Bij u is een plaveiselcelcarcinoom vastgesteld (ook wel spinaalcelcarcinoom of ‘spino’ genoemd). Dit is een vorm van huidkanker. Bij vroegtijdige behandeling zijn de vooruitzichten gunstig, vaak treedt genezing op. Bij ongeveer tien procent van alle vormen van huidkanker gaat het om een plaveiselcelcarcinoom. Deze komt vooral voor op de aan zonlicht blootgestelde huid, zoals het gezicht of de handruggen, maar kan overal op de huid voorkomen.Soms ontwikkelt een plaveiselcelcarcinoom zich op een plaats waar de huid veelvuldig en langdurig beschadigd is (bijvoorbeeld een hardnekkige zweer opeen open been). Een lichte huid en veel blootstelling aan de zon kunnen de kans op ontwikkeling van een plaveiselcelcarcinoom verhogen.
Verschijnselen uitklapper, klik om te openen
Meestal begint een plaveiselcelcarcinoom als een rose-rood knobbeltje met of zonder schilferkorstje. Als dit korstje eraf gaat blijft een zweertje achter, dit geneest niet spontaan. Een plaveiselcelcarcinoom kan als het niet behandeld wordt uitzaaien. Dit gebeurt meestal via de lymfe naar lymfeklieren.
Behandeling uitklapper, klik om te openen
Behandeling kan bestaan uit chirurgie, radiotherapie, soms cryotherapie of curettage en coagulatie. Gedurende vijf jaar na het stellen van de diagnose wordt u gecontroleerd in de polikliniek. Deze controle bestaat uit onderzoek van de huid.
Hieronder vindt u een overzicht van behandelmogelijkheden:
Cryotherapie
Bij deze behandeling brengt de dermatoloog met een soort spuitbus vloeibare stikstof op het plekje aan. Hierdoor bevriest het plekje en gaan de kankercellen kapot. Meestal wordt de behandeling één tot drie keer achter elkaar uitgevoerd. Er ontstaat een (bloed)blaartje of een wondje. Dit geneest in enkele weken, er is geen speciale behandeling nodig. Soms blijft een witte plek als litteken over. Deze behandeling gebeurt in de polikliniek. Soms wordt het uitgevoerd onder lokale verdoving. De behandeling duurt niet langer dan een normaal polikliniekbezoek.
Curettage en coagulatie
Met een mesje of een scherpe lepel (curette) wordt het grootste deel van de tumor weggehaald. De achtergebleven rest wordt weggebrand met een speciaal ‘coagulatie-apparaat’. U houdt een metalen staaf in de hand om de stroom te geleiden, terwijl de dermatoloog met een klein elektrisch bolletje of lusje het gebied wegbrandt. Dit gebeurt in de polikliniek onder lokale verdoving en neemt niet meer tijd in beslag dan een normaal polikliniek- bezoek.
Chirurgie
Meestal wordt de afwijking in de vorm van een ovaal er in zijn geheel uitgesneden, de achtergebleven wond wordt gehecht. Het is aan te bevelen de wond enkele dagen droog te houden. Meestal is er geen speciale behandeling nodig voor de wond, tenzij uw arts of verpleegkundige u specifieke instructies geeft. Afhankelijk van de plaats moeten de hechtingen één tot twee weken blijven zitten. Daarna kunnen ze door de huisarts of op de polikliniek Dermatologie verwijderd worden. Wanneer u last heeft van pijn kunt u Paracetamol gebruiken. Meer informatie leest u in de folder die u krijgt. De behandeling gebeurt op de polikliniek Dermatologie of tijdens dag- behandeling of korte opname bij de Plastische chirurgie.
Poliklinisch (Dermatologie)
Na lokale verdoving wordt de tumor eruit gesneden. Dit gebeurt meestal in de poliklinische operatiekamer. De behandeling duurt dan ongeveer een half uur en na de behandeling gaat u naar huis. U kunt voor deze ingreep direct een afspraak maken. De patholoog bekijkt het verwijderde weefsel nauwkeurig. De dermatoloog bespreekt de uitslag met u, dit gebeurt meestal telefonisch. Bij grote afwijkingen of bij moeilijk te opereren plaatsen wordt het wegsnijden soms uitgevoerd in dagbehandeling of tijdens korte opname op de afdeling Plastische Chirurgie. U krijgt hiervoor een uitnodiging, op welke termijn is vaak nog niet duidelijk. De patholoog bekijkt het verwijderde weefsel nauwkeurig. De plastisch chirurg bespreekt de uitslag met u. U krijgt hiervoor een controleafspraak mee.
De uitslag en daaropvolgende behandeling laat vaak enkele weken op zich wachten. Het is belangrijk om te weten dat dit geen nadelige gevolgen heeft voor uw ziektebeeld.
Huidkanker algemeen uitklapper, klik om te openen
Huidkanker is de meest voorkomende vorm van kanker in Nederland en komt steeds vaker voor. Naar schatting wordt deze ziekte jaarlijks bij ongeveer 21.000 mensen in ons land vastgesteld. Er zijn verschillende vormen van huidkanker: basaalcelcarcinomen, plaveiselcelcarcinomen, melanomen en enkele zeldzame vormen zoals lymfomen.
Het basaalcelcarcinoom en het plaveiselcelcarcinoom komen veruit het meeste voor (negentig procent). Huidkanker komt bij mannen even vaak voor als bij vrouwen; behalve melanomen, deze komen iets vaker bij vrouwen voor.
Het ontstaan van huidkanker
In veel gevallen ontstaat huidkanker door overmatige blootstelling aan ultraviolette straling. Deze straling komt van nature voor in zonlicht. Bij bruiningsapparaten zoals solaria, zonnebanken en hoogtezonnen, wordt ultraviolette straling op een kunstmatige manier toegepast.
Mensen met een van nature lichte huid zijn minder beschermd tegen ultraviolette straling. Zij hebben de meeste kans op het krijgen van huid- kanker. Dit wil niet zeggen dat mensen met een donkere huid zich niet hoeven te beschermen tegen ultraviolette straling, ook zij kunnen huidkanker krijgen. Door veel en langdurig blootstaan aan ultraviolette straling kunnen de cellen van de opperhuid ernstig beschadigd raken. Daardoor kan na vele jaren huidkanker ontstaan. Meestal is huidkanker niet erfelijk. Het risico van het krijgen van huidkanker wordt wel beïnvloed door bepaalde lichamelijke kenmerken die worden overgeërfd.
Voorstadia van huidkanker
Er zijn huidafwijkingen die nog geen kanker zijn maar dit kunnen worden; dit worden ook wel voorstadia van huidkanker of premaligne aandoeningen genoemd. Deze komen vaker voor bij oudere mensen. Meestal zijn de afwijkingen ontstaan door teveel zonlicht (ultraviolette straling). Het meest voorkomende voorstadium van huidkanker is de actinische keratose (actinisch = door teveel licht, keratose = teveel en veranderde verhoorning). Het ziet eruit als een schilferend korstig plekje wat er niet kan worden afgekrabd. Actinische keratose kan, maar hoeft niet altijd, op den duur veranderen in een plaveiselcelcarcinoom. Dit is dan ook een reden om een actinische keratose te behandelen.
Zeldzame vormen van huidkanker
- huidlymfoom, uitgaande van lymfocyten (bepaalde witte bloedcellen die ook in de huid voorkomen). Het is een Non-Hodgkin lymfoom met eigen specifieke kenmerken;
- merkelcelcarcinoom. Merkelcellen zijn een soort zenuwcellen die in de opperhuid liggen;
- langerhanscelkanker (maligne histiocytosis-X). Langerhanscellen liggen ook in de opperhuid;
- kanker uitgaande van de adnexen (haarwortelzakjes, zweet- en talg- klieren) of van de vaatjes in de huid.
Wat is kanker? uitklapper, klik om te openen
Er zijn meer dan honderd soorten kanker die op verschillende plaatsen in het lichaam kunnen optreden. Elke soort is een andere ziekte. Het gemeenschappelijke is dat al deze ziekten een ongeremde celdeling hebben die niet door het lichaam zelf wordt gecorrigeerd.
Celdeling
Ons lichaam is opgebouwd uit miljarden cellen. De cellen vormen de bouwstenen van ons lichaam. Voortdurend worden nieuwe cellen gevormd. Dit is noodzakelijk om te kunnen groeien, maar ook om beschadigde en verouderde cellen te kunnen vervangen. De cellen ontstaan door middel van celdeling. Bij celdeling ontstaan uit één cel twee nieuwe cellen, die zich op hun beurt ook weer delen, enzovoort.
Geregelde celdeling
Celdeling gebeurt niet zomaar. De deling van cellen wordt goed geregeld en gecontroleerd. De informatie die hiervoor nodig is ligt vast in de genen. Genen zijn eenheden met informatie die wij van onze ouders hebben geërfd. Dit erfelijke materiaal, ook wel aangeduid als DNA, komt voor in bijna elke lichaamscel.
Ontregelde celdeling
Tijdens het leven worden onze lichaamscellen blootgesteld aan allerlei schadelijke invloeden. Doorgaans zullen ‘repareer’genen ervoor zorgen dat de schade wordt hersteld. Een cel kan in de loop der tijd echter onherstelbaar beschadigd raken. Op den duur kan dit leiden tot veranderingen in genen die de deling, groei en ontwikkeling van zo’n cel regelen. De celdeling raakt dan ontregeld. Er ontstaat een overmatige celdeling die tot een gezwel of tumor leidt.
Goed- en kwaadaardig
Er zijn goedaardige en kwaadaardige tumoren. Alleen bij kwaadaardige tumoren is er sprake van kanker.
- Bij goedaardige (benigne) tumoren krijgt het lichaam de celdeling weer onder controle en verspreiden de cellen zich niet door het lichaam Een wrat is een voorbeeld van een goedaardige tumor. Wèl kan zo’n tumor tegen omliggende lichaamsdelen drukken. Dit kan zo hinderlijk zijn, dat de tumor verwijderd moet worden.
- Bij kwaadaardige (maligne) tumoren zijn de regelmechanismen dermate beschadigd, dat het lichaam de celdeling niet meer onder controle krijgt. Een kwaadaardig gezwel drukt niet alleen de omliggende organen opzij, maar kan ook daarin binnengroeien en uitzaaien. Kanker kan ook ontstaan in bepaalde bloedcellen die in het beenmerg worden aangemaakt, of in het lymfestelsel. Een voorbeeld van kanker van bloedcellen is leukemie; een voorbeeld van kanker van het lymfestelsel is de ziekte van Hodgkin. Bij deze ziekten verstoren kankercellen de werking van het bloed en/of de lymfe.
Uitzaaiingen
Bij een kwaadaardige tumor kunnen cellen losraken. De tumorcellen worden via het bloed of de lymfe door het lichaam verspreid. Op deze wijze kunnen kankercellen in andere organen terechtkomen en ook daar uitgroeien tot tumoren. Dit zijn uitzaaiingen (metastasen), dat wil zeggen uitbreidingen van de oorspronkelijke kankercellen op één of meer andere plaatsen in het lichaam. Een voorbeeld: als bij een patiënt met dikke darmkanker (later) ook een tumor in de lever wordt vastgesteld, gaat het niet om leverkanker maar om darmkankercellen in de lever.
Het lymfestelsel uitklapper, klik om te openen
Het lymfestelsel bestaat uit lymfevaten en lymfeweefsel. Lymfevaten vormen de kanalen van het lymfestelsel. Deze kanalen worden vanuit het weefsel gevuld met een kleurloze vloeistof, de lymfe. In de lymfe worden afvalstoffen uit het lichaam opgenomen. In de lymfe bevinden zich witte bloedcellen. Via steeds grotere kanalen komt dit weefselvocht uiteindelijk in de bloedbaan terecht. De lymfe passeert ten minste één lymfeklier voordat ze in het bloed komt.
Lymfeweefsel
Lymfeklieren zijn kleine boonvormige orgaantjes en zijn de zuiveringsstations van het lymfestelsel. Ziekteverwekkers, met name bacteriën en virussen, worden er onschadelijk gemaakt. Verder worden daar afvalstoffen uit de lymfe gefilterd. De lymfeklieren bevinden zich op ver- schillende plaatsen in ons lichaam zoals in de hals, in de oksels, langs de luchtpijp, bij de longen, bij de darmen en achter de buikholte, in de bekkenstreek en in de liezen. Lymfeweefsel bevindt zich – behalve in de lymfeklieren – ook in andere organen, onder andere in de keelholte, de luchtwegen, de milt, de wand van de darm en het beenmerg. In het lymfeweefsel bevinden zich bepaalde witte bloedcellen, de lymfocyten. Lymfocyten worden in het beenmerg, in de lymfeklieren en in de milt aangemaakt. Deze lymfocyten circuleren in de lymfe en in het bloed. Zij spelen een belangrijke rol bij de bestrijding van ziekteverwekkers en de productie van afweerstoffen.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek dermatologie, hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.
Polikliniek Dermatologie
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur