Terug

Traanwegoperaties

Traanwegoperaties

Patiëntfolder

Hier vindt u informatie over twee operaties die gedaan worden om de afvoer van de tranen te herstellen en over het te verwachten resultaat daarvan. Deze informatie dient ter ondersteuning van gesprekken die artsen en verpleegkundigen met u over de operatie hebben.

De traanwegen uitklapper, klik om te openen

In de binnenste ooghoek aan de neuskant bevindt zich in het boven- en onderooglid een buisje. Het begin van dit buisje wordt het ‘traanpuntje’ genoemd. De beide traanbuisjes komen samen in de traanzak. Vanuit de traanzak loopt er een kanaal door de neuswand naar de neusholte (zie figuur 1).

figuur 1

Al deze verbindingen zijn erg klein en nauw. Wanneer er een verstopping is van de traanwegen, kunnen de tranen over de wangen stromen. Soms gebeurt dit alleen buiten in de wind. Ook kan het leiden tot afscheiding en een plakkend oog, omdat de traanzak is afgesloten en viezigheid niet kan worden afgevoerd.

De operatiemogelijkheden uitklapper, klik om te openen

Er zijn twee operaties mogelijk: de DCR en het plaatsen van een buisje van Jones.

Wanneer wordt een Dacryocystorhinostomie (DCR) gedaan?

Een DCR wordt gedaan als de verstopping in de traanzak zelf of in het kanaaltje van de traanzak naar de neus zit. Bij deze operatie wordt er een verbinding gemaakt van de traanzak naar de neusholte.

Wanneer wordt een buisje van Jones geplaatst?

Een buisje van Jones wordt geplaatst wanneer de verstopping in de traanpunt of traanbuisjes zit. Bij deze operatie wordt een glazen buisje (genoemd naar Jones, die dit heeft uitgevonden) vanuit de ooghoek naar de neusholte gevoerd.

Onderzoek uitklapper, klik om te openen

De oogarts onderzoekt eerst wat bij u de oorzaak is van overmatig tranen. Dit kan het gevolg zijn van een verhoogde aanmaak van tranen of (zoals eerder uitgelegd) van gestoorde afvoer van het traanvocht. In het laatste geval is het belangrijk vast te stellen waar de verstopping precies zit. Vaak worden er dan röntgenfoto’s gemaakt. In sommige gevallen wordt de keel-, neus- en oorarts (KNO-arts) in consult geroepen om te kijken of er geen veranderingen in de neus zijn die de verstopping verklaren. 

Voorbereidingen thuis uitklapper, klik om te openen

  • Wanneer u bloedverdunners gebruikt (bijvoorbeeld Sintrom® of Marcoumar®) dient u hier vier dagen voor de operatie mee te stoppen.
  • Wanneer u medicijnen gebruikt die acetylsalicylzuur bevatten (bijvoorbeeld Aspro® of Aspirine®), dient u hier tien dagen voor de operatie mee te stoppen.
  • Overleg hierover wel met uw huisarts of specialist. In overleg met uw oogarts hervat u deze medicijnen na de operatie weer.

De operatie uitklapper, klik om te openen

De operatie vindt plaats onder algehele anesthesie. Dit gebeurt in dagbehandeling of u wordt opgenomen. De arts bespreekt vooraf de keuze met u. Bij de DCR wordt een klein sneetje in de ooghoek gemaakt en daarna een gaatje in het bot van de neuswand. Op deze manier ontstaat er een nieuwe verbinding tussen de traanzak en de neusholte. Soms wordt er een dun siliconendraadje achtergelaten om te voorkomen dat de nieuwe verbinding weer dicht groeit. Bij het plaatsen van het buisje van Jones wordt op dezelfde manier een verbinding gemaakt van de traanzak naar de neus als bij de DCR. In de ooghoek wordt een glazen buisje aangebracht dat uitmondt in het gaatje in het bot van de neuswand.

Na de operatie uitklapper, klik om te openen

  • Na de operatie kan er wat bloed uit uw neus komen. Dit wordt veroorzaakt door het gemaakte gaatje in de neuswand. Het bloeden stopt meestal na een aantal dagen vanzelf. Drink de eerste drie dagen geen alcohol, geen koolzuurhoudende dranken en geen zeer hete dranken. Neem in bed een extra kussen. De eerste weken mag u niet uw neus snuiten. Zo kunt u een grotere bloeding voorkomen.
  • De oogleden kunnen de eerste dagen gezwollen zijn.
  • Lichte pijn in het wondgebied is normaal.

De hechtingen worden na ongeveer 7 dagen poliklinisch of door de huisarts verwijderd. Als bij de DCR een siliconendraadje is ingebracht blijft dit twee tot drie maanden zitten. Zolang het draadje in de neus zit kunt u nog last van tranen hebben, omdat door het draadje de afvoer nog enigszins verstopt is. U kunt met enige moeite het draadje in de ooghoek zien zitten en soms is het in de neus te voelen. Pas als het draadje verwijderd is, kan het resultaat van de ingreep goed beoordeeld worden.

Mogelijke complicaties uitklapper, klik om te openen

Soms kan het siliconendraadje voor het oog schuiven (na DCR). Het buisje van Jones kan van zijn plaats gaan. Wij vragen u in dat geval zo spoedig mogelijk contact op te nemen met de Polikliniek Oogheelkunde (tussen 8.00 - 16.00 uur), telefoonnummer 088 75 567 97 of met de afdeling Spoedeisende Hulp (buiten kantooruren), telefoonnummer 088 75 568 85. Het buisje of het siliconendraadje kan dan zo snel mogelijk worden teruggeschoven.

Dagbehandeling uitklapper, klik om te openen

Ongeveer een week voor de operatie wordt u gebeld door een medewerker van het opname bureau. U hoort dan waar en wanneer u zich kunt melden. Hiervoor dient u soms vroeg op de afdeling aanwezig te zijn. Dit ter zorgvuldige voorbereiding op de operatie.

Ontslag uitklapper, klik om te openen

Als u naar huis gaat krijgt u een afspraak mee voor de eerste controle. De eerste controle vindt plaatst na 2-3 maanden. Dan zal ook het siliconen draadje worden verwijderd. Na ongeveer 1 week kunnen de hechtingen door de huisarts worden verwijderd of op de Polikliniek Oogheelkunde.

Vragen uitklapper, klik om te openen

Als u vragen heeft, stel ze dan gerust aan uw behandelend arts of bel de Polikliniek Oogheelkunde, telefoonnummer 088 75 567 97. Zij zullen uw vragen graag beantwoorden.

Voor vragen omtrent opname en operatie kunt u een bericht achterlaten op het antwoordapparaat van opnamebureau Oogheelkunde. U wordt dan zo spoedig mogelijk teruggebeld. Telefoonnummer 088 75 568 00

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van uw oogarts.

Polikliniek Oogheelkunde

088 75 588 40

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 11.30 uur en tussen 13:00 en 16:00 uur.