Terug

Zorgpad: zuurstoftekort rondom de geboorte

Zorgpad: zuurstoftekort rondom de geboorte

Patiëntfolder

Als uw kind met een tekort aan zuurstof wordt geboren is dit voor u als ouders een hele spannende en onzekere tijd. Wij kunnen ons voorstellen dat dit te veel is om te onthouden en direct te begrijpen. Met dit “zorgpad” zetten wij de belangrijkste stappen in de behandeling van uw kind op een rij, zodat u een idee hebt wat er is gebeurd en wat u nog kan verwachten de komende periode. Het kan voorkomen dat niet alle stappen van de behandeling voor uw kind noodzakelijk zijn.

U vraagt u waarschijnlijk af wat de kansen zijn dat uw kind zal blijven leven en hoe de toekomst eruit zal zien. Deze vragen zijn, zeker in het begin van de opname, lastig te beantwoorden omdat wij daarvoor eerst verschillende onderzoeken bij uw kind moeten doen. Door middel van deze onderzoeken komen wij erachter of de organen beschadigd zijn door het zuurstoftekort. Ook kunnen wij met behulp van de onderzoeken zien of de organen zich herstellen tijdens de opname op de afdeling. De arts of physician assistant (PA) zal de uitslagen van deze onderzoeken met u bespreken en ook wat deze uitslagen zouden kunnen betekenen voor de ontwikkeling van uw kind in de toekomst. 

Wij begrijpen heel goed dat u veel vragen hebt. Stel ons deze gerust. Wij zullen ons best doen deze vragen te beantwoorden. Het is voor u lichamelijk een zware tijd, maar zeker ook emotioneel. Graag willen we u hierbij ondersteunen. Vertel ons waar u behoefte aan hebt en waarbij wij u kunnen helpen. Sommige ouders ervaren steun van andere ouders die net als u ook een kind hebben gehad met zuurstoftekort bij de geboorte. Als u dit prettig zouden vinden kan u met hen in contact komen via de patiëntenvereniging care4neo.

De geboorte uitklapper, klik om te openen

Wanneer? Eerste 30 - 60 minuten na de geboorte

Wat?Hoe
Behandeling op de verloskamer/operatie-kamer
  • Als uw verloskundige/gynaecoloog denkt dat uw kind (misschien) last heeft van zuurstoftekort zal uw zoon/dochter na de geboorte onderzocht worden door een (kinder)arts/PA.
  • Uw kind wordt afgedroogd en krijgt een muts op om te zorgen dat hij/zij niet afkoelt.
  • Met een monitor houden we het zuurstofgehalte in het bloed en de hartslag van uw kind in de gaten.
  • Vaak helpen we uw kind met het ademhalen door middel van een kapje dat over de neus en mond gaat en waarmee we zuurstof/lucht in de longen kunnen blazen.
  • Soms kan het nodig zijn een beademingsbuis in te brengen in de luchtpijp om de ademhaling nog beter te ondersteunen.
  • Het is mogelijk dat uw kind hartmassage nodig heeft vanwege het zuurstoftekort.
  • Er wordt een infuus gebracht in een ader van de hand of voet (en soms in de navelstreng) om medicijnen en voedingsstoffen te kunnen geven.
  • Uw kind wordt in een rijdende couveuse gelegd. Een couveuse is een speciale, afgesloten wieg, waarin een pasgeboren kind warm wordt gehouden. Vaak zullen we met deze couveuse naar u (moeder) rijden, zodat u beiden uw kind kunnen zien voordat we naar de afdeling gaan. Dit geldt niet als de moeder onder algehele narcose is, omdat u (moeder) dan vaak nog niet wakker bent op het moment waarop we naar de afdeling gaan.

Na de komst op de afdeling uitklapper, klik om te openen

Wanneer? Dag van de geboorte

Wat?Hoe
Gelijk bij opname op de afdeling
  • De temperatuur, bloeddruk en het gewicht worden gemeten.
  • Er wordt via de neus of mond een slangetje ingebracht in de maag (dit heet een sonde), zodat lucht en vruchtwater uit de maag gehaald kunnen worden. Via dit slangetje kan ook voeding aan uw kind gegeven worden.
Informatie en vragen
  • Wij zullen u bij opname op de afdeling vragen stellen die nodig zijn om goed voor uw kind te kunnen zorgen.
  • Ook zullen wij u informatie geven. Wij zullen vertellen hoe het met uw kind gaat, maar zullen ook informatie geven over de afdeling.
  • Er wordt u gevraagd of u bezwaar hebt tegen het toedienen van bloedtransfusies voor het geval dit tijdens de opname nodig zou zijn.
U als ouders
  • Zodra het mogelijk is wordt u naar uw zoon/dochter op de afdeling gebracht.
  • U kan allebei uw kind aanraken.
  • Of het mogelijk is uw kind vast te houden zal de verpleegkundige u vertellen.
  • Wij kunnen ons voorstellen dat het moeilijk en spannend is om te zien dat uw kind aan zoveel apparaten en slangetjes aangesloten wordt. De verpleegkundige zal u uitleggen hoe al deze apparaten ons helpen om zo goed mogelijk voor uw kind te zorgen.

Tijdens de opname op de afdeling uitklapper, klik om te openen

Wanneer? De eerste drie dagen na de geboorte

Wat?Hoe?
Ademhaling
  • Het zuurstofgehalte wordt gemeten door 1 (soms 2) rood lampje (saturatiemeter) om een hand of voet van uw kind.
  • De monitor laat het zuurstofgehalte in het bloed en de hartslag van uw kind zien. Als de gemeten waarde afwijkt van de waarde waar wij naar streven gaat er een lampje branden bij de monitor en klinkt er een geluid (‘alarm’). U zal merken dat er regelmatig alarmen klinken op onze afdeling. De meeste van deze alarmen zijn geen reden om u zorgen te maken en alleen een signaal dat we de zorg nog iets beter kunnen afstemmen op wat uw kind nodig heeft. Meestal zijn dit kleine aanpassingen.
  • De meeste kinderen met een zuurstoftekort worden in meer of mindere mate geholpen bij de ademhaling. Dit kan te maken hebben met de reden waardoor er zuurstoftekort is opgetreden (bijvoorbeeld een infectie). Het kan ook het gevolg zijn van de rustgevende en pijnstillende medicijnen die we vaak geven tijdens de behandeling. Deze medicijnen zorgen ervoor dat kinderen ontspannen en comfortabel zijn, maar hebben als bijwerking dat de ademhaling trager wordt. 
Bloeddruk
  • We meten de hartslag van uw kind met behulp van de plakkers op de borst van uw kind.
  • We meten de bloeddruk van uw kind eerst via een bloeddrukbandje en daarna meestal via een infuus (arterielijn) in een slagader (arterie) in de pols, voet of navelstomp.
  • Via deze arterielijn wordt continu de bloeddruk gemeten en hiermee kan ook bloed worden afgenomen voor onderzoek zonder dat uw kind steeds geprikt moet worden.
  • Regelmatig is de bloeddruk van kinderen na zuurstoftekort laag. Er zijn verschillende medicijnen die we in dat geval kunnen geven om de bloeddruk te verhogen.
Hersenen
  • De meeste kinderen krijgen medicijnen tegen onrust en eventuele pijn zodat zij zich comfortabel voelen.
  • Uw kind wordt aangesloten aan apparaten die de werking van de hersenen meten en in de gaten houden. Hiervoor worden hele dunne naaldjes ingebracht in de hoofdhuid waarmee de hersenactiviteit gemeten wordt en eventuele epileptische aanvallen (stuipen) kunnen worden gemeten.
  • Met een sensor op het hoofd van uw kind meten we het zuurstofgehalte in de hersenen.
  • Er wordt een echo van de hersenen gemaakt. Dit geeft ons informatie over mogelijke schade als gevolg van het zuurstoftekort. De echo van de hersenen zal regelmatig worden herhaald, omdat eventuele schade vaak pas later (na enkele dagen) duidelijker zichtbaar wordt.
Informeren
  • De verpleegkundigen vertellen u dagelijks hoe het met uw kind gaat. U krijgt een vaste gespreksarts/-PA. Dit noemen we op onze afdeling: EVA (Eerst Verantwoordelijk Arts). Deze EVA bespreekt minimaal 1x per week met u hoe het gaat met uw zoon/dochter en wat de plannen en verwachtingen voor de langere termijn zijn. 
Koeling
  • Afhankelijk van hoeveel zuurstoftekort er is geweest en hoe de hersenactiviteit eruitziet wordt uw kind gekoeld tot 33,5 graden door een speciaal “koelpakje” om uw kind heen te wikkelen. 
  • Deze behandeling duurt 72 uur en heeft als doel de schade in de hersenen zoveel mogelijk te beperken.
  • De hersenen komen als het ware in een rusttoestand waardoor de hersenen optimaal de kans krijgen zich zo veel mogelijk te herstellen.
  • U mag uw kind tijdens deze behandeling gewoon aanraken. U kan uw kind niet altijd vasthouden tijdens deze behandeling. De verpleegkundige zal met u bespreken wat wel en niet kan afhankelijk van hoe het met uw kind gaat. 
  • De huid van uw kind voelt vaak koud aan en uw kind ziet er bleek/wit uit. Dit komt door de lage temperatuur. De temperatuur van jullie kind wordt continu gemeten.
Infuus/lijn
  • Uw kind heeft een infuus in een ader om medicijnen en voedingsstoffen te kunnen geven.
  • Er wordt op de afdeling een infuuslijn (centrale lijn) ingebracht in een grotere ader die dieper komt te liggen dan een ‘gewoon infuus’. Het voordeel van deze lijn is dat het langer kan blijven zitten dan een infuus en er meer medicijnen en voedingstoffen over gegeven kunnen worden.
  • Het nadeel van dit type lijn is dat het tot een infectie kan leiden. Wij zullen tijdens de opname daarom extra goed letten op eventuele tekenen van een infectie.
Voeding
  • In de eerste dagen na de geboorte krijgt uw kind de meeste voedingstoffen via het infuus. De reden hiervoor is dat de maag en darmen na een tekort aan zuurstof tijd nodig hebben om te herstellen. 
  • De kleine hoeveelheden melk (afgekolfde moedermelk of kunstvoeding) die uw kind krijgt wordt via het slangetje naar de maag (sonde) gegeven. Uw kind kan nog niet zelf drinken zolang hij/zij hulp bij de ademhaling krijgt en/of gekoeld wordt.
  • Zolang uw kind gekoeld wordt, wordt de voeding niet opgewarmd, maar op kamertemperatuur gegeven.
  • Als u van plan bent borstvoeding te geven zal de verpleegkundige u informatie geven over kolven. Er zijn ook borstvoedingsdeskundigen op de afdeling aanwezig. Er kan eventueel ook een lactatiekundige ingeschakeld worden.
  • De afgekolfde moedermelk mag u meenemen naar onze afdeling en wordt dan op de afdeling in de koelkast of diepvries bewaard totdat we het aan uw kind kunnen geven.
Bloedafnames
  • Regelmatig wordt bloed afgenomen om te kijken of de ondersteuning van de ademhaling aangepast moet worden.
  • Ook kunnen we zien of er aanwijzingen zijn voor een infectie en hoe het gaat met andere belangrijke organen zoals hart, lever en nieren.
U als ouders
  • Tijdens de opname zal u van de verpleegkundigen leren uw kind te verzorgen. U zal deze verzorging steeds meer zelf kunnen doen. Natuurlijk is er altijd een verpleegkundige om u hierbij te helpen. 
  • Ook zal een maatschappelijk werker met u spreken. Hij/zij kan u emotioneel begeleiden in deze zware periode en hulp bieden bij praktische zaken.
Wetenschap
  • Het is mogelijk dat u gevraagd wordt om deel te nemen aan wetenschappelijk onderzoek. We doen onderzoek om de zorg voor onze patiënten steeds verder te verbeteren. Deelname is altijd vrijwillig (u kunt hier ‘nee’ tegen zeggen) en we informeren u goed.
  • Er zal toestemming gevraagd worden voor het gebruiken van gecodeerde (niet direct te herleiden) gegevens van uw kind voor toekomstig wetenschappelijk onderzoek.

Wanneer? Dag 4

Wat?Hoe?
Opwarmen
  • Als uw kind gekoeld is, start de verpleegkundige op dag 4 met het opwarmen van de lichaamstemperatuur van uw kind. Hierbij wordt elke 30 minuten de lichaamstemperatuur met 0,2 graden opgehoogd. Zodra jullie kind weer een normale temperatuur heeft blijft hij/zij nog 24 uur in het koelpakje liggen. Daarna mag deze verwijderd worden. Vanaf dit moment kunnen jullie waarschijnlijk ook jullie kind vasthouden als dat daarvoor nog niet kon.

Wanneer? Dag 4 tot 7

Wat?Hoe?
Behandeling
  • De voeding via de sonde in de maag wordt geleidelijk opgehoogd. Zodra uw kind (bijna) alle voeding via de maag krijgt en nog weinig medicijnen nodig heeft wordt de infuuslijn verwijderd.
  • Op dag 4 na de geboorte wordt de ‘hielprik’ verricht. Dit is een landelijke screening naar o.a. aangeboren stofwisselingsziekten. U en wij als zorgverleners ontvangen enkel bericht bij een afwijkend uitslag.
MRI
  • Bij veel kinderen zal er een MRI scan gemaakt worden van de hersenen als uw kind hiervoor stabiel genoeg is. Met een MRI hopen we meer duidelijkheid te krijgen over de mogelijke gevolgen van het zuurstoftekort. Het beste moment voor een MRI scan is tussen dag 4 en 8 na het moment waarop het zuurstoftekort optrad. Vóór en na die tijd kan het zo zijn dat de MRI beelden de schade als gevolg van het zuurstoftekort onderschatten.
  • Uw kind wordt in een rijdende couveuse naar de MRI gebracht.
  • Uw kind wordt begeleid door een arts/PA en een verpleegkundige. Zij blijven bij uw kind tijdens het onderzoek.
  • U krijgt zo snel mogelijk de uitslag van de MRI. Het zorgvuldig beoordelen van de MRI beelden vergt veel deskundigheid, aandacht en tijd. Meestal kunnen wij u de uitslag binnen drie tot vijf werkdagen geven.

Wanneer? Na de MRI of zo nodig eerder

Wat?Hoe?
Overleg
  • Als de mening van meerdere experts nodig is wordt er een overleg gepland.
  • Meerdere zorgverleners (artsen, physician assistants, verpleegkundigen) bespreken tijdens dit overleg hoe het met uw kind gaat en de uitslagen van de onderzoeken. Op basis daarvan bespreken ze de verwachtingen voor de toekomst voor uw kind.
  • De arts zal na het overleg met u in gesprek gaan over wat tijdens dit overleg besproken is.

Wanneer? Na verwijdering van de beademingsbuis

Wat?Hoe?
Behandeling
  • De verpleegkundige of zorgassistent voert een gehooronderzoek uit. Soms is de uitslag van dit onderzoek (nog) niet normaal. Een afwijkende gehoortest kan ermee te maken hebben dat er nog vruchtwater in het oor zit en wil niet altijd zeggen dat uw kind niet goed hoort. Het is wel belangrijk om het onderzoek later te herhalen om er zeker van te zijn dat het gehoor normaal is. Daarom zal het gehooronderzoek na ontslag poliklinisch herhaald worden als de uitslag tijdens de opname afwijkend was.
  • Als uw kind geen of heel weinig ademhalingsondersteuning heeft, mag uw kind zelf leren drinken uit de borst en/of fles. Bij voorkeur geven we (afgekolfde) moedermelk. Uw kind heeft waarschijnlijk nog minder energie en is daardoor snel moe. Daarnaast heeft uw kind in de afgelopen dagen minder fijne prikkels gehad in het mondgebied. Dit samen maakt dat het drinken in het begin vaak moeizaam gaat. Dit vraagt tijd en geduld. Eventueel kan een logopedist gevraagd worden om mee te kijken en tips te geven.

Moeilijke gesprekken en keuzes uitklapper, klik om te openen

Wanneer? Als de schade als gevolg van het tekort aan zuurstof groot is

Wat?Hoe?
Samen beslissen
  • Bij een klein deel van de kinderen is de schade aan de hersenen en/of andere organen zo ernstig dat wij het kind niet beter kunnen maken.
  • Als dit u overkomt is dit ontzettend verdrietig en zwaar voor u als ouders. Wij zullen u in deze periode zo goed mogelijk ondersteunen en helpen waar mogelijk.
  • Wij zullen dan met u spreken over wat de kans is op overlijden en wat de gevolgen zullen zijn voor het leven van u en uw kind in de toekomst als hij/zij zou blijven leven. Wij zullen u uitleggen wat de behandelingsmogelijkheden zijn. Samen zullen wij dan afwegen wat het beste voor uw kind is. Soms betekent dit kiezen om de intensieve zorg te stoppen. Welke moeilijke keuze we ook samen maken, het belangrijkste is dat we ervoor zullen zorgen dat uw kind geen pijn heeft en comfortabel is. 

Eventuele complicaties uitklapper, klik om te openen

Hoge longvaat-weerstand

Wanneer? Kort na de geboorte en tijdens de koeling

Wat?Hoe?
Ademhalingsproblemen 
  • Er is sprake van een verhoogde weerstand in de bloedvaten van de longen waardoor het bloed moeilijker door de longen stroomt en er daardoor minder zuurstof wordt opgenomen in het bloed.
  • Stikstofmonoxide wordt toegediend aan de beademing om de weerstand te verlagen in de longen.
  • Er worden medicijnen via het infuus gegeven om de bloeddruk en het hart te ondersteunen zodat deze het bloed beter door de longen kan pompen.

Epileptische aanvallen

Wanneer? Gedurende opname

Wat?Hoe?
"Stuipen"
  • Zuurstoftekort kan epileptische aanvallen veroorzaken. Epileptische aanvallen zijn een tijdelijke verstoring van de elektrische activiteit in de hersenen, vergelijkbaar met een kortsluiting. Bij deze aanvallen zijn soms schokkende bewegingen van armen en/of benen te zien. Met behulp van de hersenmonitor kunnen wij de hersenactiviteit en eventuele epileptische aanvallen meten.
  • Er kunnen verschillende medicijnen (anti-epileptica) worden gegeven om deze aanvallen te behandelen.

Lage bloeddruk

Wanneer? Gedurende opname

Wat?Hoe?
Minder goede doorbloeding
  • Door het zuurstofgebrek in combinatie met de trage hartslag door de lage temperatuur bij koeling en slaapmedicatie kan een lage bloeddruk ontstaan. Hiervoor kan extra vocht en/of medicatie worden gegeven om de bloeddruk te verbeteren.

Minder goed plassen

Wanneer? Eerste dagen na de geboorte

Wat?Hoe?
Verminderde functie van de nieren
  • Door het zuurstofgebrek kan het zo zijn dat de nieren minder goed werken.
  • In de meeste gevallen herstellen de nieren zich in de eerste dagen na de geboorte geleidelijk aan.

Lage bloedplaatjes en/of gestoorde stolling van het bloed.

Wanneer? Eerste dagen na de geboorte

Wat?Hoe?
Afwijkende waarde in het bloed
  • Er wordt regelmatig bloed afgenomen om de bloedplaatjes en het stollen van het bloed te controleren.
  • Als de bloedplaatjes te laag zijn en/of niet makkelijk stolt kan een wondje langer blijven bloeden.
  • Afhankelijk van de waardes kan een transfusie worden gegeven. Dit wordt toegediend via het infuus.

Ontslag en naar huis uitklapper, klik om te openen

Gelukkig herstelt de meerderheid van de kinderen dusdanig dat intensieve zorg op onze afdeling na ongeveer 7-10 dagen niet meer nodig is.

Overplaatsing

Wanneer? Als jullie kind geen intensieve zorg meer nodig heeft

Wat?Hoe?
Medium Care
  • Als het ziekenhuis bij u in de buurt geen plek heeft kan het zijn dat uw kind eerst naar de medium care afdeling van ons ziekenhuis overgeplaatst wordt.
  • Het liefst plaatsen we uw kind over als u aanwezig bent. Soms moeten we snel en onverwacht plaats maken op de intensive care afdeling voor kinderen die wel intensieve zorg nodig hebben. Daardoor kan het voorkomen dat uw kind wordt overgeplaatst op een moment waarop u niet aanwezig bent. U wordt dan hierover geïnformeerd. 
Ziekenhuis bij u in de buurt
  • Het is meestal niet mogelijk om met de ambulance mee te rijden als uw kind wordt overgeplaatst.
  • Er wordt een artsen- en verpleegkundige brief meegegeven voor overplaatsing naar het ontvangende ziekenhuis.
  • Uw huisarts ontvangt ook een medische brief over de opname.

Poliklinische controles

Wanneer? In de maanden en jaren na de geboorte

Wat?Hoe?
Thuis
  • Wij kunnen ons voorstellen dat het een hele heftige periode is geweest en ook na ontslag nog steeds is.
  • Bij het verwerken van alle emoties en gebeurtenissen kan u (misschien) hulp gebruiken.
  • Het is belangrijk dat u op tijd hulp vraagt. Voldoende slaap en gezonde voeding zijn belangrijk om lichamelijk en emotioneel te herstellen.
  • Uw huisarts of wij kunnen verwijzen naar een psycholoog.
  • Ook kan het helpen om te spreken met andere ouders van kinderen die met een tekort aan zuurstof geboren zijn via de patiëntenvereniging care4neo (www.care4neo.nl).
Fysiotherapie
  • Indien nodig zal een kinderfysiotherapeut jullie kind thuis begeleiden om de ontwikkeling van jullie kind zo goed mogelijk te laten verlopen.
Polikliniek
  • Soms zal op de leeftijd van 3 maanden een nieuwe MRI gemaakt worden.
  • U krijgt thuis een oproep voor een poliklinische afspraak bij ons in het ziekenhuis. Deze afspraak zal ongeveer 4 maanden na de uitgerekende datum plaatsvinden. De poliklinische afspraken hebben als doel de ontwikkeling van uw kind in de gaten te houden en zo nodig u hierin te adviseren en ondersteunen. Waar we naar kijken zijn: de manier waarop uw kind kan bewegen, het gedrag van uw kind en hoe het gaat met het leren van nieuwe dingen (intelligentie). Ook kunt u met de maatschappelijk werker spreken waarbij onder andere besproken zal worden over er aanvullende praktische en/of emotionele begeleiding nodig is. 
  • De leeftijden waarop wij uw kind op de polikliniek zullen zien zijn: 4 maanden, (soms bij 9 maanden), 15 maanden, 2 jaar, 5½ jaar, 8½ jaar.
  • Daarnaast zal uw kind vaak ook poliklinisch gecontroleerd worden door een algemeen kinderarts in een ziekenhuis bij jullie in de buurt. Hij/zij zal helpen bij eventueel andere vragen, bijvoorbeeld op het gebied van voeding en groei.

Verschillende zorgverleners uitklapper, klik om te openen

Jullie als ouders: Ook al bent u pas net ouders geworden, u bent heel belangrijk voor uw kind en dus ook voor ons. Er is niemand die uw kind beter kent en/of beter leert kennen dan u. Juist daarom is belangrijk dat u meedenkt en waar mogelijk meebeslist over de behandeling van uw kind. Daarnaast kan u hem/haar troosten, met hem/haar ‘buidelen’ en meehelpen in de verzorging. Deze momenten samen zijn heel belangrijk.

Er is een heel team van mensen betrokken bij de behandeling van uw zoon/dochter. Ieder teamlid is even belangrijk om goede zorg te kunnen leveren.

Neonatologie verpleegkundige: Dit is een verpleegkundige die opgeleid is om voor pasgeboren kinderen op een intensive care te zorgen.

Zorgassistent: Dit is een zorgprofessional die taken van de verpleegkundige overneemt of ondersteunt.

Neonatoloog: Dit is een kinderarts gespecialiseerd in de zorg voor pasgeboren kinderen die intensieve zorg nodig hebben.

Fellow neonatologie (fellow): Dit is een kinderarts die bezig is met de opleiding tot neonatoloog.

Physician assistant (PA): Spreek uit: pie-ee. Dit is een zorgverlener (vaak verpleegkundige) die na een aanvullende opleiding te hebben afgerond taken van de neonatoloog kan overnemen.

Arts-assistent in opleiding: Dit is een basisarts die bezig is met de opleiding tot kinderarts. Ook wel AIOS genoemd, arts in opleiding tot specialist.

Voedingsassistent: Dit is een zorgverlener die de voeding van uw kind klaarmaakt.

Fysiotherapeut:  Dit is een therapeut die kijkt naar de bewegingen en ontwikkeling van uw kindje en tips geeft hoe u beweging bij uw kindje het beste kunnen stimuleren.

Maatschappelijk werker: Dit is een zorgverlener die emotionele en praktische begeleiding biedt aan u als ouders.

Daarnaast worden zeer regelmatig andere zorgverleners gevraagd om te helpen bij de behandeling van jullie kind.

Contact uitklapper, klik om te openen

Verpleegafdeling Neonatologie

Bezoekadres

Wilhelmina Kinderziekenhuis
Geboortecentrum afdeling neonatologie
Lundlaan 6
3584 EA Utrecht

Mailadres

U kunt ons mailen via secrneon@umcutrecht.nl