Terug

Verhoogde kans op een val

Verhoogde kans op een val

Patiëntfolder

Naarmate u ouder wordt, verandert uw lichamelijke conditie. Bewegingen en reacties worden trager. U herkent risico’s minder snel en u reageert er ook trager op. Dit maakt dat u een hoger risico hebt om te vallen of te struikelen. Naast leeftijd, kunnen ook bepaalde aandoeningen en medicijnen een verhoogd risico op een val geven. Bijvoorbeeld in geval van duizeligheid of evenwichtsstoornissen. In deze folder kunt u lezen wat u zelf kunt doen om vallen zoveel mogelijk te voorkomen.

Oorzaken van vallen uitklapper, klik om te openen

Vallen is vooral bij oudere mensen een ernstig probleem. Ongeveer 1 op de 3 oudere mensen die nog thuis woont, valt minstens eenmaal per jaar. Dit kan ernstige gevolgen hebben. Ook als een val niet leidt tot een verwonding van het lichaam, is het voor mensen een ingrijpende gebeurtenis. Vaak ontstaat angst om een tweede keer te vallen. Hierdoor kunt u zich onzeker voelen en minder gaan bewegen. Dit kan er toe leiden dat u minder zelfstandig wordt. Het voorkomen van een val is daarom belangrijk.

Oorzaken van vallen kunnen zijn:

  • Te weinig bewegen
  • Duizeligheid bij opstaan of bukken
  • Medicijnen
  • Slecht zien
  • Incontinentie
  • Slechte schoenen

Adviezen om hiermee om te gaan.

Lichaamsbeweging

Ons lichaam verandert bij het ouder worden. Bewegen is goed voor de gezondheid tot op hoge leeftijd. Door lichamelijk actief te blijven, onderhoudt u uw spierkracht, balans, conditie en coördinatie. Volgens de algemene richtlijnen zou u per week minimaal vijf keer een half uur aan lichaamsbewe­ging moeten doen. Elke vorm van bewegen is goed, maar u moet natuurlijk geen zware of moeilijke oefeningen uitvoeren. Wandelen, fietsen en wat tuinieren zijn ook al goed. Het gemakkelijkste is als u uw lichaamsbeweging laat samenvallen met dagelijkse activiteiten zoals boodschappen doen en op bezoek gaan. Als u niet meer goed ter been bent of zich onzeker voelt bij het lopen, kunt u een loophulpmiddel (bijvoorbeeld een rollator) gebruiken.

Risicovolle activiteiten, zoals op een krukje gaan staan om iets uit de kast te pakken, kunt u beter achterwege laten.

Een te lage bloeddruk bij gaan staan en bukken

Sommige mensen worden duizelig of draaierig wanneer ze snel opstaan uit bed of uit de stoel, of zich bukken. De duizeligheid ontstaat, omdat de bloeddruk zich niet snel genoeg aanpast aan de houdingsverandering.

Hierdoor krijgen de hersenen even wat minder zuurstof. Dit verschijnsel duurt meestal maar even. Men noemt dit orthostatische hypotensie. Dit verhoogt in belangrijke mate het risico op vallen. Wanneer u van deze duizeligheid last hebt, laat dan de huisarts uw bloeddruk controleren. Orthostatische hypoten­ sie kan ook het gevolg zijn van de inname van bepaalde medicijnen. In dat geval moet de huisarts of de specialist de medicatie aanpassen.

De volgende adviezen kunnen helpen:

  • Drink voldoende: 2 liter per dag. Wanneer u een maximale hoeveelheid mag drinken, overleg dit dan met uw huisarts.
  • Gebruik kleine maaltijden, zodat de bloeddruk, door verplaatsing van bloed naar de darmen, niet overmatig daalt.
  • Plaats het hoofdeinde van uw bed een beetje hoger.
  • Probeer niet te veel in bed te liggen. Als u een tijd gelegen hebt, verergeren de klachten.
  • Sta altijd rustig op vanuit liggende of zittende houding. Wacht met weg­ lopen als u licht wordt in het hoofd. Houd u vast aan bed of stoelleuning.
  • Als u duizelig wordt terwijl u staat, ga dan zitten (met de benen hoog) of liggen. Ook is het mogelijk om op uw hurken te gaan zitten. Probeer niet te blijven staan. Als de klachten wegtrekken, kom dan rustig overeind.
  • Sta niet langdurig stil. Bij klachten tijdens het staan, kunt u de benen kruisen en op beide benen stevig gaan staan. Zo kan er minder bloed wegzakken. Neem waar mogelijk een opvouwbaar stoeltje of de rollator mee. U kunt dan gaan zitten als u klachten krijgt. Ga niet naar plaatsen waar u niet kunt gaan zitten.
  • Vermijd plotselinge bewegingen zoals abrupte draaibewegingen.
  • Neem geen hete douches. Douche op een stevige stoel.

Veilig medicijngebruik

De volgende adviezen over medicijnen kunnen bijdragen om vallen te voor­komen:

  • Hoe meer medicijnen u gebruikt, hoe groter de kans op ongewenste effecten, bijvoorbeeld een grotere kans om te vallen. Toch kan het nodig zijn om de medicijnen wel te blijven gebruiken. Vraag eventueel uw arts om een beoordeling en stop nooit zelf met medicijnen.
  • Beperk het gebruik van kalmeer- en slaapmedicatie. Deze kunnen aanzienlijk bijdragen aan de kans op vallen. Overleg met uw arts of er andere mogelijkheden zijn om uw slaapproblemen te bestrijden. Dit geldt ook voor eventuele andere problemen die u gespannen maken. Probeer, als dat mogelijk is, over te schakelen op lichtere middelen die iets langer doorwerken.
  • Sommige medicijnen gaan niet goed samen. Mogelijk gebruikt u combinaties van medicijnen die elkaars werking beïnvloeden. Dat kan gebeuren als u van verschillende artsen medicijnen krijgt, en zelf misschien ook nog medicijnen in de winkel koopt. Vertel daarom altijd aan uw arts welke medicijnen u allemaal gebruikt. Ook als het gaat om (homeopatische) middelen die u zelf koopt. Sommige plantenbereidingen versterken bijvoorbeeld het effect van bepaalde medicijnen.
  • Alle geneesmiddelen moet u correct innemen. Vraag uw arts of apotheker om een duidelijk schema. Houdt u zich precies aan dit schema. Zorg dat u voldoende rechtop zit tijdens het innemen van uw medicijnen en dat u er voldoende bij drinkt. Als u moeite hebt met het innemen van de medicij­ nen, bespreek dit dan met de apotheker.

Vaak is een medicijn ook in een andere “toedieningsvorm” te krijgen die voor u gemakkelijker kan zijn. Daarnaast zijn er allerlei hulpmiddelen bij de apotheek te verkrijgen, bijvoorbeeld een tablettensplijter (als u het doorslikken van grote tabletten lastig vindt) of een weekdoos (als u moeilijk kunt onthouden op welk tijdstip van de dag u welk medicijn moet innemen).

  • Bij uw eigen apotheek kunt u gratis het “geneesmiddelenpaspoort” verkrijgen. Hierin staan alle medicijnen vermeld die u gebruikt. Neem dit geneesmiddelenoverzicht mee bij ieder bezoek aan een medisch specialist.
  • Meld alle (ongewenste) bijverschijnselen van medicijnen aan uw arts. Overleg samen hoe ze te verhelpen. Als u sommige middelen niet graag inneemt, bespreek dit dan met uw arts. U kunt samen naar een oplossing zoeken.
  • Bewaar uw medicijnen op de juiste wijze. Over het algemeen is een koele en droge bewaarplek het beste. Dus beter niet in een vochtige badkamer. Bewaar medicijnen in ieder geval buiten het bereik van kinderen of huisdieren. Als een medicijn op een speciale plek bewaard moet worden, bijvoorbeeld in de koelkast, dan staat dit in de bijsluiter vermeld.
  • Houdt u ook de houdbaarheidsdatum van de medicijnen in de gaten. Breng de medicijnen die u niet meer gebruikt terug naar de apotheek of lever ze in bij de chemokar.

Slecht zien

Mensen die minder goed zien, lopen een groter risico om te vallen. Ze merken minder snel dat er iets in de weg staat. De volgende adviezen kunnen helpen een val te voorkomen:

  • Zet voordat u gaat bewegen altijd uw bril op.
  • Gebruik geen bril die niet van u is.
  • Ga bij klachten van slechtziendheid naar de opticien. Laat minimaal 1x per jaar uw ogen controleren bij de opticien, zodat u zeker weet dat u de juiste bril gebruikt.
  • Zet bij het traplopen uw multifocale bril af.

Incontinentie

Incontinentie is het ongewenst verliezen van urine of ontlasting en kan komen door verminderde spierkracht, een infectie of verstopping. Door de incontinentie moet u zich misschien regelmatig haasten naar het toilet en dat verhoogt de kans op een val.

Door de oorzaak te behandelen, kan soms de incontinentie verminderen. Daarbij is het raadzaam regelmatig naar het toilet te gaan, zodat u zich niet hoeft te haasten.

Blijft het voor u moeilijk om op tijd bij het toilet te komen? Dan is het verstan­dig om incontinentiemateriaal te gebruiken. Informatie over de verschillende soorten incontinentie en incontinentiemateriaal zijn bij iedere apotheek te krijgen. Accepteer echter nooit zomaar dat u urine of ontlasting verliest.

Bespreek met uw huisarts wat er eventueel aan te doen is.

Schoenen

Het is belangrijk om goed zittende schoenen te dragen tijdens het lopen. Goede schoenen geven steun en grip. Het is niet verstandig om op sokken of kousen te lopen op een gladde vloer, zoals parket, omdat u daarmee makkelijker kunt uitglijden en vallen. Gebruik geen sloffen, behalve als die de kenmerken hebben van een goede schoen.

Een goede schoen heeft de volgende eigenschappen:

  • Geen hoge en/of smalle hak.
  • Goede, stevige aansluiting aan de hiel.
  • Een dunne, maar stevige laag tussen voetbed en zool.

Veiligheid in en om huis uitklapper, klik om te openen

Veel valincidenten vinden plaats in de woning. Het is aan te raden uw huis eens goed door te lopen en te bekijken of de verschillende ruimtes voldoende veilig zijn.

Vloeren

  • Werk losliggende snoeren op uw vloer weg.
  • Bevestig tapijt aan de vloer. Opkrullend tapijt is een groot risico voor vallen.
  • Behandel harde vloeren waarop geen tapijt kan worden gelegd met een antisliplaag.
  • Reinig vloeren geregeld en ruim rommel op. Stof, kruimels en rommel zoals tijdschriften, kranten, boeken en handwerk kunnen u doen uitglijden. Laat dus niets op de vloer slingeren.

De trap

  • Zorg voor goede verlichting op de trap.
  • Eén leuning is onmisbaar, beter nog is twee leuningen.
  • Laat ongestoffeerde treden met een antisliplaag bekleden.
  • Zorg dat vloerbedekking goed vast zit op de trap.
  • Laat nooit iets rondslingeren op de trap.
  • Vaak wordt de onderste trede ‘gemist’. Zorg voor goed onderscheid tussen de trap en vloer, of voor verlichting van de onderste trede.

Badkamer

  • Leg antislipmatten in bad of douche.
  • Zorg ervoor dat de instap in bad of douche niet moeilijk is. Een stabiel instapbankje biedt hulp.
  • Zorg voor stevige handgrepen: handig bij in­ en uitstappen en bij het gaan zitten of staan.
  • Gebruik een plastic stoel in de douche als blijven staan moeilijker wordt. Of vraag een officiële douchestoel aan.

Verlichting

  • Zorg in ieder geval voor goede verlichting van de trap en van de gang tussen de slaap­ en badkamer.

Meubilair

  • Zorg ervoor dat bed, stoelen en banken stevig en hoog genoeg zijn om veilig te kunnen opstaan.

Wat als u gevallen bent? uitklapper, klik om te openen

Als u gevallen bent, kan het lastig zijn om weer overeind te komen. Na een val kunt u als volgt overeind komen:

  • Rol om tot u op de buik ligt en druk uzelf omhoog, kruip op handen en knieën naar een stevig meubel dat voldoende steun biedt om overeind te komen. Een klein bijzettafeltje is bijvoorbeeld niet geschikt.
  • Houd het meubel (of de trap) stevig vast en zet één voet plat op de grond. Probeer met steun van beide armen en één been overeind te komen.
  • Soms is een trap ook een uitstekende plaats waar u zich op kunt hijsen tot u in een positie komt van waaruit u opnieuw rechtop kunt gaan staan.
  • Wanneer u pijnlijke knieën hebt, of bijvoorbeeld door de val uw arm, pols of rib hebt gebroken, dan kunt u vaak niet meer op handen en knieën rondkruipen. U kunt dan misschien nog wel op de billen of liggend op één zijde voortschuifelen. Zo kunt u proberen een telefoon of alarmtoestel te bereiken om hulp in te roepen.
  • Als het u niet lukt om overeind te komen, dan is het belangrijk dat u niet afkoelt. Als u op een koude vloer ligt, kunt u snel veel warmte verliezen. Trek alles naar u toe wat binnen handbereik is en wat als isolatie kan dienen, zoals kussens, kleedjes, lakens en handdoeken. Probeer de aandacht te trekken van mensen in uw omgeving door lawaai te maken en hulp te roepen.

Het voorkomen van een val in het ziekenhuis uitklapper, klik om te openen

Als u één van onze poliklinieken bezoekt, is het belangrijk om te weten dat wij u graag willen helpen. Ons ziekenhuis is erg groot. Bij de hoofdingang staan vrijwilligers voor u klaar die u kunnen begeleiden naar de ruimte waar u de afspraak hebt. Ook zijn er rolstoelen beschikbaar.

Hieronder vindt u informatie over hoe u een val kunt voorkomen tijdens uw opname in het ziekenhuis.

Rond uw bed

  • Zorg dat u de bel bij de hand hebt, zodat u zo nodig de verpleegkundige om hulp kunt vragen als u uw bed uit wilt.
  • Zorg dat het bed op de laagste stand staat als u in of uit bed wilt stappen.
  • Klap uw nachtkastje voordat u gaat slapen in. Het nachtkastje is geen goede steun en kan verreden worden. Juist daardoor zou u uit balans kunnen raken.
  • Zorg dat alles wat u nodig hebt, binnen handbereik is en op een vaste plek staat.
  • Ruim rondslingerende spullen op. U kunt dit kwijt in uw kledingkast.
  • Maak gebruik van de nachtverlichting.

Voldoende en veilig bewegen

  • Zorg voor goed passende schoenen met stroeve zolen tijdens het lopen, zodat u niet uitglijdt of struikelt.
  • Probeer te blijven bewegen. Dit kan ook samen met uw bezoek. Overleg daarvoor met de verpleegkundige of dit kan en mag. Loop liever drie maal daags een klein stukje dan één keer per dag een grote afstand.
  • Ga, als u enige tijd op bed hebt gelegen, onder begeleiding van een verpleegkundige uit bed.
  • Maak zo nodig gebruik van een loophulpmiddel, zoals een rollator, looprek of stok. Indien u gebruik maakt van een loophulpmiddel, zorg er dan voor dat deze op de juiste hoogte is afgesteld. Een fysiotherapeut of ergothera­ peut kan u hierbij helpen. Ook met oefenen hoe u het loophulpmiddel op de juiste manier kunt gebruiken.
  • Samen met de fysiotherapeut kunt u werken aan spierkrachtverbetering en het verbeteren van het evenwicht.
  • Mocht u toch op bed verblijven: overleg met verpleegkundige of fysio­ therapeut welke oefeningen u in bed zou kunnen doen om de spierkracht te verbeteren.
  • Voor de rest gelden tijdens uw opname uiteraard dezelfde adviezen als thuis ten aanzien van duizeligheid bij opstaan, medicijnen, slecht zien en toiletgang.

Wat kunt u doen bij herhaaldelijk vallen? uitklapper, klik om te openen

Valpolikliniek

Wanneer u het afgelopen jaar 2 keer of vaker gevallen bent, meldt dit dan aan uw huisarts. De huisarts kan u onderzoeken en u eventueel doorsturen naar onze valpolikliniek. Bij de valpolikliniek onderzoeken we de oorzaak van uw vallen. Wij bespreken de uitslag van het onderzoek met u en de adviezen om vallen te voorkomen.

Aanpassingen in de thuissituatie

U kunt het thuis veiliger maken met een aantal aanpassingen. U kunt bijvoorbeeld denken aan het monteren van een douchestoel, handgrepen in de badkamer, een antislipmat, een draagbaar alarmsysteem of een po­stoel naast uw bed. Wanneer u daar meer over wilt weten, kunt u contact opnemen met uw thuiszorgwinkel of uw huisarts. Ook kunt u terecht bij het WMO loket van de gemeente of een ergotherapeut.

Alarmsystemen

Bent u alleenwonend of veel alleen thuis? Dan is het belangrijk dat u in een noodsituatie iemand kunt waarschuwen. Een alarmsysteem dat u op uw lichaam draagt, bijvoorbeeld om uw hals onder uw kleding, is een uitstekend hulpmiddel.

Door op de knop van het alarmsysteem te drukken, kunt u iemand waarschu­ wen die u kan helpen. Ga na of en hoe in uw woonplaats de alarmcentrale is geregeld en onder welke voorwaarden u zich kunt aansluiten. Ook is het mogelijk om een mobiele telefoon bij u te dragen. Spreek eventueel met enkele leeftijdsgenoten, buren of familie af om dagelijks even contact met elkaar op te nemen. Dit is een efficiënte oplossing die tevens de sociale contacten bevordert.

Vragen uitklapper, klik om te openen

Als u nog vragen hebt, dan kunt u deze stellen aan uw huisarts, verpleegkundige, behandelend arts of fysiotherapeut.

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.

Polikliniek Geriatrie

088 75 583 78

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur.
Overige contactgegevens

Voor een afspraak op de algemene polikliniek hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist. 

Mocht u een afspraak hebben en verhinderd zijn, laat ons dit dan zo spoedig mogelijk weten, zodat wij de vrijgekomen afspraak kunnen gebruiken voor iemand anders.