Terug

REACH 3

REACH 3

Wetenschappelijk onderzoek

Fase 3 gerandomiseerd open-label multicenter onderzoek met ruxolitinib in vergelijking met de beste beschikbare behandeling bij patiënten met een chronische graft-versus-hostziekte na een allogene stamceltransplantatie, die niet op een behandeling met bijnierschorshormonen (corticosteroïden) reageert.

Over het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Doel van het onderzoek

Het belangrijkste doel van dit onderzoek is om de veiligheid en werkzaamheid van geneesmiddel ruxolitinib te onderzoeken bij patiënten met een chronische afstotingsziekte na een stamceltransplantatie met stamcellen van een donor. Bij een stamceltransplantatie met stamcellen van een donor (een allogene stamceltransplantatie) kunnen patiënten chronische afstotingsziekte krijgen. Dit noemen we graft-versus-hostziekte. Hierbij keren de donorcellen zich tegen het lichaam van de patiënt. Afweercellen van de donor beschouwen de cellen van de patiënt als vreemd en vallen die cellen aan. Een chronische graft-versus-hostziekte ontstaat vanaf 2 tot 3 maanden na de transplantatie en kan soms jaren duren. De ziekte kan in elk deel van uw lichaam voorkomen. Het meest komt de ziekte voor in de huid, de lever, de mond en de ogen. De ziekte beschadigt weefsels en organen en tast het afweersysteem van het lichaam aan. Hierdoor zijn patiënten met een chronische graft-versus-hostziekte extra vatbaar voor infecties. We denken dat ruxolitinib de graft-versus-hostziekte zal afremmen, en ervoor zorgt dat het afweersysteem weer sterker wordt. Om zeker te weten of dit zo is, willen we dat onderzoeken met patiënten.

Welke behandeling wordt onderzocht?

In dit onderzoek wordt het geneesmiddel ruxolitinib onderzocht. Ruxolitinib zit in tabletten. Het middel is door de Nederlandse overheid nog niet toegelaten (‘geregistreerd’) als geneesmiddel voor uw ziekte. Voor registratie is onderzoek bij patiënten nodig. Ruxolitinib (handelsnaam Jakavi®) is wel geregistreerd voor de behandeling van bepaalde ziekten van het beenmerg (myelofibrose en polycythemia vera). Inmiddels zijn ruim 12.000 patiënten en gezonde proefpersonen met ruxolitinib behandeld in onderzoeken van Novartis en andere organisaties.
Er wordt verwacht dat ruxolitinib ontstekingsremmend werkt en dat de toevoeging van ruxolitinib aan een behandeling met geneesmiddelen die het afweersysteem remmen, de werkzaamheid versterkt. Om dat aan te tonen gaan we de effecten van ruxolitinib in dit onderzoek vergelijken met de effecten van de beste beschikbare behandeling. Dit is de beste behandeling die in Nederland kan worden voorgeschreven. De onderzoeksarts kiest samen met u wat best beschikbare behandeling is voor u. Voorbeelden van mogelijke behandelingen zijn geneesmiddelen die het afweersysteem van het lichaam remmen, zoals mycofenolaat, everolimus en methotrexaat in lage doseringen. De onderzoeksarts kan u, als u dat wilt, de hele lijst van mogelijke behandelingen laten zien. Als u nu bijnierschorshormonen (corticosteroïden) of een middel als tacrolimus of ciclosporine gebruikt, kunt u daar mee doorgaan tijdens het onderzoek.

Hoe wordt het onderzoek uitgevoerd?

Er doen ongeveer 324 proefpersonen uit verschillende landen mee aan dit onderzoek. In Nederland zullen ongeveer 12 proefpersonen meedoen, verdeeld over een aantal academische ziekenhuizen in Nederland.

Het onderzoek bestaat uit verschillende delen. Tijdens het eerste deel (de screening) wordt gekeken of u in aanmerking komt voor deelname aan het onderzoek. Vervolgens start de onderzoeksbehandeling in behandelperiode 1. Aan het einde van behandelperiode 1 (na 24 weken) wordt beoordeeld of u door kunt gaan met de onderzoeksbehandeling (behandelperiode 2). Als u gestopt bent met de onderzoeks-behandeling (en u nog geen 3 jaar meedoet met het onderzoek) is er nog een vervolgperiode.

Screening

Tijdens de screening die maximaal 4 weken duurt, krijgt u nog geen onderzoeksbehandeling. Wij vragen u om naar het ziekenhuis te komen voor een aantal testen. Aan de hand van de uitslagen kan de onderzoeker beoordelen of u kunt meedoen aan het onderzoek. Het is dus mogelijk dat u na de screening niet meer mee kunt doen, omdat u niet tot de groep proefpersonen behoort waarmee dit onderzoek gedaan moet worden. Het is mogelijk dat u op basis van de testen tijdens de screening in eerste instantie niet in aanmerking komt voor deelname. In dat geval kan de onderzoeker na overleg met u enkele testen herhalen, om te kijken of u dan wel in aanmerking komt voor deelname.

Loting en onderzoeksbehandeling

Er zijn 2 onderzoeksbehandelingen mogelijk: ruxolitinib en de beste beschikbare behandeling. Door te loten wordt bepaald wie welke behandeling krijgt. U hebt evenveel kans om de ene of de andere groep te loten.

De onderzoeksbehandeling is verdeeld in kuren van 4 weken. U kunt de onderzoeksbehandeling blijven gebruiken zolang u daar volgens de onderzoeksarts baat bij hebt en zolang u geen ernstige bijwerkingen krijgt. Wij verwachten dat u de onderzoeksbehandeling maximaal 3 jaar zult gebruiken.

Als u de beste beschikbare behandeling geloot hebt, krijgt u deze behandeling in principe minimaal 24 weken. Als al eerder blijkt dat deze behandeling bij u niet goed genoeg werkt, kan de onderzoeksarts een andere behandeling kiezen of een geneesmiddel toevoegen aan de bestaande behandeling. Het kan zijn dat u na 24 weken geen baat (meer) hebt van de beste beschikbare behandeling. Dat kan komen doordat de behandeling niet goed genoeg werkt, of doordat de werkzaamheid verdwenen is en de ziekteverschijnselen weer zijn toegenomen. Ook kan het zijn dat u moet stoppen met de best beschikbare behandeling omdat u last krijgt van ernstige bijwerkingen. In deze gevallen kunt u, als u dat wilt en als de onderzoeksarts het daarmee eens is, overstappen naar een behandeling met ruxolitinib.

Voordat u kunt overstappen, moet eerst de beste beschikbare behandeling gestopt worden. Daarna moet een controlebezoek worden afgelegd. In het begin van de behandeling met ruxolitinib zijn er extra controlebezoeken.

In totaal komt u in 3 jaar ongeveer 23 keer voor controle. Als u van de beste beschikbare behandeling bent overgestapt naar ruxolitinib is dat ongeveer 30 keer. De bezoeken duren meestal 2 tot 3 uur. Bij de eerste 8 proefpersonen uit het onderzoek die ruxolitinib geloot hebben, wordt in het begin van behandelperiode 1 tijdens 2 bezoeken een aantal keren extra bloed afgenomen. Dit extra bloed wordt gebruikt om het gedrag van geneesmiddelen in het lichaam te bestuderen (farmacokinetiek). Deze 2 bezoeken duren daardoor ongeveer 9 uur.

Als u gestopt bent met de onderzoeksbehandeling wordt u ongeveer 30 dagen later gevraagd om terug te komen om te kijken hoe het met u gaat. Als de onderzoeksbehandeling goed werkt, kunnen de ziekteverschijnselen sterk verminderen of zelfs verdwijnen. We noemen dat een gedeeltelijke respons (als de verschijnselen verminderen) of een volledige respons (als de verschijnselen verdwijnen). In dat geval kan de onderzoeksbehandeling (na minimaal 6 maanden behandeling) geleidelijk verminderd en uiteindelijk gestopt worden. In dat geval blijft u onder controle voor het onderzoek en blijft u de geplande verdere controlebezoeken afleggen (inclusief de onderzoekstesten). Deze bezoeken gaan door totdat u in totaal ongeveer 3 jaar aan het onderzoek hebt meegedaan. Mochten de ziekteverschijnselen terugkomen nadat u eerder gestopt bent met de onderzoeksbehandeling, dan mag u binnen de 3 jaar na het stoppen weer met onderzoeksbehandeling beginnen.

Als u vroegtijdig stopt met de onderzoeksbehandeling vanwege andere redenen (bijvoorbeeld bijwerkingen), kan gevraagd worden of u de geplande resterende controlebezoeken wilt blijven afleggen (inclusief de onderzoekstesten). Als u dat niet wilt, wordt gevraagd of een medewerker van het onderzoeksteam van uw ziekenhuis u elke 3 maanden mag opbellen om te vragen hoe het met u gaat. Deze contacten gaan door totdat u in totaal ongeveer 3 jaar aan het onderzoek hebt meegedaan.

Onderzoeker uitklapper, klik om te openen

Prof. Dr. J.H.E. Kuball, internist-hematoloog

Deelname aan het onderzoek uitklapper, klik om te openen

U kunt vrijwillig deelnemen aan dit onderzoek. Neem voor meer informatie contact op via onderstaande contactgegevens.

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen of wilt u meer informatie, dan kunt u altijd contact opnemen met de onderzoeker, Prof. Dr. J.H.E. Kuball, via onderstaande contactgegevens.

Overige contactgegevens

088-755 7655 (polisecretariaat)

088-755 5878 (studieteam)

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.