Terug

Tracheotomie

Tracheotomie

Patiëntfolder

Deze folder informeert u over een tracheotomie. Een tracheotomie is een ingreep waarbij de arts een opening in de luchtpijp maakt. De reden is dat de natuurlijke ademweg verstoord is. Dit kan bijvoorbeeld door zwelling na een operatie of doordat een tumor de luchtweg (gedeeltelijk) afsluit. Ook wanneer iemand langdurig beademing krijgt, wordt een tracheotomie verricht. Een tracheotomie zorgt ervoor dat er een vrije ademweg is.

De tracheotomie uitklapper, klik om te openen

Bij een tracheotomie maakt de arts een snee van drie á vier centimeter onder in de hals tot in de luchtpijp. Deze snee is meestal horizontaal. Via de opening schuift de arts een buisje (= canule) in de luchtpijp. Hierdoor krijgt u een vrije ademweg buiten de neus, keel en strottenhoofd om. De opening in de hals noemen we en tracheostoma of kortweg stoma. De reden voor een tracheotomie bepaalt of u deze tijdelijk of blijvend krijgt.

De canule uitklapper, klik om te openen

Er bestaan veel soorten en maten canules. Ze kunnen van kunststof of van metaal zijn. Uw arts of verpleegkundige bepaalt welke canule voor u het meest geschikt is. De meeste canules bestaan uit twee delen: een binnencanule en een buitencanule. De buitencanule blijft altijd zitten, zodat het stoma open blijft. De binnencanule kunt u verwijderen om schoon te maken. De binnencanule moet u daarna altijd weer in de buitencanule plaatsen, zodat de buitencanule schoon blijft en de ademweg open blijft. Het is thuis daarom niet nodig om de buitencanule te verwijderen en schoon te maken. Dit doet uw arts of verpleegkundige tijdens een polikliniekbezoek. Thuis mag de buitencanule alleen verwijderd worden in overleg met uw arts. U maakt de binnencanule schoon onder stromend water met een canuleragertje of met gaasjes en een pincet. Het is niet nodig om voor het reinigen alcohol te gebruiken of om een canule uit te koken. De canule vervormt hierdoor en past niet meer.

Bevestiging canule

Een canule is bevestigd om de hals met een canulebandje. Als dit bandje vies is, kunt u het verwisselen. Het verwisselen van een bandje moet voorzichtig gebeuren. De canule zit tijdens het verwisselen namelijk niet vast. Door het bewegen van de canule kan een hoestreflex ontstaan. Ondersteun daarom tijdens het verwisselen van het bandje de canule met één hand. Zo kunt u voorkomen dat de canule uit het stoma schiet. Bevestig het bandje niet te los of te strak rond uw hals; er moeten twee vingers tussen het bandje en de hals passen. 

Druppelen

Onder normale omstandigheden zorgt uw neus voor reiniging, bevochtiging en verwarming van de ingeademde lucht. Omdat u nu ademt via het stoma en de canule, is deze functie verminderd. Om uitdroging en korstvorming in de luchtpijp tegen te gaan, bevochtigen we de lucht op een andere manier. 

Dit doen we met druppelen. Hierbij druppelt u met een spuitje één á twee milliliter zogenaamd fysiologisch zout tijdens de inademing in de canule.

Vlak na de operatie druppelt de verpleegkundige heel regelmatig. Na verloop van tijd (enkele weken) hoeft het druppelen minder vaak. Wij raden u aan om in ieder geval altijd ‘s morgens en ’s avonds te druppelen. Wanneer u taai slijm (ook wel sputum genoemd) hebt of wanneer u veel korstjes ophoest, is het goed om vaker te druppelen. Het druppelen geeft een hoestprikkel. Deze hoestprikkel zorgt ervoor dat u het slijm op kunt hoesten. In plaats van een spuitje kunt u een sprayflesje gebruiken. Dit bevochtigt ook, maar geeft een minder heftige hoestprikkel.

Wanneer u hoest, komt het slijm meteen via de canule naar buiten. Wanneer u merkt dat u moet hoesten, houdt u een tissue of zakdoek voor de canule. U vangt het slijm dan direct op en u voorkomt dat het op uw kleding of andere voorwerpen of personen terechtkomt.

In het begin lukt het vaak niet goed om het slijm zelf op te hoesten. De verpleegkundige zuigt het slijm dan weg met een slang. Na enkele dagen gaat het ophoesten steeds beter en is wegzuigen niet meer nodig. Soms blijft het ophoesten moeilijk en is het nodig dat u ook thuis een uitzuigapparaat gebruikt. Wanneer dit voor u geldt, vraagt de verpleegkundige voor u een uitzuigapparaat aan dat u in bruikleen krijgt.

Canule met cuff (indien van toepassing)

Sommige patiënten krijgen een canule met cuff. Dit is een canule waar een ballonnetje (cuff genoemd) aan zit. Deze canule krijgt u bijvoorbeeld wanneer u zich steeds verslikt. Wanneer de cuff met lucht gevuld is, kan er geen vloeistof in de longen lopen. Om te voorkomen dat er een drukplek in de luchtpijp ontstaat, laat u de cuff elke twee á drie uur ongeveer tien minuten leeg. Daarna blaast u de cuff weer op. Het leeg laten lopen en weer opblazen gebeurt met een spuitje. 

Dit spuitje plaatst u op een slangetje dat met de cuff verbonden is. Op het eind van het slangetje zit een klein ballonnetje. Hiermee kunt u controleren óf en hoe hard de cuff opgeblazen is. Uw arts of verpleegkundige spreekt met u af met hoeveel lucht u de cuff moet opblazen. Wanneer het ballonnetje zich niet vult tijdens het inspuiten van lucht of langzaam leegloopt, is de cuff lek. Neemt u dan contact op met de polikliniek om een nieuwe canule te laten inbrengen.

Stomaverzorging

Het stoma moet u twee tot drie keer per dag verzorgen. Verwijder eerst het kompres onder de canule. De huid rond het stoma maakt u schoon met zoete- of arachide olie. U kunt hiervoor een wattenstokje of gaasje gebruiken. Reinig de buitenrand van het stoma van binnen naar buiten. Verwijder het slijm en eventuele korstjes. Gebruik voor het verwijderen van korstjes zo nodig een pincet. Maak met een wattenstokje of gaasje de huid droog. Daarna brengt u met Cavilon® een beschermlaagje aan op de huid. Cavilon brengt u één keer per twee dagen aan, behalve als de huid rond de canule steeds vochtig is. In dat geval brengt u dagelijks Cavilon aan. U voorkomt smetten en druk op de huid door een speciaal kompres (metalline kompres) onder de canule te dragen. Gebruik het kompres met de zilveren zijde tegen de huid.

Spreken

U maakt geen stemgeluid omdat de lucht bij een tracheotomie meteen via de canule naar buiten gaat en niet langs de stembanden komt. Afhankelijk van de reden van de tracheotomie kunt of mag u spreken. U hoort dit van uw arts. Er stoomt weer lucht langs de stembanden wanneer u met een vinger of een speciaal klepje de canule afsluit. U kunt dan weer praten. Wanneer u een canule heeft met een opgeblazen cuff, kunt u niet spreken. Wanneer u niet kunt of mag spreken, kunt u gebruik maken van pen en papier om te communiceren. 

Douchen

Met een tracheotomie kunt u wel onder de douche. U moet wel voorkomen dat er tijdens het douchen water in de canule komt. Er zijn speciale douchepijpjes die op de canule passen, zodat u normaal kunt blijven ademen. Als u in bad gaat, let er dan op dat het stoma altijd boven water blijft.

Problemen die kunnen voorkomen uitklapper, klik om te openen

Wanneer u veel korstjes of proppen ophoest, is dit een teken dat het slijm taai is of indroogt. Wij raden u aan om in dat geval vaker te druppelen (elk uur één á twee milliliter). Het slijm wordt dan weer wat dunner en makkelijker op te hoesten.

Het kan voorkomen dat u een prop of korst ophoest die in de canule blijft steken. U kunt dan benauwd worden. Verwijder in dat geval de binnencanule en maak hem schoon. Doordat de buitencanule blijft zitten, is de ademweg weer open. Het is daarom van groot belang dat u de binnencanule altijd draagt.

Soms kunt u wat bloed ophoesten. Dit kan een aantal oorzaken hebben;

  • Door veel en heel krachtig hoesten kan een kleine beschadiging in de luchtpijp ontstaan. Probeer minder krachtig te hoesten en wat vaker te druppelen.
  • De luchtpijp kan licht ontstoken zijn. Het slijmvlies is dan geïrriteerd en produceert meer, taaier slijm, soms vermengd met bloed. Vaak bestaat in dit geval een kriebelhoest. Regelmatig (elk uur) druppelen, vermindert de klachten. Als de klachten langer dan enkele dagen blijven bestaan, neemt u dan contact op met uw huisarts 
  • De buitencanule is opnieuw ingebracht. Hierdoor kan het slijmvlies beschadigd zijn. Het bloedverlies is meestal snel over.

Geel, groen of vies ruikend slijm is meestal een teken dat er een ontsteking is. Neemt u dan contact op met uw huisarts.

Een enkele keer schiet het canulebandje los waardoor de hele canule uit het stoma valt. Probeert u dan de canule weer terug te plaatsen. De buitencanule brengt u op dezelfde manier in als de binnencanule. Lukt dit niet, neemt u dan contact op met uw huisarts of ga naar de Eerste Hulp afdeling van het ziekenhuis bij u in de buurt. Het is belangrijk dat de canule op korte termijn teruggeplaatst wordt, omdat het stoma anders snel kleiner wordt.

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.

Polikliniek Keel-, neus- en oorheelkunde (KNO)

088 75 588 90

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur