Terug

Zorg na sluiten van de kaakspleet

Zorg na sluiten van de kaakspleet

Patiëntfolder

Bij uw kind is de kaakspleet gesloten. In deze folder geven we u informatie over de zorg na de operatie.

Wat houdt de operatie in? uitklapper, klik om te openen

Sluiting van de kaakspleet vindt plaats om een aantal redenen. Er wordt een bottransplantaat aangebracht om te zorgen dat de bovenkaak weer continu wordt en dat de gebitselementen naast de schisis in het aangebrachte bot kunnen doorbreken. Ook wordt de open verbinding tussen neus en mond ter plaatse van de kaak gesloten en geeft deze operatie betere afsteuning aan de neusvleugel aan de schisis zijde.  

Hoe lang duurt de operatie? uitklapper, klik om te openen

De operatie vindt plaats onder narcose en duurt 1½ tot 4 uur afhankelijk van het type kaakspleet en of het een enkelzijdige of dubbelzijdige kaakspleet betreft. De operatie aan de kaak gebeurt volledig via de mond (behalve natuurlijk als er tijdens de operatie ook bot uit de bekkenkam wordt geoogst). Er worden oplosbare hechtingen gebruikt.

Hoe wordt een enkelzijdige kaakspleet geopereerd? uitklapper, klik om te openen

Eerst wordt het tandvlees, dat de kaakspleet bedekt, opzij geklapt. Het kaakbot ligt dan bloot (zie figuur 1). Een verbinding naar de neus wordt gesloten met slijmvlies uit de kaakspleet. Daarna wordt een bottransplantaat of een botvervanger (kunstbot of botsubstituut, zie hieronder) tussen de twee kaakdelen aangebracht. Tenslotte wordt het tandvlees terug geklapt en over het bottransplantaat of de botvervanger heen gehecht. De wond wordt soms afgedekt met een verband dat lijkt op klei (doet dan denken aan een sport-bitje).

Generieke content afbeelding

Hoe wordt een dubbelzijdige kaakspleet geopereerd? uitklapper, klik om te openen

Bij de dubbelzijdige schisis is er sprake van drie kaakdelen (zie figuur 2). Het middelste kleine deel – de “tussenkaak” genoemd – is met een dunne botspaan verbonden aan het neustussenschot. Het staat soms in een verkeerde stand. Dan moet dit kaakdeel worden losgemaakt. Dit wordt een “osteotomie” genoemd: “os” betekent bot en “tomie” wil zeggen doorsnijden/zagen. Daarna wordt de tussenkaak in de juiste positie neergezet.

Generieke content afbeelding

Net zoals bij de enkelvoudige kaakspleet wordt eerst het tandvlees, dat de spleet bedekt, opzij geklapt. Daarna wordt de tussenkaak eventueel losgemaakt. Dan wordt met slijmvlies uit de kaakspleet de verbinding naar de neus afgesloten. Nadat de tussenkaak in de juiste positie is gezet worden beide kaakspleten opgevuld met een bottransplantaat. Tenslotte wordt het tandvlees terug geklapt en over het bottransplantaat heen gehecht. De tussenkaak wordt vaak met een dun (staal)draadje bevestigd aan het neustussenschot. Dit draadje blijft zitten. De snijtanden in de tussenkaak worden ook met een draadspalk tijdelijk vastgemaakt aan de kiezen.

Waar komt het bottransplantaat vandaan? uitklapper, klik om te openen

Afhankelijk van de grootte van de kaakspleet, kan worden gekozen uit verschillende bottransplantaten. Meestal wordt een stukje kinbot of bekkenkambot gebruikt. Het blokje verwijderd bot groeit vanzelf weer aan. Het kinbot wordt geoogst via een snede aan de binnenzijde van de onderlip (zie figuur 3). Na de operatie wordt dan een steunende kinpleister aangebracht. Deze wordt na drie dagen verwijderd. Bij bekkenkambot wordt een kleine snede in de huid gemaakt en een stukje bekkenkam bot met een soort appelboor verwijderd. Het lopen kan daarna de eerste dagen nog pijnlijk zijn.

Generieke content afbeelding

In andere gevallen wordt er gebruik gemaakt van een botvervanger. De botvervanger of “kunstbot” is synthetisch, dat wil zeggen dat het in het laboratorium is gemaakt. Het is ook niet van dierlijke oorsprong. De hoofdbestanddelen zijn calcium en fosfaat. Dit zijn belangrijke bestanddelen van lichaamseigen bot. Na ongeveer een jaar is de botvervanger helemaal omgebouwd tot lichaamseigen bot. De botvervanger wordt vooralsnog alleen voor het sluiten van de enkelzijdige kaakspleet gebruikt.

Wat gebeurt er na de operatie? uitklapper, klik om te openen

Na de operatie zijn de verpleegkundige, de zaalarts, de mondhygiëniste en kaakchirurg als begeleiders bij uw kind betrokken.

Pijn

De meeste kinderen hebben na de operatie weinig pijn. Wel kan een gezwollen lip en kin ongemakkelijk zijn en is er soms wat misselijkheid of keelpijn. Het oogsten van bekkenkambot kan soms wat spierpijn bij de heup veroorzaken. Ook kan er de eerste dagen nog wat bloed uit de mond of neus komen. Er wordt een antibioticum gegeven om infectie van het bottransplantaat te voorkomen. De neus mag de eerste tien dagen niet met druk gesnoten worden.

Naar huis

Meestal kan uw kind één tot drie dagen na de operatie weer naar huis. U krijgt een afspraak voor het volgende polikliniekbezoek mee. Vaak is dit één tot twee weken na de operatie.

Activiteiten/sporten

De meeste kinderen kunnen na een week hun normale activiteiten op school weer hervatten. Rustig sporten zoals zwemmen is verantwoord. Zware inspanning en contactsporten, zoals balsporten of judo worden de eerste weken afgeraden.

Wondverband en gebitsspalk

Bij de eerste controle op de polikliniek wordt, als dit is aangebracht, het wondverband (een soort bitje van klei) uit de bovenkaak verwijderd en laat de kaakchirurg een controle-röntgenscan maken. Het is geen probleem als het wondverband eerder afbrokkelt of uitvalt. De eventueel aangebrachte gebitsspalk die de tussenkaak vasthoudt wordt na ongeveer zes weken verwijderd.

Wat mag mijn kind eten en drinken na de operatie? uitklapper, klik om te openen

Voeding bestaat de eerste dagen uit gemalen zachte voeding die gedronken kan worden of met een lepel gegeten. In de weken na de operatie kunt u langzaam steeds steviger/harder voedsel geven. Geef uw kind de eerste zes weken geen ‘afhap’-voedsel (bijvoorbeeld appels of stokbrood).

Hoe moet ik de mond van mijn kind verzorgen na de operatie? uitklapper, klik om te openen

De verpleegkundige en zo nodig de mondhygiëniste adviseren bij de mondverzorging. Uw kind kan de niet-geopereerde delen direct poetsen met een zachte tandenborstel en krijgt een spoelmiddel voor de mondreiniging. De lippen kunnen het beste vettig worden gehouden met lippencrème of gewone vaseline.

Hoe ontwikkelt de kaak zich verder? uitklapper, klik om te openen

Zo’n 2 tot 3 maanden na de bottransplantatie kan de orthodontist beginnen (of verder gaan) met de beugelbehandeling. De kaakgroei stopt pas aan het einde van de puberteit. Bij meisjes rond de 16 en bij jongens rond 17 jaar. Bij schisis kan van het middelste deel van het gezichtsskelet onvoldoende uitgroeien. In dat geval kunnen nog aanvullende operaties gewenst zijn. Bijvoorbeeld het voorwaarts verplaatsen van de bovenkaak, het corrigeren van neus en/of lip of het aanbrengen van tandwortelimplantaten. 

Contact uitklapper, klik om te openen

Als u een afspraak wilt maken op deze polikliniek, hebt u een verwijzing nodig van uw tandarts, huisarts of specialist.

Polikliniek Mondziekten, kaak- en aangezichtschirurgie

088 75 540 70

Maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30.
Overige contactgegevens

Belangrijk is dat u de röntgenfoto’s digitaal van een tandarts of orthodontist meeneemt. Uiteraard is dit alleen van belang als deze recent (het afgelopen jaar) bij uw tandarts of orthodontist gemaakt zijn.