan kan gekeken worden of u ook deze stollingsafwijking hebt. De volgende stollingsfactoren kunnen worden bepaald via bloedonderzoek:

  • antitrombine-III
  • proteïne-C
  • proteïne-S
  • factor II
  • factor-V-Leiden
  • factor-XII

Onderzoek van de baarmoeder of de baarmoederholte

Het verrichten van echoscopisch onderzoek of hysteroscopisch onderzoek (kijkoperatie van de baarmoeder) om de vorm van de baarmoeder en de baarmoederholte in beeld te brengen is niet zinvol. Wel kan het zijn dat het onderzoek wordt aangeboden om extra informatie te verkrijgen of in het kader van wetenschappelijk onderzoek.

Uitslag onderzoek

Als u in overleg met de gynaecoloog besluit om onderzoek te laten doen, is het belangrijk dat u zich bedenkt dat maar bij 15-20% van de vrouwen met herhaalde miskraam een duidelijke oorzaak voor de miskramen gevonden wordt. Het is dan ook verstandig niet te hooggespannen verwachtingen te hebben over de uitkomsten van het onderzoek.

Bij 80 tot 85% van de paren wordt geen oorzaak gevonden. Het is verstandig met uw gynaecoloog te overleggen wanneer u weer gaat proberen om zwanger te raken. De gynaecoloog zal meestal adviseren eerst de uitslagen van het onderzoek af te wachten.

Behandeling uitklapper, klik om te openen

Kunt u een nieuwe miskraam voorkomen?

Helaas zijn er weinig mogelijkheden om een nieuwe miskraam te voorkomen. Bij de meeste vrouwen wordt er geen oorzaak gevonden van de miskraam. Behandelingen om de kans op een miskraam te verkleinen zijn alleen mogelijk als er een behandelbare oorzaak voor de miskraam is gevonden.

Een chromosoomafwijking bij een van de ouders

Als bij u of uw partner een gebalanceerde chromosoomafwijking gevonden wordt, dan verwijst de gynaecoloog u naar een arts, de klinisch geneticus, die gespecialiseerd is in erfelijke aandoeningen en chromosoomafwijkingen om de kans op opnieuw een miskraam en de kans op een kind met aangeboren afwijkingen te bespreken.

Een chromosoomafwijking is niet te behandelen. Wel is tijdens een zwangerschap die niet eindigt in een miskraam, onderzoek mogelijk naar de chromosomen van het kind. Dit wordt prenatale diagnostiek genoemd. Bij de techniek Pre-implantatie Genetische Diagnostiek kan bij embryo’s worden vastgesteld of de chromosoomafwijking aanwezig is. Voor deze procedure is het noodzakelijk dat u een IVF-behandeling ondergaat. Het is geen standaardbehandeling en u dient zich - alvorens hier toe over te gaan - goed te informeren over uw spontane kansen op een gezond kind.

Antifosfolipidensyndroom

Momenteel wordt geadviseerd om bloedverdunners toe te dienen bij vrouwen met herhaalde miskraam en antifosfolipiden antistoffen in het bloed. Dit kunnen tabletten, poeders en/of injecties zijn. Deze bloedverdunnende medicijnen voorkomen waarschijnlijk dat stolsels in bloedvaten van de placenta ontstaan. Bij behandeling met deze medicijnen wordt de kans op een volgende miskraam kleiner, maar die is niet afwezig. Uw arts zal, eventueel na overleg met of verwijzing naar een internist, de medicijnen voorschrijven.

Erfelijke stollingsafwijkingen

Het is onbekend of behandeling met bloedverdunnende middelen de kans op een miskraam verkleint als u een van de erfelijke stollingsafwijkingen hebt. Wellicht kan wetenschappelijk onderzoek over dit onderwerp binnenkort hierover uitsluitsel geven.

Advies leefwijze

Wij kunnen iedere vrouw met herhaalde miskraam adviseren als zij opnieuw zwanger wil worden, zo gezond mogelijk te leven. Dat betekent gezond en gevarieerd te eten, niet overmatig te drinken en niet te roken. Het betekent ook dat u niet zonder overleg medicijnen moet innemen die niet zijn voorgeschreven door een arts. Bij overgewicht is afvallen zinvol om de kans op een miskraam te verkleinen. Zoals u mogelijk al hebt ervaren, is een volgende miskraam niet met zekerheid te voorkomen, al houdt u zich keurig aan bovenstaande adviezen. Het is goed om te bedenken dat de kans op een gezond kind, gemiddeld groter is dan het opnieuw krijgen van een miskraam. Elke vrouw die (opnieuw) zwanger wil worden krijgt het advies dagelijks een tablet foliumzuur van 0,4 of 0,5 mg te gebruiken. Mocht u voorafgaand aan de miskramen geen foliumzuur gebruikt hebben, dan hoeft u zich daar niet schuldig over te voelen. Foliumzuur vermindert meestal niet de kans op een miskraam, maar wordt voorgeschreven om de kans op een kind met een open ruggetje te verkleinen.

Vrouwen vragen regelmatig aan hun behandelend arts om medicijnen voor te schrijven, met als doel een nieuwe miskraam te voorkomen. Er bestaat nu nog geen wetenschappelijk bewijs dat bepaalde medicijnen de kans op een herhaalde miskraam verlaagt.

Wel kan het zijn dat u gevraagd wordt deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek naar het nut van medicijngebruik bij herhaalde miskraam. Dit is de enige manier om uit te zoeken of iets werkt. Zomaar medicijnen gebruiken heeft geen zin en kan bovendien ook schadelijk zijn.

Leven met uitklapper, klik om te openen

Emotionele aspecten

Veel vrouwen en hun partner maken na een miskraam een moeilijke tijd door. Hoe u de miskraam heeft ervaren, is zeer persoonlijk. U hebt iets dierbaars verloren en daarom kun je na een miskraam spreken van een rouwproces. Verdriet, schuldgevoel, ongeloof, boosheid en een gevoel van leegte zijn veel voorkomende emoties, na elke miskraam opnieuw. Zeker als een miskraam zich meerdere keren herhaalt, betekent dit vaak een grote psychische belasting.

Omdat de omgeving vaak niet op de hoogte is van de zwangerschap, is het vaak moeilijk met anderen over deze emoties te spreken. Toch is dat belangrijk voor de verwerking. Voor velen is het ook heel moeilijk te accepteren als het onderzoek geen duidelijke oorzaak aantoont en behandeling niet mogelijk is. In dat geval ervaren de meeste vrouwen en mannen gevoelens van angst en onzekerheid. Zij vragen zich af of zij ooit nog eens een eigen kind in hun armen zullen houden.

Bij de kleine groep vrouwen bij wie wel een behandelbare oorzaak wordt gevonden, is er vaak opluchting. Tegelijkertijd roept de aanwezigheid van de gevonden afwijking ook vragen en onzekerheden op: zijn er andere gevolgen voor de gezondheid en welke? Bij erfelijke stollingsafwijkingen kan ook spanning ontstaan bij het inlichten van familieleden die misschien dezelfde afwijking hebben. Dat geldt nog sterker bij dragerschap van een gebalanceerde chromosoomafwijking. Gelukkig komt deze chromosoomafwijking zelden voor.

Tot slot leert de ervaring dat veel vrouwen, ondanks herhaalde miskraam, uiteindelijk wel een gezond kind krijgen.

Samenvatting

Er zijn verschillende factoren die een rol kunnen spelen bij herhaalde miskraam. Afhankelijk van persoonlijke risicofactoren zal de gynaecoloog onderzoeken uitvoeren bij de vrouw en eventueel ook bij de man. Een behandeling is alleen mogelijk als er ook een behandelbare afwijking wordt gevonden. Het advies aan iedere vrouw met herhaalde miskraam die opnieuw zwanger wil worden, is zo gezond mogelijk te leven.

Hulporganisaties

Voor vrouwen en hun partners die naast gesprekken met de behandelend arts behoefte hebben aan extra steun of informatie, bestaat er in veel ziekenhuizen gespecialiseerde hulp. U hebt de mogelijkheid een gesprek te voeren met bijvoorbeeld een maatschappelijk werkster van onze afdeling (bel voor een afspraak 088 75 588 80) of gespecialiseerde verpleegkundige. Hieronder noemen wij hier enkele hulporganisaties waar u ook met vragen en voor hulp terecht kan.

Freya, patiëntenvereniging voor vruchtbaarheidsproblematiek

Landelijke patiëntenvereniging die vanuit ervaringsdeskundigheid een luisterend oor kan bieden en informatie kan verstrekken aan paren die ongewild kinderloos zijn. Freya kan ook bemiddelen bij lotgenotencontact voor problemen rond (herhaalde) miskraam.

Postbus 476
6600 AL Wijchen
Telefoonnummer /faxnummer: 024 64 510 88

Internetadres: www.freya.nl

Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP)

De Vereniging Samenwerkende Ouder- en Patiëntenorganisaties (VSOP) is betrokken bij erfelijke en/of aangeboren aandoeningen.

Vredehofstraat 31 3761 HA Soestdijk
Telefoonnummer 035 60 281 55.

Internetadres: www.vsop.nl
E-mailadres: VSOP@knoware.nl

Voor vragen over erfelijkheid, dragerschap chromosoomafwijkingen, aangeboren aandoeningen en lotgenotencontact kunt u contact opnemen met de ERFO-lijn van de VSOP telefoonnummer 035 60 285 55 (bereikbaar op werkdagen tussen 10.00 -15.00 uur).

Landelijke Stichting Rouwbegeleiding (LSR)

De LSR geeft informatie over rouw en verliesverwerking en is behulpzaam bij het zoeken naar hulpverleningsinstanties in de woonomgeving.

Kaaphoorndreef 38
3563 AV Utrecht

Telefoonnummer 030 27 615 00 (op werkdagen van 09.00 - 13.00 uur bereikbaar)

internetadres: www.verliesverwerken.nl
E-mailadres: lsr@hetnet.nl

Landelijke Zelfhulporganisatie Ouders van een overleden kind

De Landelijke Zelfhulporganisatie Ouders van een Overleden Kind is een organisatie van ouders die begrip en medeleven willen bieden aan lotgenoten. Dit wordt gedaan door mensen die zelf hun verlies, verdriet en isolement hebben doorworsteld en nu in staat zijn om anderen te helpen.

Postbus 418
1400 AK Bussum

Telefoonnummer: 0900 2022723 (op werkdagen te bereiken van 09.00 - 12.00, 14.00 -17.00 en 19.00 - 22.00 uur)

Om verder te lezen

NVOG-folders, te verkrijgen via uw gynaecoloog of te downloaden op de website van de Nederlandse Vereniging Obstetrie en Gynaecologie www.nvog.nl .

Herhaalde miskraam www.miskraamverwerken.nl .

Boeken en website

“Als je zwangerschap misloopt”, M. van Buuren en W. Braam. 6e dr. Baarn: de Kern, 1999. ISBN 90 325 06749 - Dit boek geeft uitgebreide informatie over alles wat met een miskraam te maken heeft.

“Ongekend verlies”. Annemarie van der Meer. 1e druk uitgever Sirene, februari 2008. ISBN 978 90 5831 481 9.

Dit boek bevat interviews, een uitgebreide literatuur- en adressenlijst. Het is een boek voor iedereen die privé of via zijn werk te maken heeft met miskramen, herhaalde miskraam en sterfte rond de geboorte. www.herhaaldemiskramen.nl

Begrippen

Antifosfolipiden antistoffen: antistoffen (Lupus anticoagulant/ Anticardiolipine IgM /Anticardiolipine IgG); zie hieronder bij antifosfolipiden syndroom.

Antifosfolipiden syndroom: auto-immuunziekte die zich kenmerkt door episodes van trombose (afsluiting van bloedvaten door verhoogde stolling) en / of herhaalde miskramen. Antifosfolipiden antistoffen moeten in het bloed aangetoond worden om de diagnose te kunnen vaststellen. 

Chromosomen: dragers van erfelijke eigenschappen die zich in elke celkern bevinden.

Chromosoomafwijking: afwijking in de rangschikking van de genen op de chromosomen, of een afwijking van het totaal aantal chromosomen per celkern.

Gebalanceerde translocatie: Chromosoomafwijking waarbij twee stukjes van twee chromosomen van plaats verwisseld zijn. De betrokken persoon zelf heeft geen ziekteverschijnselen.

Ongebalanceerde translocatie: chromosoomafwijking waarbij zowel een stukje van een chromosoom ontbreekt, als een stukje van een ander chromosoom in drievoud aanwezig is. Dit gaat bijna altijd gepaard met ernstige aangeboren afwijkingen en een verstandelijke handicap.

Zorgkosten uitklapper, klik om te openen

Meer over zorgkosten

Contact uitklapper, klik om te openen

Wilt u een afspraak maken of hebt u vragen? Neem dan contact op met de polikliniek gynaecologie.

Polikliniek Gynaecologie

088 755 88 80

De afdeling is bereikbaar van 08.00 - 16.00 uur.
Overige contactgegevens

Samenwerking met Bergman Clinics

UMC Utrecht gynaecologen zien nieuwe patiënten met gynaecologische klachten voor onderzoek en eventuele behandelingen in Bergman Clinics. Zowel UMC Utrecht als Bergman Clinics streven naar ‘Juiste zorg op de Juiste plek’ en kwalitatief hoogstaande gynaecologische zorg met korte toegangstijden. Op die manier maakt het UMC Utrecht ruimte voor de huidige en vooral toekomstige patiënten die meer specialistische zorg nodig hebben of voor patiënten met een complexe achtergrond.