Terug

INCB 39110-209

INCB 39110-209

Wetenschappelijk onderzoek

Een open-label fase 2-onderzoek van itacitinib (INCB039110) in combinatie met een lage dosis ruxolitinib of itacitinib afzonderlijk na ruxolitinib bij proefpersonen met myelofibrose

Meer informatie uitklapper, klik om te openen

Patienten met een van de volgende drie types myelofibrose (MF) komen mogelijk in aanmerking voor deelname aan dit onderzoek: primaire myelofibrose (PMF), postpolycythemia vera-myelofibrose (PPV-MF), of post-essentiële trombocythemie-myelofibrose (PET-MF).
Dit onderzoek wordt uitgevoerd in ongeveer 20 centra in 3 landen bij ongeveer 42 patiënten. De planning is dat in Nederland ongeveer 10 proefpersonen zullen deelnemen. De medisch-ethische toetsingscommissie azM en Maastricht Universiteit (METC azM/UM) heeft dit onderzoek goedgekeurd.

Doel van het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Het doel van dit onderzoek is om te bepalen wat de werkingen zijn van behandeling met het onderzoeksmiddel itacitinib, afzonderlijk gegeven of in combinatie met ruxolitinib, op de omvang van de milt/lever en/of de klachten van MF. Ook wordt beoordeeld wat het lichaam met het onderzoeksmiddel doet (farmacokinetiek of PK) en wordt er informatie verzameld over bijwerkingen die kunnen optreden.
Onderzoeksmiddel betekent dat het geneesmiddel niet is goedgekeurd door het Europees Geneesmiddelenbureau (EMA) of door de regelgevende instantie in Nederland voor gebruik als medicatie met of zonder recept voor uw ziekte.

Ruxolitinib is sinds 2012 door het EMA goedgekeurd onder de merknaam Jakavi voor gebruik bij patiënten met PMF, PET-MF en PV-MF geclassificeerd als een middelhoog of hoog risico. Dit betekent patiënten met MF die ook twee of meer van de volgende risicofactoren hebben, zoals vastgesteld door hun arts:
a) ouder dan 65 jaar;
b) constitutionele symptomen; dit zijn symptomen die uw algemeen welzijn aantasten bijvoorbeeld gewichtsverlies, beven, rillingen, koorts en braken;
c) hoog hemoglobinegehalte. Hemoglobine is een zuurstofdragend eiwit dat aanwezig is in de rode bloedcellen;
d) hoog aantal witte bloedcellen;
e) blasten (een abnormaal type bloedcel) aanwezig in circulerend bloed.

Achtergrond van het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Myelofibrose is een ernstige aandoening van het beenmerg die de normale productie van bloedcellen in uw lichaam verstoort. Het resultaat is littekenvorming in uw beenmerg, met ernstige bloedarmoede, zwakte, vermoeidheid en een vergrote milt als gevolg. Itacitinib wordt momenteel onderzocht als behandeling voor patiënten met MF. Dit onderzoeksmiddel geeft mogelijk minder bijwerkingen als bloedarmoede en een laag aantal bloedplaatjes dan andere geneesmiddelen. In eerdere klinische onderzoeken is gebleken dat het in staat is om de omvang van de milt te verkleinen en de symptomen van MF onder controle te houden.

Vóór dit onderzoek is itacitinib getest bij gezonde volwassen proefpersonen, bij personen met MF en bij honderden personen met andere medische aandoeningen. Soms werd het samen met andere medische behandelingen gegeven en soms werd het afzonderlijk gegeven. In één klinisch onderzoek hebben enkele mensen met MF ruim 6 jaar lang het onderzoeksmiddel genomen als enige behandeling voor hun ziekte. Dit onderzoek zal meer informatie geven over de veiligheid en werkzaamheid van itacitinib bij patiënten met MF die eerder werden behandeld met ruxolitinib, maar die een volle werkzame dosis niet konden verdragen.

Wat deelname inhoudt uitklapper, klik om te openen

Uw deelname zal gemiddeld 32 weken duren, maar dit is afhankelijk van hoe goed u het onderzoeksmiddel verdraagt, wat uw reactie op de behandeling is en wat uw arts beslist over voortzetting van de behandeling. In totaal bezoekt u het ziekenhuis ongeveer 10 keer in een periode van ongeveer 32 weken.

Als uw deelname langer dan 24 weken duurt, zult u gewoonlijk het ziekenhuis ongeveer om de 12 weken bezoeken om aan het onderzoek te blijven deelnemen. De meeste bezoeken zullen vrij kort zijn, maar de bezoeken in de eerste maand van het onderzoek kunnen wel 8 uur duren. Dit hangt af van de tests die op die specifieke dag nodig zijn.

Om aan dit onderzoek deel te nemen, dient u verschillende onderzoeken, tests en/of procedures te ondergaan vóór, tijdens en na uw behandeling. Het onderzoek is verdeeld in 3 periodes: een screeningsperiode, een behandelingsperiode en een vervolg (follow-up) fase.

Screeningsperiode

Eerst zullen we beoordelen of u aan dit onderzoek kunt deelnemen. De onderzoeksarts zal u vragen stellen over uw medische voorgeschiedenis en uw voorgeschiedenis/situatie van bloedtransfusies, een lichamelijk onderzoek uitvoeren, uw lever en milt onderzoeken, een MRI-scan/ CT-scan van uw milt maken, een hartfilmpje maken (ECG), uw gewicht, lengte, bloeddruk en hartslag meten en urine- en bloedtests uitvoeren. U wordt ook getest op hepatitis B en C. Als u deze ziekte heeft, vertellen wij u dat. Als u dit niet wilt weten, kunt u niet meedoen aan dit onderzoek.

Soms vinden we tijdens de screening iets dat verder medisch moet worden onderzocht. We vertellen u dit altijd. Verder onderzoek gebeurt dan door uw eigen huisarts of specialist. De kosten hiervan vallen onder uw eigen verzekering.

Analyse beenmergbiopsie/ beenmergaspiraat

Tijdens de screeningsperiode dient u een beenmergbiopsie / beenmergaspiraat te ondergaan. Bij een beenmergbiopsie wordt door de arts met een naald een stukje beenmerg vanuit het bekken weggenomen. Bij een beenmergaspiraat zuigt de arts de cellen van het beenmerg op via een holle naald.

Als u binnen 2 maanden vóór de eerste dag van behandeling, een beenmerg biopsie of -aspiraat heeft ondergaan en er nog opgeslagen weefsel beschikbaar is, kan dit voor het onderzoek gebruikt worden. Een tweede biopsie/aspiraat wordt afgenomen op dag 169 en daarna elke 6 maanden tot het einde van het onderzoek. Het biopt/aspiraat (of opgeslagen monster) zal gebruikt worden om meer inzicht te krijgen in uw ziekte. Uw beenmerg maakt bloedcellen aan. Door deze cellen te onderzoeken kunnen we zien hoe het onderzoeksmiddel werkt, of mogelijk biomarkers in het bloed bepalen. Biomarkers in het bloed zijn biologische stoffen (zoals eiwitten, DNA of RNA) die gemeten kunnen worden en gebruikt kunnen worden voor allerlei doelen in verband met medische behandeling.

Sommige biomarkers in het bloed worden gemeten voordat een geneesmiddel wordt gegeven, om te helpen voorspellen of de behandeling zal werken voor een specifieke patiënt. Andere biomarkers in het bloed worden gebruikt om te controleren hoe de onderzoeksmiddelen hun werk doen. Deze informatie is enkel bedoeld voor onderzoeksdoelen en de resultaten worden niet met u gedeeld.

Genetische tests

Voor dit onderzoek willen we ook graag extra genetische tests doen. Genetische tests kunnen uitgevoerd worden op uw afgenomen bloedmonsters en weefsel. Met genetische tests wordt naar genetisch materiaal (DNA) gekeken dat in uw lichaam aanwezig is, zoals in bloed en/of weefselcellen. Genetisch materiaal wordt geërfd van uw ouders en bevat instructies voor het lichaam om te groeien en zich te ontwikkelen. Genetisch materiaal bepaalt bijvoorbeeld de haarkleur en de kleur van de ogen. Verschillen in genetisch materiaal kunnen invloed hebben op hoe uw ziekte zich ontwikkelt, de manier waarop de onderzoeksmiddelen werken, en hoe uw genen de manier beïnvloeden waarop deze middelen op uw lichaam inwerken. Deze tests hebben geen directe voordelen voor u en de resultaten zullen niet beschikbaar zijn voor u, uw familieleden en uw arts. Als men u in de toekomst vraagt of er ooit genetische tests werden uitgevoerd op uw bloedmonsters, dan mag u deze vraag met ‘nee’ beantwoorden.

Behandelingsperiode

Als de onderzoeksarts besluit dat u voldoet aan alle vereisten om aan het onderzoek mee te doen, dan krijgt u het onderzoeksmiddel in cohort A of B volgens onderstaande.

In cohort A zullen proefpersonen met MF meedoen die een dosis ruxolitinib van minder dan 20 mg per dag verdragen, zonder dosisverhoging of dosiswijziging in de laatste 8 weken vóór het screeningsbezoek. De proefpersonen ontvangen een combinatie van het onderzoeksmiddel bij een dosis van 200 mg eenmaal per dag en ruxolitinib bij de dosis die ze al verdragen.

 

In cohort B zullen proefpersonen met MF meedoen bij wie de milt/lever aanvankelijk verkleinde bij gebruik van ruxolitinib en die toen met ruxolitinib stopten vanwege de vooruitgang van de ziekte of bijwerkingen. De proefpersonen ontvangen alleen het onderzoeksmiddel bij een dosis van 600 mg eenmaal per dag.

 

Dit is een ‘open label’ onderzoek. Dat wil zeggen dat zowel u als uw onderzoeksarts weten in welk cohort u zit.

Het onderzoeksmiddel wordt eenmaal per dag via de mond ingenomen met een glas water. Ruxolitinib moet via de mond met een glas water worden ingenomen volgens het voorschrift van uw arts, wat gewoonlijk tweemaal per dag is.

Bezoek aan het einde van de behandeling

Bij uw laatste bezoek voor dit onderzoek zal de onderzoeksarts een lichamelijk onderzoek doen, uw voorgeschiedenis/situatie van transfusies bekijken, de omvang van uw milt meten, een hartfilmpje (ECG) maken, uw gewicht, lengte, bloeddruk en hartslag meten, en een bloed- en urinetest doen. U krijgt ook vragen over de geneesmiddelen die u heeft gebruikt of op dat moment gebruikt (inclusief medicatie zonder recept of supplementen), en over bijwerkingen die u mogelijk heeft ervaren.

Vervolg (follow-up) periode

U wordt gevraagd om 30-35 dagen na inname van de laatste dosis van het onderzoeksmiddel naar het ziekenhuis te komen voor een follow-up bezoek. Bij dit bezoek zal de onderzoeksarts een lichamelijk onderzoek doen, uw voorgeschiedenis/situatie van transfusies bekijken, de omvang van uw milt meten, uw gewicht, lengte, bloeddruk en hartslag meten, en een bloed- en urinetest doen. U krijgt ook vragen over de geneesmiddelen die u heeft gebruikt of op dat moment gebruikt (inclusief medicatie zonder recept of supplementen), en over bijwerkingen die u mogelijk heeft ervaren.

Deelnemen aan het onderzoek? uitklapper, klik om te openen

U kunt vrijwillig deelnemen aan dit onderzoek. Neem voor meer informatie contact op via onderstaande contactgegevens.

Contact en vragen uitklapper, klik om te openen

Heeft u na het lezen van deze informatie vragen, of wilt u meer informatie, dan kunt u altijd contact opnemen met de onderzoeker, Dr. R.A.P. Raijmakers, via onderstaande contactgegevens:

Bedankt voor uw reactie!

Heeft deze informatie u geholpen?
Graag horen we van u waarom niet, zodat we onze website kunnen verbeteren.