Terug

Zorggroep Kind en Communicatie

Zorggroep Kind en Communicatie

Patiëntfolder

Als het praten van uw kind niet vanzelf gaat, kan dat verschillende oorzaken hebben. Leren praten wordt beïnvloed door het gehoor, door de taal­ ontwikkeling en door de mogelijkheden van uw kind om te communiceren. Onderzoek kan duidelijk maken wat de belemmeringen zijn, zodat er gericht hulp geboden kan worden. 

Waarvoor kan mijn kind terecht bij Kind en Communicatie? uitklapper, klik om te openen

De zorggroep Kind en Communicatie in het Wilhelmina Kinderziekenhuis (WKZ) heeft een multidisciplinair team van specialisten op het gebied van gehoor, spraak, taal en communicatie bij kinderen. Hier leest u wanneer uw kind bij ons terecht kan en welke onderzoeken wij doen.

Er zijn kinderen bij wie het praten niet goed op gang komt. U bent bezorgd en heeft vragen als:

  • Mijn kind praat nog niet. Is er iets niet in orde?
  • Hoort mijn kind wel goed?
  • Mijn kind heeft een taal­ of spraakachterstand. Welke hulp is nodig?


Er zijn kinderen die al hulp hebben van een logopedist of extra begeleiding op school. Soms is die hulp toch niet genoeg en blijven de problemen bestaan.

Ook dan kan verwezen worden naar Kind en Communicatie. Problemen zijn bijvoorbeeld:

  • De logopedist zegt dat mijn kind niet zo goed vooruit gaat.
  • De school van mijn kind ziet taalproblemen: hij/zij spreekt onduidelijk, kan niet goed vertellen in het kringgesprek en heeft moeite met het begrijpen van instructies.
  • Mijn kind verstaat het spreken niet goed, vooral in rumoer.

Welke onderzoeken doet Kind en Communicatie? uitklapper, klik om te openen

Intakespreekuur

Het intakespreekuur is een kennismaking, waarbij wij vragen stellen aan u als ouders en enkele korte onderzoeken doen bij uw kind. Het intakespreekuur is altijd op vrijdagochtend en duurt ongeveer 2½ uur. We doen de volgende onderzoeken:

Gehoortest

Een goed gehoor is van groot belang voor een goede spraak­ en taalontwikke­ ling. Daarom krijgt uw kind eerst een gehooronderzoek. Met een dopje in het oor wordt de beweeglijkheid van het trommelvlies gemeten. Dit heet tympa­ nometrie. Daarna wordt de gehoordrempel gemeten. Kinderen vanaf drie jaar krijgen daarvoor een hoofdtelefoon op en moeten reageren op geluiden die steeds zachter worden. Dit heet toonaudiometrie. Kinderen die jonger zijn dan drie jaar moeten reageren op geluiden uit geluidsboxen. We observeren op welke geluidssterkte uw kind reageert. Dit heet spelaudiometrie.

Een gehoortest duurt 15­30 minuten. U krijgt de uitslag van de audioloog. De audioloog is de specialist op het gebied van gehoor.

Keel- neus en ooronderzoek

De KNO­arts vraagt naar medische factoren en omstandigheden die van invloed kunnen zijn op het gehoor­ of spraak/taalprobleem. Vervolgens onderzoekt de arts de keel, neus en oren van uw kind op uitwendige afwijkingen.

Spelkameronderzoek

In de spelkamer maakt u kennis met de logopedist en de orthopedagoog.  De logopedist is een specialist op het gebied van afwijkende spraak en taal. De orthopedagoog doet diagnostiek bij kinderen met (ontwikkelings)proble­ men. De logopedist stelt u vragen en voert een observatie uit bij uw kind.

Enkele vragen zijn:

  • Wanneer is uw kind gaan praten? Heeft uw kind gebrabbeld?
  • Komen er spraak en/of taalproblemen in de familie voor?
  • Kunnen ‘vreemden’ uw kind verstaan?
  • Hoe is het spreken in vergelijking met leeftijdsgenootjes?

De logopedist doet ook een spel of voert een gesprekje en luistert hoe uw kind praat.

De orthopedagoog observeert intussen het gedrag van uw kind vanachter een spiegelruit.


Aan het einde van het intakespreekuur krijgt u een advies over welke vervolgonderzoeken nodig zijn. Het is ook mogelijk dat uw kind na het intakespreekuur direct verwezen wordt naar een logopedist of naar een arts.

Vervolgonderzoeken uitklapper, klik om te openen

Vervolgonderzoeken zijn bedoeld om meer in detail te weten te komen wat de spraak­, taal­ en communicatieproblemen zijn en wat belemmerende factoren zijn. Hieronder worden de mogelijke onderzoeken kort besproken. Uw kind krijgt vaak één of meerdere van deze vervolgonderzoeken.

Logopedisch onderzoek

De logopedist doet taaltesten met spelmateriaal en boekjes.
Zij onderzoekt hoe uw kind taal begrijpt, hoe groot de woordenschat is en of uw kind goede zinnen kan maken. In een gesprekje luistert zij naar de uitspraak van woorden en hoe uw kind duidelijk kan maken wat hij/zij bedoelt.

Het logopedisch onderzoek duurt 1 tot 2 uur. Bij meertalige kinderen kan een tolk aanwezig zijn. Die kan de logopedist helpen na te gaan of de problemen ook in de moedertaal van uw kind aanwezig zijn.

Orthopedagogisch onderzoek

De orthopedagoog onderzoekt het algemene leervermogen van uw kind. Zij doet dit met een non­verbale intelligentietest. Het is een test met plaatjes, puzzels en andere (spel)opdrachten. Uw kind hoeft daarbij niet te praten.

Een langere intelligentietest bevat wel opdrachten met taal.

Tijdens de afname van de test beoordeelt de orthopedagoog de aandacht en de werkhouding van uw kind. Zij kijkt hoe hij/zij contact maakt en hoe hij/zij communiceert. U kunt meekijken achter de spiegelruit.

Het orthopedagogisch onderzoek duurt 1½ tot 3 uur. De duur is afhankelijk van de leeftijd van het kind. Bij jonge kinderen tot ongeveer 2,5 jaar combineert de orthopedagoog het onderzoek met dat van de logopedist.

Klinisch linguïstisch onderzoek

Dit is een verdiepend taalonderzoek naar het spreken van uw kind. Naast taaltesten ligt het accent op gesprekjes voeren en hoe uw kind verhalen kan vertellen. Het onderzoek duurt ongeveer 1,5 uur.

Onderzoek naar spraak verstaan in rumoer

Sommige kinderen kunnen wel goed horen in een rustige omgeving, maar hebben moeite om spraak te verstaan in een rumoerige omgeving, zoals in de klas. Wij testen of uw kind hier meer moeite mee heeft dan leeftijdsgenootjes.

Adviesgesprek uitklapper, klik om te openen

Na alle onderzoeken is er overleg in het multidisciplinaire team. Hierna volgt er een adviesgesprek met u als ouder(s). In dat gesprek geven wij de onder­ zoeksbevindingen en beantwoorden wij de hulpvragen. Ook geven wij adviezen voor behandeling. Als verder onderzoek nodig is, verwijst de KNO­arts uw kind naar een andere arts of discipline in of buiten het

UMC Utrecht. Dit is bijvoorbeeld een kinderarts, een fysiotherapeut of een kinderpsychiater. Deze verwijzing gebeurt altijd in overleg met u.

Wat zijn de kosten? uitklapper, klik om te openen

De kosten van een traject bij de zorggroep Kind en Communicatie worden vergoed als Audiologische Zorg door de zorgverzekering. Er kan een bedrag voor eigen risico zijn; dit is afhankelijk van uw verzekeringsvoorwaarden.

Hoe meld ik mijn kind aan? uitklapper, klik om te openen

Aanmelden kan met een verwijzing van een arts, bijvoorbeeld uw huisarts of specialist. De (behandelend) logopedist van uw kind verwijst altijd via uw huisarts.

Contact uitklapper, klik om te openen

Bij vragen of meer informatie kunt u contact opnemen met Kind en Communicatie via e­mail, telefoon of per brief. Voor meer informatie over een bezoek aan het WKZ kunt u kijken op de website www.hetwkz.nl.

Zorggroep Kind en Communicatie
Afdeling KNO, UMC Utrecht

Locatie Wilhelmina Kinderziekenhuis
Huispostnummer: KJ. 01.521.0

Lundlaan 6, 3584 EA Utrecht

Email: kindencommunicatie@umcutrecht.nl
Telefoonnummer (bereikbaar op werkdagen): 088 75 549 02

Contact uitklapper, klik om te openen

Om een afspraak te maken op de polikliniek keel-, neus- en oorheelkunde hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.

Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde

088 75 549 02

Wij zijn bereikbaar van maandag tot vrijdag van 8.30 tot 17.00 uur.