Terug

Radiofrequente ablatie bij patienten met een Barret

Radiofrequente ablatie bij patienten met een Barret

Patiëntfolder

Binnenkort hebt u een afspraak voor een radiofrequente ablatie (RFA). RFA wordt toegepast bij patiënten met dysplasie (een abnormale groei van weefsel) of een vroege vorm van kanker in de Barrett-slokdarm.

Bij radiofrequente ablatie (ablatie = loslaten/wegbranden) wordt het meest oppervlakkige laagje van de slokdarmwand kortdurend sterk verhit met radiofrequente energie, waardoor dit laagje afsterft. Hierna treedt genezing van de slokdarm op en groeit het oorspronkelijke slijmvlies (het plaveiselcelepitheel) terug.

Belangrijk uitklapper, klik om te openen

  • Vanaf 6 uur voor de behandeling moet u nuchter zijn. Lees hierover de informatie goed door.
  • Als u bloedverdunners gebruikt, moet u hiermee mogelijk stoppen voor de behandeling. Overleg hierover met uw behandelend arts.
  • Tijdens deze behandeling krijgt u een roesje of sedatie met het medicijn Propofol®. Van uw behandelend arts krijgt u hierover meer informatie.
  • Meestal mogen patiënten na de behandeling naar huis. Het kan zijn dat uw behandelend arts besluit dat u een nacht moet blijven. Neem voor de zekerheid wat spullen mee naar het ziekenhuis.
  • Bent u ziek of verhinderd? Laat het ons zo spoedig mogelijk weten via telefoonnummer 088 75 573 66
  • Neem contact op met uw arts als u: - allergisch bent voor bepaalde geneesmiddelen. - (mogelijk) zwanger bent. - aan een hart- en/of longaandoening lijdt.

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

Nuchter

Voor een RFA behandeling moeten uw slokdarm en maag leeg zijn. Daarom moet u nuchter zijn. Dit betekent dat u vanaf zes uur vóór de behandeling niet meer mag eten en roken. U mag tot één uur voor het onderzoek een klein glaasje water (maximaal 150 ml) per uur drinken. In totaal mag u nog vijf glazen water drinken.

De behandeling kan niet doorgaan als u niet nuchter bent. 

Medicijnen

Als u medicijnen slikt, mag u die tot 3 uur vóór de behandeling innemen met een slokje water. U kunt het innemen van uw medicijnen wellicht ook uitstellen tot na de behandeling. Overleg hierover met uw behandelend arts.

Bloedverdunners

Gebruikt u bloedverdunners? In sommige gevallen moet u tijdelijk stoppen met het gebruik van de bloedverdunners vóór de behandeling. Overleg dit altijd met de arts die de behandeling heeft aangevraagd.

Diabetes mellitus

Hebt u diabetes mellitus en gebruikt u insuline? Pas dan op de dag van de behandeling de ochtenddosis insuline aan in overleg met uw arts.

Bij het gebruik van tabletten mag u de dag vóór de behandeling de normale dosering innemen.

Op de dag van de behandeling

  • Voor de behandeling: geen medicatie.
  • Na de behandeling:
  1. bij 1 maal daags gebruik start u bij de eerstvolgende maaltijd.
  2. Gebruikt u de medicatie 2, 3, of 4 maal daags: bij de volgende maaltijd de gebruikelijke dosering hervatten. 

Sedatie uitklapper, klik om te openen

Wij willen deze behandeling voor u zo aangenaam mogelijk laten verlopen. Daarom krijgt u een pijnstiller en slaapmiddel. Voor het slaapmiddel zijn er twee mogelijkheden:

  • U krijgt een roesje toegediend door een medewerker van de endoscopieafdeling.
  • U krijgt sedatie met het medicijn Propofol® toegediend door een medewerker van de anesthesie. 

Het slaapmiddel krijgt u via een naald in uw arm toegediend. Weet u uit eerdere ervaringen dat het plaatsen van een infuusnaaldje moeilijk is, geef dit dan tijdig aan ons door.

Tijdens de behandeling uitklapper, klik om te openen

  • Uw begeleider kan niet mee de afdeling op of aanwezig zijn bij de behandeling. Uw begeleider kan in de wachtkamer plaatsnemen.
  • De verpleegkundige haalt u op uit de wachtkamer en brengt u naar de voorbereidingsruimte. Hier nemen wij uw gegevens met u door.
  • Wij brengen een infuusnaald bij u in.
  • Een endoscopieverpleegkundige haalt u op en brengt u naar de behandelkamer. 
  • De arts stelt u een aantal vragen, dit noemen wij ook wel een ‘time-out’.
  • De anesthesiemedewerker sluit u aan op de bewakingsapparatuur om uw bloeddruk, hartslag en zuurstofgehalte te meten. 
  • U krijgt van de anesthesiemedewerker de eventuele sedatie toegediend.
  • Tijdens de behandeling krijgt u een beschermende bijtring in de mond.

Het inbrengen van de gastroscoop

Tijdens de behandeling ligt u op uw linkerzijde op de behandeltafel. De verpleegkundige plaatst de bijtring tussen uw tanden om uw gebit en de gastroscoop (een dunne buigzame kijkslang) te beschermen. De arts brengt de gastroscoop door de ring in uw keel en vraagt u te slikken.

Lucht

Bij het inbrengen van de scoop en de verdere behandeling kunt u gewoon in- en uitademen door uw neus of mond. Er is voldoende ruimte in uw keelholte over om normaal te kunnen ademen. Tijdens de behandeling wordt lucht ingeblazen, zodat we de slokdarm, maag en twaalfvingerige darm goed kunnen bekijken. Het kan zijn dat u van de ingeblazen lucht moet boeren.

De behandeling

Na de inspectie wordt het te behandelen gebied in beeld gebracht. De arts behandelt het weefsel. Er zijn doorgaans drie RFA behandelingen nodig, met tussenpozen van drie maanden, voor het beste behandeleffect. De eerste behandeling gebeurt met een RFA Ballon, de volgende behandelingen gebeuren met een kleiner ablatieapparaatje dat op de gastroscoop wordt bevestigd. 

RFA-ballonbehandeling (HALO 360)

Bij de ballonbehandeling wordt eerst een ballon in uw slokdarm gebracht en voorzichtig opgeblazen. Op deze manier kunnen we de doorsnede van de slokdarm meten om zo een RFA-behandelballon van de goede maat (diameter) te kiezen. Vervolgens wordt de juiste behandelballon in uw slokdarm geplaatst en wordt ook de endoscoop ingebracht. Om de behandelballon is een dun metalen draad gewikkeld die warmte afgeeft. De RFA-ballon wordt gedurende ongeveer één seconde ingeschakeld, waardoor de slokdarmwand wordt verhit. Afhankelijk van de lengte van de Barrett-slokdarm wordt de ballon verplaatst en nogmaals verhit. Als de hele Barrett-slokdarm is behandeld, verwijdert de arts de ballon en maakt hij/zij het behandelde gebied schoon. Daarna wordt de procedure herhaald en worden met de endoscoop (digitale) foto’s genomen. De gehele procedure duurt ongeveer 45 minuten.

Daarna wordt de procedure herhaald en worden met de endoscoop (digitale) foto’s genomen. De gehele procedure duurt ongeveer 45 minuten.

Afbeelding 1: RFA-ballonbehandeling

RFA-behandeling met ablatie-apparaatje (HALO 90)

Als na de eerste behandeling met de RFA-ballon de slokdarm is genezen, zijn er meestal nog kleine gebieden Barrett-slijmvlies aanwezig. Dit komt doordat de RFA-ballon niet overal contact heeft gehad met de slokdarmwand. Om deze resterende plekjes te behandelen, is een ablatie-apparaatje op de endoscoop bevestigd. Aan dat apparaatje zit een metalen draadje dat warmte afgeeft. De arts brengt het apparaatje naar de te behandelen gebiedjes en schakelt het apparaatje in, waardoor de slokdarmwand wordt verhit. Als alle gebiedjes zijn behandeld, wordt het behandelde gebied schoongemaakt. De gehele procedure duurt ongeveer 30 minuten.

Afbeelding 2: RFA-behandeling met ablatie-apparaatje

Na de behandeling uitklapper, klik om te openen

Na de behandeling brengt de verpleegkundige u naar de uitslaapkamer. U moet hier nog een uur uitslapen.

Wanneer u het ziekenhuis weer verlaat, krijgt u een ontslagbrief. Hierin staat onder andere wat er tijdens de behandeling is gezien/gedaan en wat u moet doen in geval van complicaties.

Ook krijgt u een recept mee voor medicijnen die u na de behandeling moet nemen. 

Overnachting

Soms beslist de arts dat u een nacht moet blijven, bijvoorbeeld als er tijdens de behandeling een kleine bloeding is ontstaan, of als er sprake is van een minder goede gezondheid of van een hoge leeftijd. Wij raden u aan om voor de zekerheid spullen mee te nemen voor deze eventuele overnachting.

Pijnklachten

De eerste uren na de behandeling kunt u last hebben van een opgeblazen gevoel en pijn in de buik. Dit komt doordat er tijdens de behandeling lucht in het darmstelsel is geblazen. Daarnaast kan er door de ontstane oppervlakkige brandwond een scherpe pijn ontstaan in uw bovenbuik of achter uw borstbeen. Meestal zakt deze pijn een aantal dagen na de behandeling af, maar soms kan de pijn één tot twee weken aanhouden. Bij pijn mag u paracetamol innemen, maar los de medicijnen wel op in water. U mag maximaal acht tabletten van 500 mg per dag innemen. Als de paracetamol niet voldoende helpt, dan kunt u contact opnemen met de endoscopieafdeling.

Medicatie

Om ervoor te zorgen dat de ontstane wond goed geneest, krijgt u medicijnen voorgeschreven. Deze medicijnen zorgen ervoor dat inwerking van het maagzuur op de wond zo min mogelijk is. Het is van groot belang dat u zich nauwkeurig aan deze voorschriften houdt. U krijgt na de behandeling een recept en de instructies mee. 

Dieet

Op de dag van de behandeling moet u een dieet volgen van water, limonade en eventueel wat lauwe thee of bouillon. De dag na de behandeling mag u in principe alles weer eten en drinken. Begin echter met wat zachte etenswaar zoals vla, yoghurt en brood zonder korstjes. Ook raden wij u aan om te gekruid, te zuur en te heet voedsel de eerste twee weken te vermijden.

Controle

Ongeveer twee weken na de behandeling krijgt u een telefonische afspraak. Tijdens dit gesprek wordt besproken hoe het op dat moment met u gaat en hoe het vervolg van de behandeling eruit zal zien.

Vaak zijn enkele behandelingen, met tussenpozen van twee à drie maanden, nodig om al het Barrett-slijmvlies weg te halen.

Wanneer al het Barrett-slijmvlies weg is, worden er kleine stukjes weefsel (biopten) weggenomen op de plek waar het Barrett-slijmvlies zat. De patholoog onderzoekt deze biopten onder de microscoop.

Mogelijke complicaties

  • Bij een RFA ontstaat een soort oppervlakkige brandwond in de slokdarm. De kans op complicaties is zeer klein. Behalve irritatie van de keel en pijn achter
  • het borstbeen, hebben patiënten meestal geen klachten na de behandeling. U kunt tot enkele dagen na de behandeling last houden van een gevoelige keel.
  • Door verslikken kan er maaginhoud in de longen terecht komen. Een enkele keer kan dit een infectie veroorzaken.
  • Ook komen soms ademhalingsproblemen of hartfunctiestoornissen voor door het roesje.

In theorie kunnen er andere complicaties voorkomen, zoals een ernstige ontsteking van de slokdarm met de vorming van zweren en vernauwing van de slokdarm, een gaatje in de slokdarmwand (perforatie) en een beschadiging van keel of stembanden. De kans hierop is gelukkig zeer klein.

Neem direct contact op als u:

  • Thuis na de behandeling bloed braakt of zwarte, teerachtige ontlasting hebt. Er kan sprake zijn van een late bloeding.
  • Aanhoudende heftige pijn in de bovenbuik of achter het borstbeen hebt en/of hoge koorts. Dit kan duiden op een complicatie.
  • Problemen ervaart met het passeren van voedsel in de slokdarm (het voedsel zakt niet).

Op werkdagen tussen 8.00 en 17.00 uur kunt u bellen met de endoscopieafdeling via 088 75 573 66. Buiten deze tijden belt u met de verpleegafdeling MDL via 088 75 562 22

Hebt u vragen? uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen, bel ons dan gerust op telefoonnummer: 088 75 573 66. Wij zijn op werkdagen bereikbaar tussen 8.00 en 17.00 uur.

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u verwijzing nodig van de huisarts of medisch specialist. 

Polikliniek Afdeling Endoscopie

088 75 573 66

De afdeling is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.

Polikliniek Maag-, darm- en leverziekten (MDL)

088 75 562 76

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur