Voorbereiding

Enkele dagen/ weken voorafgaand aan de ingreep wordt u gezien door een medewerker van de pre operatieve screening (POS- poli). Nadat deze screening heeft plaatsgevonden en de anesthesist goedkeuring heeft gegeven voor de operatie zal de definitieve operatiedatum worden vastgesteld. 

Via het opnamebureau ontvangt u informatie over de operatiedatum. Heeft u vragen rondom de operatieplanning dan kunt u contact opnemen met het opnamebureau, telefoon 088 75 580 20.

Als de afwijking in de borst moeilijk of niet te voelen is, wordt er enkele dagen/ weken vóór de operatie een jodiumzaadje geplaatst (zie brochure “het plaatsen van een jodiumzaadje”).

De ingreep

Onder algehele narcose zal de chirurg de afwijking verwijderen. 

Na de ingreep

Na de operatie wordt u naar de uitslaapkamer gebracht. U mag weer eten en drinken. Begin hier rustig aan, zodat u niet misselijk wordt door de narcose die u heeft gehad.

Het infuus blijft nog even gehandhaafd om vocht en eventueel medicijnen toegediend te krijgen. Direct na de operatie kunt u pijn hebben. U krijgt hier pijnstillende medicijnen voor, mocht dit niet afdoende zijn, laat dit dan weten aan de verpleegkundige. 

Advies aan degene die u ophaalt: wacht met vertrek naar het ziekenhuis tot u bent gebeld door de verpleegkundige. Alleen de 1e contactpersoon wordt gebeld, dit vanwege de privacywetgeving.

Meestal kunt u in de loop van de middag naar huis. Vanwege de narcose mag u na de ingreep nog niet autorijden, ook reizen met het openbaar vervoer is niet aan te raden. Het is dus belangrijk dat u iemand regelt die u thuis kan brengen. Het is raadzaam om de eerste nacht na de ingreep niet alleen thuis te zijn. Tevens is het aan te raden dag en nacht gedurende twee weken een stevige BH zonder beugel te dragen ter ondersteuning van het geopereerde gebied.

Bij ontslag krijgt u een ontslagbrief voor de huisarts mee. Tevens krijgt u een medicatie-overzicht mee zodat duidelijk is welke medicatie u kunt gebruiken. Indien nodig krijgt u recepten mee.

Ongeveer 8-10 dagen na de operatie staat er een poliafspraak voor u gepland.

De wond

Na de ingreep heeft u een wond, deze wordt bedekt met een pleister, deze mag na twee dagen verwijderd worden, maar mag ook blijven zitten tot het eerste polibezoek. U kunt douchen met deze pleister, maar niet laten doorweken.

De wond wordt onderhuids gehecht, de hechtingen lossen vanzelf op.

De eerste weken na de operatie kan de wond wat pijnlijk, verkleurd en gezwollen zijn. Dit is normaal en trekt na een paar weken weg. Het kan zijn dat u een tintelend of doof gevoel langs de wondranden ervaart. Dit komt doordat er tijdens de operatie zenuwen worden beschadigd en is helaas niet te voorkomen. 

Soms treedt na de ingreep een infectie op. De wond is dan niet alleen opgezwollen, maar ook rood, warm en pijnlijk. Hierbij kan ook koorts optreden. Wanneer u vermoedt dat de wond geïnfecteerd is, neem dan contact op met de mamma-poli. Buiten kantoortijden kunt u contact opnemen met de afdeling spoedeisende hulp van het ziekenhuis. 

PA-uitslag

Het weggenomen weefsel wordt nagekeken door de patholoog. Deze onderzoekt het weefsel onder de microscoop. De patholoog let op de volgende kenmerken:

1. Goedaardig of kwaadaardig (wel/geen kankercellen)
2. Indien kwaadaardige cellen zijn gevonden:

• De grootte en de groeisnelheid van de tumor
• De gevoeligheid voor hormonen: oestrogeen (ER) en progesteron (PR)
• Een groeifactor op het celoppervlak: dit heet Her2Neu

Dit alles neemt minimaal 8-10 werkdagen in beslag.

Indien bij u al vóór de operatie sprake was van borstkanker/voorstadium borstkanker heeft u een patiënteninformatiedossier (PID) ontvangen. In dit PID vindt u het boekje ‘Wat voor borstkanker heb ik’. U kunt dit boekje ter voorbereiding op het uitslaggesprek alvast doorlezen.

De poliklinische controle

Acht tot tien dagen na de operatie heeft u een poliklinische controle met uw (verpleegkundig) specialist. Tijdens dit polibezoek kunt u het volgende verwachten:

• De PA uitslag, deze is van tevoren besproken met alle betrokken behandelaars in het Multi Disciplinair Overleg (MDO)
• Er wordt met u besproken of een aanvullende behandeling nodig is. 
• Uw herstel vanaf de operatie wordt besproken.
• Wondcontrole
• Advies tav leefomstandigheden, werk, autorijden, sporten etc.
• Bespreken follow-up schema

Vragen?

Aarzel niet om vragen te stellen aan de (verpleegkundig) specialist of verpleegkundige als u iets niet begrijpt of meer wilt weten. Hebt u na het ontslag nog vragen of problemen, dan kunt u bellen met:

• Afsprakenbureau van de poli Cancer Center Heelkunde, telefoonnummer 088 75 569 01.
• Uw vaste contactpersoon, zie hiervoor uw PID/visitekaartjes vaste contactpersoon.
• ’s Avonds of in het weekend kunt u contact opnemen met uw huisarts of de spoedeisende hulp van het UMC Utrecht telefoonnummer 088 75 666 66.