Binnenkort kom je naar de Kinder-IC in het WKZ. De Kinder-IC is een Intensive Care-afdeling voor kinderen. ‘Intensive care’ is het Engelse woord voor ‘intensieve zorg’. We zeggen ook wel kinder-IC.
Opname op afdeling de Kinder-IC uitklapper, klik om te openen
Op de Kinder-IC kom je als je tussen de 0 en 18 jaar oud bent en intensieve zorg nodig hebt, bijvoorbeeld beademing, permanente bewaking of extra zorg. Permanente bewaking betekent hier dat we de hele tijd goed moeten kijken hoe het met je gaat, met behulp van apparatuur. Dat kan zijn omdat:
- Je een operatie hebt gehad
- Je een ongeluk hebt gehad
- Je door je ziekte extra zorg nodig hebt.
De Kinder-IC is verdeeld in twee gelijke ruimten: Unit 1 en Unit 2. Elke unit heeft een zaal waar 5 patiënten liggen. Rondom elk bed hangen bedgordijnen; zo kun je toch een beetje je eigen ‘kamer’ maken. Er zijn ook 3 één-persoonskamers per unit. De twee units zijn hetzelfde. Waar je komt hangt af van waar een plekje vrij is.
Veel apparatuur
Op de kinder-IC zie je rondom je bed een heleboel apparatuur:
- Een stellage met infuuspompen
- Een monitor. Hierop kunnen de artsen en verpleegkundigen onder andere je hartslag, de hoeveelheid zuurstof in je bloed en je bloeddruk zien.
- Een beademingsapparaat
- Een computer die aan het voeteinde van je bed aan het plafond hangt. Dit is de computer voor de verpleegkundigen en dokters waarop zij het elektronisch patiëntendossier kunnen bekijken.
Als je op de kinder-IC bent opgenomen, word je goed in de gaten gehouden. Er zijn altijd verpleegkundigen in de buurt, die op je letten. De apparatuur rondom je bed helpt de verpleegkundigen en dokters daarbij. Welke apparatuur we bij jou gebruiken hangt af van waarom jij op de kinder-IC bent. In ieder geval krijg je:
- Drie monitor-stickers op je borstkas: dit zijn plakkers met een snoertje eraan. Ze zijn aangesloten op de monitor. Hiermee kunnen we zien hoe snel je hart klopt en in welk ritme.
- Een saturatiemeter op je vinger of je teen: dit is een plakker met een lampje eraan. Deze is ook aangesloten op de monitor. Hiermee kunnen we zien hoeveel zuurstof in je bloed zit.
- Eén of meerdere infusen: via een infuus krijg je medicijnen, vocht of soms bloed toegediend.
Wat kun je nog meer hebben als je op de kinder-IC ligt?
- Een arterie-lijn. Dit is een infuus dat in een slagader ligt om continue je bloeddruk te kunnen meten en om bloed af te nemen. Deze arterielijn gaat er uit voordat je weer naar een gewone afdeling gaat.
- Een bloeddrukband om je arm. Deze pompt af en toe op om je bloeddruk te meten.
- Vaak extra slaapmiddelen en pijnstillers via een infuus. Dit noemen we sedatie. Hierdoor kan het zijn dat je de meeste tijd slaapt. Ook kan het zijn dat je later niet meer zoveel weet van je verblijf van de kinder-IC. Gelukkig kunnen je ouders je dan nog wel veel vertellen.
- Beademing: vaak ben je te moe of te ziek om zelfstandig te kunnen ademen. We helpen je daarbij met een beademingsapparaat. Verderop vertellen we hier meer over.
- Maagsonde: Om je te helpen met eten krijg je meestal een maagsonde via je neus in je maag. Hierdoor komen voeding en medicijnen in je maag. Ook kan de verpleegkundige als het nodig is maagsappen en lucht uit je maag weghalen via de sonde. Dat kan helpen bij misselijkheid. Als je een beademingsbuisje in hebt, krijg je altijd een maagsonde. Je kunt namelijk niet zelf eten met zo’n buisje in je keel. In je ene neusgat zit dan de maagsonde, in het andere neusgat soms het beademingsbuisje.
- Je kunt niet naar het toilet: als je aan zoveel draadjes in je bed ligt, kun je niet zomaar even naar het toilet. Als je sedatie krijgt, ben je ook te slaperig om zelf te plassen. Daarom heb je een urinekatheter; dat is een dun slangetje dat via je plasgaatje in je blaas zit. Je urine (plas) loopt dan door het slangetje uit je blaas in een opvangzak. Jij hoeft er niets voor te doen. Ook om te poepen kun je niet even naar het toilet lopen. Daarvoor gebruiken we een po, een luier of een matje, dat we direct verschonen als het nodig is. De verpleegkundige zorgt daarvoor.
- Polsbandjes: Soms krijg je polsbandjes om je polsen. Hiermee leggen we je armen vast. Dit noemen we fixatie. We voorkomen zo dat je per ongeluk een van de slangetjes en draadjes aan je lijf verwijdert. Bijvoorbeeld je beademingsbuis of je infuus. Door alle medicijnen ben je misschien nog niet helemaal wakker of zelfs een beetje in de war. Je weet dan niet altijd wat je doet. Daarom helpen we je met de polsbandjes. De beademingsbuis en alle andere draadjes en slangetjes zijn namelijk wel heel belangrijk voor jou!
Beademing
Als je op de kinder-IC ligt, ben je vaak te moe of te ziek om zelfstandig te kunnen ademen. We helpen je daarbij met een beademingsapparaat. Je hebt dan een beademingsbuisje door je neus of door je mond in je luchtpijp, tot bij je longen. We gebruiken hiervoor ook wel het Engelse woord “tube”. We plakken de tube op je neus en/of wangen vast met pleisters. Het beademingsapparaat helpt je dan met ademen. We hebben verschillende soorten beademingsapparaten, het ene maakt wat meer geluid dan het andere. Als je weer sterk en wakker genoeg bent, halen we de tube eruit. Het uithalen van de tube doet geen pijn. Het loshalen van de pleisters kan wel even vervelend zijn.
Niet kunnen praten
Als je aan de beademing ligt, kun je geen geluid maken. Dat komt door de tube. Om geluid te kunnen maken en te kunnen praten, gebruik je je stembanden. Die zitten achter in je keel. Je stembanden hebben lucht nodig om geluid te kunnen maken. Het beademingsbuisje zit tussen je stembanden. Er komt daardoor even geen lucht langs je stembanden. Je kunt dus geen geluid maken. Gelukkig slaap je meestal als je zo’n tube hebt. Als je wakker wordt en iets wilt zeggen, helpen we je daar bij. Door vragen te stellen, met gebaren en plaatjes komen we er wel uit! Als het buisje weer uit je keel is, gaat het weer zoals altijd. In het begin ben je misschien wat schor of heb je pijn in je keel. Maar dat gaat gauw weer over.
Als het beademingsbuisje uit je keel is, willen we eerst een dag bekijken of het goed gaat met je ademhaling. Als verder ook alles goed gaat, mag je daarom pas de dag erna weer naar een gewone afdeling.
Optiflow
Als je wel wat hulp nodig hebt met ademen, maar beademing (nog) niet nodig is, kun je “aan de Optiflow gaan”. Dit is een manier van beademen waarbij je geen buisje in je keel krijgt, maar een soort “snorretje” onder je neus. Er steken twee zachte, kleine buisjes een klein stukje in je neusgaten. Hierdoor blaast het apparaat extra zuurstof in je neus en maakt het zo makkelijker voor jou om in te ademen. Bij de Optiflow kun je wel gewoon praten.
Onrust
De kinder-IC is een grote ruimte waar veel mensen zijn. De meeste apparaten kunnen geluid maken, meestal piepjes met verschillende tonen. Daarom kan het best onrustig zijn op de afdeling. Van de vele piepjes hoef je niet te schrikken; de verpleegkundigen kunnen precies aan de verschillende piepjes horen wat ze moeten doen. Bijvoorbeeld nieuwe medicijnen pakken omdat ze op zijn. Heel vaak is het ook “loos alarm”: er zit dan bijvoorbeeld een plakkertje los.
En bij jou?
Hoe het bij jou zal gaan? Dat ligt er aan waarvoor je komt. Als je na een operatie op de Kinder-IC komt, mag je van tevoren altijd even komen kijken. Overleg het even met de pedagogisch medewerker op de afdeling waar je opgenomen bent. Zij zal je ook vertellen wat jij kunt verwachten. Na een operatie kan het zijn dat het beademingsbuisje alweer uit je keel is als je wakker wordt. Je komt dan alleen even “uitslapen”. Kom je plotseling op de Kinder-IC? We vertellen je dan zoveel mogelijk alles wat er gebeurt. Je mag ook altijd alles vragen. Wij geven deze folder ook aan je ouders zodat zij ook goed op de hoogte zijn van wat er allemaal op de Kinder-IC gebeurt.
Voor alle kinderen geldt, dat als het beter met je gaat, alle slangetjes en draadjes één voor één weer weggehaald worden. Dat is meestal niet pijnlijk, het voelt wel een beetje raar. Het loshalen van de pleisters kan wel vervelend aanvoelen.
Je ouders
Je ouders mogen op de Kinder-IC gewoon bij jou zijn. Ze kunnen naast je bed zitten. En als het kan kunnen ze bij je in bed komen liggen of kun je bij ze op schoot. Dat regelt de verpleegkundige met jullie. Je ouders kunnen alleen niet in een bed bij je blijven slapen. Daarvoor is door alle apparatuur geen ruimte op de kinderIC. Maar je hebt de hele nacht je verpleegkundige bij je. Die kan je ouders altijd vragen als er iets is.
Overdrachtsmomenten
Op een paar momenten op de dag gaan de artsen en verpleegkundigen alle informatie over jou en de andere kinderen overdragen aan de mensen die na hen voor jou komen zorgen. Dit is een belangrijk controlemoment. Om de veiligheid en de privacy van jou en de andere kinderen te kunnen waarborgen, vragen we je ouders en ander bezoek om tijdens de overdrachtsmomenten even weg te gaan. Dat is:
- 07:30 en 08:15 uur
- 15:00 en 16:00 uur
- 23:15 en 23:45 uur
Voor ouders
Bij de overdrachtsmomenten verzoeken wij u de zaal te verlaten om de veiligheid en privacy van de andere kinderen en dus ook van uw kind te waarborgen. Op het bordje op de deur kunt u zien of de overdracht voorbij is. Als u telefonisch wilt informeren hoe het met uw kind gaat, verzoeken wij u dat niet tijdens de overdrachtsmomenten te doen.
Wie zorgen voor jou op de Kinder-IC? uitklapper, klik om te openen
Op de Kinder-IC werken veel verschillende mensen:
De kinderarts-intensivist
De kinderarts-intensivist is de arts die zich gespecialiseerd heeft in het behandelen van kinderen die op de kinder-IC liggen. Hij begeleidt de zaalarts en komt ook af en toe bij jou om je te onderzoeken of met je te praten.
De zaalarts/Physician Assistent(PA)
De zaalarts of de PA is er voor de dagelijkse medische zaken op de afdeling. Hij vertelt je hoe je behandeling er uit ziet, welke onderzoeken je krijgt, wat de uitslagen van de onderzoeken zijn. Hij is ook degene die regelmatig bij je komt kijken en je komt onderzoeken. De kinderarts-intensivist begeleidt hem hierbij.
De (cardio)anesthesioloog
De cardio-anesthesioloog is verantwoordelijk voor de narcose bij operaties aan het hart. Bovendien zorgt hij samen met de kinderarts-intensivist en de zaalarts voor jou als je aan je hart geopereerd bent. Als je op de Kinder-IC ligt, zorgt hij ervoor dat je voldoende medicijnen tegen de pijn krijgt en hij zorgt voor de sedatie (de slaapmedicijnen). Ook als je niet aan je hart bent geopereerd.
Je eigen dokter/specialist
Behalve de kinderarts-intensivist en de zaalarts zie je ook jouw eigen specialist op de kinder-IC. Dat is de dokter die zich gespecialiseerd heeft in jouw ziektebeeld. Denk bijvoorbeeld aan een neuroloog, een cardioloog of een chirurg. Hij overlegt met de intensivist wat voor jou de beste behandeling is. Als het nodig is, worden ook andere specialisten gevraagd om mee te denken.
Verpleegkundigen
De kinder-IC-verpleegkundigen zijn verantwoordelijk voor jouw directe verzorging. Zij houden jou zo goed mogelijk in de gaten. Dat doen ze door alle apparatuur rondom je bed in de gaten te houden, te zorgen voor alle medicijnen, je voeding en je lichamelijke verzorging. Wij proberen er voor te zorgen dat zoveel mogelijk dezelfde verpleegkundigen jou verzorgen. Een verpleegkundige zorgt voor 1 of 2 kinderen, afhankelijk van hoeveel zorg je nodig hebt. Elke 8 uur wisselen de verpleegkundigen en komt er iemand anders voor je zorgen. Als jouw verpleegkundige niet naast je bed staat, is zij wel altijd in de buurt. Zij zit dan bijvoorbeeld in de verpleegpost. Vanachter een groot raam kan zij je goed in de gaten blijven houden. Ook kan zij daar jouw monitor bekijken. De verpleegkundigen kunnen al je vragen beantwoorden. Ze vertellen je ook steeds wat er gaat gebeuren.
Voor ouders
Wie de hoofdbehandelaar is van uw kind op de Kinder-IC en welke verpleegkundige voor uw kind zorgt, kunt u lezen op het planbord op de gang en op het bordje bij het bed van uw kind. Als uw kind langer dan een week is opgenomen, coördineert de eerstverantwoordelijke verpleegkundige (EVV) de zorg. Zij bespreekt de zorg voor uw kind regelmatig met u. Bij de EVV kunt u terecht met al uw vragen. Wij streven naar een goede samenwerking met u als ouders in de zorg rond uw kind. Stel eventuele problemen tijdig aan de orde, zodat we gezamenlijk naar een goede oplossing kunnen zoeken.
De pedagogisch medewerker
De pedagogisch medewerker zorgt er samen met je ouders voor dat jij je zo prettig mogelijk voelt. Zij bekijkt wat jij en je ouders nodig hebben tijdens de opname en wat mogelijk is. Je kunt hierbij denken aan:
- Mogelijkheden voor spel, ontspanning en afleiding; hoe doe je dat als je aan alle draadjes in je bed ligt.
- Voorbereiding op en begeleiding bij operatie, onderzoek en behandeling.
- Met jou praten over hoe het met je gaat.
- Met je ouders praten over hoe ze jou kunnen begeleiden. Het is immers heel anders dan thuis.
- De pedagogisch medewerker kan met jullie een (vaste) tijd afspreken waarop ze bij je komt. Om een activiteit te doen, voor te lezen, of gewoon bij je te zijn als je ouders er even niet kunnen zijn.
- Communicatiemogelijkheden: hoe kun je toch duidelijk maken wat je bedoelt als je niet kunt praten
Voor ouders
De pedagogisch medewerker is er o.a. voor om:
- samen met u te kijken naar hoe uw kind gewoon kind kan zijn in deze omgeving
- samen met u te kijken naar hoe u uw ouderrol kunt vervullen, ondanks de beperkingen van de kinder-IC
- de voortgang van de ontwikkeling en opvoeding van uw kind te bewaken
- te adviseren over broertjes en zusjes
Als dat nodig is, komen er ook nog andere ziekenhuismedewerkers bij jou. Zij werken met alle kinderen in het WKZ. Dat zijn bijvoorbeeld:
- De fysiotherapeut geeft adviezen over bewegen.
- De ergotherapeut geeft adviezen over hoe je in het dagelijkse leven met je ziekte / beperking de “gewone” dingen weer kunt doen. Bijvoorbeeld hoe je zelfstandig kunt drinken als je je handen even niet kunt gebruiken.
- De diëtist geeft adviezen over voeding.
- De logopedist geeft adviezen over praten, eten en drinken.
- De psycholoog kan met je praten als je het moeilijk hebt.
- De maatschappelijk werker(voor je ouders) kan je ouders adviezen geven over werk en regeldingen.
- De geestelijk verzorgende (voor je ouders en/of voor jou) kan met je ouders praten als ze het moeilijk hebben.
Voor ouders
Maatschappelijk werk
De maatschappelijk werker kan u helpen bij het regelen van praktische zaken in de periode van onderzoek en behandeling van uw kind. Bijvoorbeeld bij het regelen van:
- Extra vrije dagen met uw werkgever, of ziekmelding als uw kind wordt opgenomen op de intensive care. Zo kunt u zoveel mogelijk bij uw kind zijn.
- Tegemoetkoming in de reis- en verblijfskosten
- Hulp in het huishouden als uw kind weer naar huis kan
- U kunt ook andere vragen of zorgen bespreken met de maatschappelijk werker. Bijvoorbeeld over de opvang van uw andere kinderen: hoe reageren zij erop dat hun broertje of zusje ziek is? En wat vinden zij ervan dat zij nu tijdelijk minder aandacht krijgen?
Geestelijk verzorger
De ziekte en behandeling van uw kind kan onzekerheid, verdriet en angst met zich meebrengen. Maar ook (levens) vragen of moeilijke beslissingen. Als u hierbij steun zoekt, of als u gewoon even wilt praten, dan kunt u terecht bij één van de geestelijk verzorgers. De Dienst Geestelijke verzorging bestaat uit een team van katholieke, protestantse, islamitische en humanistische geestelijke verzorgers. Natuurlijk zijn zij er ook voor uw kind zelf, als hij dat wil. Verder kunnen de geestelijk verzorgers informatie geven over bijvoorbeeld kerkdiensten en dopen.
Wilt u een maatschappelijk werker en/of een geestelijk verzorger spreken, geef dit dan door aan de behandelend arts of verpleegkundige. Zij regelen dan een afspraak voor u.
School
Als je in het ziekenhuis ligt, kun je ook school krijgen. Niet van je eigen school, maar van de ziekenhuisschool. Dat noemen we de Educatieve Voorziening. De leerkracht van het ziekenhuis overlegt altijd met jou, je ouders en je eigen school of je les krijgt. De leerkracht bepaalt dan of het kan. Dat hangt er ook van af hoe jij je voelt en wat de mogelijkheden zijn. Het is niet de bedoeling dat het een extra belasting voor je is. Je krijgt les bij je bed. De leerkrachten gebruiken jouw eigen boeken van je thuisschool en materiaal van de Educatieve Voorziening. Voor vragen kun je mailen naar: wkzschool@umcutrecht.nl
Voor ouders
Ook als uw kind nog niet aan les toe is, kan de leerkracht van de Educatieve Voorziening jullie ondersteunen. Denk bijvoorbeeld aan adviezen aan de thuisschool over hoe ze de andere leerlingen kunnen informeren over de situatie.
Handig om te weten uitklapper, klik om te openen
Wat neem je mee naar de Kinder-IC:
- Je favoriete knuffel(s)
- Eigen DVD’s, CD’s, iPad of je MP3-speler
- Je favoriete (voor)leesboek
- Toiletspullen zoals tandenborstel, tandpasta, zeep, bodylotion
- Kleren (bijvoorbeeld een hemd of een pyjama) om over je heen te leggen; door alle infusen en plakkers is het meestal lastig om een pyjama aan te doen.
- Fototoestel: laat je ouders foto’s maken. Als je je later niet meer zo veel kunt herinneren door de medicijnen, is het fijn als je het toch kunt terugzien.
- Een dagboek of een schriftje: hierin kunnen je ouders en de mensen van de afdeling opschrijven wat jij meemaakt. Dan kun je het later nog een keer teruglezen.
- Als je wat langer moet blijven kun je je eigen dekbedovertrek of deken meenemen. Dan lijkt het een beetje op thuis.
Bezoek
Op de Kinder-IC mag je gewoon bezoek ontvangen. Ook je broertjes en zusjes en je vrienden. Maar als je nog te ziek of te moe bent, kunnen ze beter nog even wachten. Dan is het vooral fijn als je vader en moeder bij je zijn.
Voor iedereen die op bezoek wil komen, geldt dat men:
- de waterpokken moet hebben gehad. Dus als je broertje of zusje dat nog niet heeft gehad, kan hij jammer genoeg niet bij jou komen. Gelukkig kun je wel via het internet met elkaar in contact blijven.
- niet verkouden mag zijn.
- geen diarree mag hebben.
- niet in contact mag zijn geweest met kinderziekten in de maand voordat ze op bezoek komen. Overleg bij twijfel altijd even met de verpleegkundige op de afdeling.
- alle handsieraden af moet doen, zoals ringen en horloges.
- voordat men binnenkomt heel goed de handen wast. Daarna moet je bezoeker ook nog zijn handen insmeren met handalcohol. Dit stinkt een beetje, misschien ruik je dat nog als ze bij je komen. Zo voorkomen we infecties.
Familie en vrienden kunnen op bezoek komen van:
- 10.00 tot 12.00 uur
- 14.00 tot 15.00 uur
- 16.00 tot 19.00 uur
Er mogen maximaal drie personen tegelijk bij jou op bezoek zijn, waarvan altijd één je vader of moeder is.
Voor ouders
- Wij adviseren niet te veel bezoek op de intensive care te laten komen. Dit is vaak erg onrustig voor uw kind.
- Op de gang bij de Kinder-IC is een ouderwachtruimte. Deze is bedoeld voor u en een paar familieleden. Als er grote groepen bezoekers komen, kunt u samen naar de hal, het restaurant of de Ronald Mc Donald-huiskamer gaan.
- In de ouderwachtruimte vindt u een koffieautomaat. Hier kunt u koffie, thee en chocomelk pakken.
- De ouderwachtruimte is niet bedoeld om een warme maaltijd te nuttigen of om te slapen.
- In verband met infectiegevaar zijn bloemen, planten en huisdieren op de hele afdeling niet toegestaan.
- Voor uw jas en andere eigendommen vindt u afsluitbare kastjes op de gang. Bij het secretariaat kunt u een sleutel krijgen tegen het betalen van een borg van 10,- euro. Als u de sleutel inlevert, krijgt u deze borg uiteraard weer terug.
- Om te blijven slapen kunt u eventueel gebruik maken van het Ronald Mc Donaldhuis, of als het nodig is, de ouderslaapkamer van de Kinder-IC.
- Het gebruik van mobiele telefoons is op de Kinder-IC niet toegestaan.
- Als u langdurig bij het WKZ parkeert, kunt u een weekkaart van € 30,- kopen.
- Privacy: De Kinder-IC doet mee aan een landelijke gegevensverzameling van alle kinder IC’s in Nederland. De persoonsgegevens worden door de behandelend arts voorzien van een code. Vervolgens worden de gegevens anomiem verstrekt en gebruikt voor de bedrijfsvoering en voor wetenschappelijk onderzoek. Als u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit kenbaar maken bij de behandelend arts. De gegevens van uw kind worden dan niet ten behoeve van de registratie verstrekt. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van de stichting PICE: www.pice.nl.
- Op de website van het UMC kunt u meer informatie lezen over een verblijf van uw kind op de Kinder-IC: www.umcutrecht.nl/zorg/ouderskind/opname/P/pelikaan/
Wat kan je doen als je op de Kinder-IC ligt?
Als je op de Kinder-IC bent opgenomen, proberen we er met zijn allen voor te zorgen dat het zo prettig mogelijk is. Natuurlijk zijn er een aantal dingen die moeten, zoals het wassen, de medicijnen toedienen, de behandelingen en onderzoeken die jij nodig hebt. Maar er is ook tijd voor prettige dingen. Denk aan (voor)lezen, muziek luisteren, TV/DVD kijken, internetten, gamen (er zijn spelcomputers), spelletjes doen, knutselen of gewoon lekker niets doen of slapen. Net waar jij zin in hebt en waar je aan toe bent. Van 12.00 tot 14.00 uur rusten alle kinderen op de Kinder-IC. Er zijn dan in principe geen onderzoeken of bezoeken van artsen, en de gordijnen worden gesloten.
Na een opname op de Kinder-IC uitklapper, klik om te openen
Als het beter met je gaat, mag je de kinder-IC weer verlaten. Afhankelijk van waarvoor je bent opgenomen, ga je:
- Naar een verpleegafdeling in het WKZ. Daar blijf je totdat je genoeg bent opgeknapt om naar huis te gaan.
- Naar een verpleegafdeling in een ziekenhuis in de buurt van je woonplaats.
- Naar een revalidatiecentrum. Dat is een plek waar je extra hulp kunt krijgen om op te knappen, bijvoorbeeld van fysiotherapeuten.
- Naar huis. Dat kan meestal alleen als je al voor de opname speciale zorg nodig had. Je ouders weten dan al precies hoe ze dat moeten doen.
Na een opname op de kinder-IC, kan het op een andere afdeling best wel even wennen zijn. Op de Kinder-IC zijn er immers de hele tijd mensen om je heen die op je letten, terwijl je op een verpleegafdeling ook wel eens alleen bent. Bespreek hoe je je voelt met je ouders en de mensen op de afdeling, dan kunnen ze er rekening mee houden. De tijd op de gewone afdeling kun je zien als een overgang naar huis. Stap voor stap oefenen jij en je ouders om de verzorging en andere dagelijkse dingen weer zelf te doen. Je gaat pas naar huis als jij, je ouders en de dokters er vertrouwen in hebben dat het daar allemaal goed zal gaan.
Voor ouders
Een opname op een kinder-IC kan heel ingrijpend zijn voor een kind. Het heeft tijd nodig om dit te verwerken. Meestal gebeurt dit pas als het kind weer thuis is in de eigen vertrouwde omgeving. Het kan dus dat uw kind als het weer thuis is, ander gedrag laat zien dan u gewend bent.
Denk bijvoorbeeld aan:
- slecht (in)slapen
- moeilijk afscheid kunnen nemen
- minder kunnen concentreren
- (weer) bedplassen
Realiseer u dat dit er bij kan horen en meestal na een tijdje weer over gaat. Geef uw kind de ruimte om dingen na te spelen of er over te praten.
Respecteer het echter ook als uw kind dat niet wil en leg er niet te veel de nadruk op. Uw kind heeft tijd, ruimte en ondersteuning nodig om zich weer veilig te gaan voelen. De eigen vertrouwde omgeving, met de eigen vertrouwde regels en regelmaat en natuurlijk uw steun en begrip zorgen daarvoor.
Als u zich na verloop van tijd toch zorgen blijft maken over het gedrag van uw kind, overleg dan met uw (huis)arts of eigen kinderarts wat u het beste kunt doen of waar hulp te vinden is.
Wil je meer weten? uitklapper, klik om te openen
Kijk dan op:
Heb je nog vragen?
- Schrijf ze op, dan kun je ze niet vergeten. Je kunt ze stellen als je in het ziekenhuis bent.
- Voor vragen over de opname op de Kinder-IC kun je bellen met het secretariaat van de Kinder-IC: 088 75 547 22.
- Voor andere vragen of advies kun je bellen met een pedagogisch medewerker via het secretariaat Pedagogische Zorg:
- Telefonisch: kantoordagen van 09.00 - 16.00 uur, 088 75 754 24
- Per mail: pedagogischspreekuur@umcutrecht.nl
- Persoonlijk: kantoordagen van 13.30 -14.30 uur, 4e verdieping, richting sportdakterras, eerste deur links na de klapdeur
- Telefoonnummer Kinder-IC Unit 1: 088 75 547 31
- Telefoonnummer Kinder-IC Unit 2: 088 75 547 45
- Je ouders kunnen deze nummers ook bellen.
Voor ouders: korte samenvatting
Hieronder vindt u een samenvatting van belangrijke informatie over de Kinder-IC.
- Telefoonnummer unit I: 088 75 547 31
- Telefoonnummer unit II: 088 75 547 45
Ouders mogen altijd aanwezig zijn bij hun kind. Bij de overdrachtsmomenten verzoeken wij u echter de zaal te verlaten om de veiligheid en privacy van de andere kinderen, en dus ook van uw kind, te kunnen waarborgen. Als u telefonisch wilt informeren hoe het met uw kind gaat, verzoeken wij u dat niet tijdens de overdrachtsmomenten te doen. De overdrachtsmomenten zijn:
- 07:30 en 08:15 uur
- 15:00 en 16:00 uur
- 23:15 en 23:45 uur
Wie de hoofdbehandelaar is van uw kind op de Kinder-IC en welke verpleegkundige voor uw kind zorgt, kunt u lezen op het planbord op de gang en op het bordje aan het bed van uw kind.
Op de gang bij de Kinder-IC is een ouder-wachtruimte. Deze is bedoeld voor u en een paar familieleden. Als er grote groepen bezoekers komen, kunt u samen naar de hal, het restaurant of de Ronald McDonald huiskamer gaan.
In de ouder-wachtruimte vindt u een koffieautomaat. Hier kunt u koffie, thee en chocomelk pakken.
De ouder-wachtruimte is niet bedoeld om een warme maaltijd te nuttigen of om te slapen.
In verband met infectiegevaar zijn bloemen, planten en huisdieren op de hele afdeling niet toegestaan.
Voor uw jas en andere eigendommen vindt u afsluitbare kastjes op de gang. Bij het secretariaat kunt u tijdens kantooruren een sleutel krijgen tegen het betalen van een borg van 10,- euro. Als u de sleutel inlevert, krijgt u deze borg uiteraard weer terug.
Om te blijven slapen kunt u eventueel gebruik maken van het Ronald Mc Donaldhuis, of als het nodig is, de ouder-slaapkamer van de Kinder-IC. Als alternatief is er een lijst met bed & breakfast- en hotelaccomodaties in de omgeving.
Het gebruik van mobiele telefoons is op de Kinder-IC niet toegestaan.
Als u binnen 28 dagen meer dan € 75,- aan parkeerkosten bij het UMC Utrecht maakt tijdens de ziekenhuisopname van uw kind, kunt u de kosten boven € 75,- vergoed krijgen. Hiervoor dient u alle kwitanties van de parkeerautomaat te bewaren. Vraag aan de verpleegkundige op de afdeling om de uitgebreide toelichting.
Wij adviseren niet te veel bezoek op de intensive care te laten komen. Dit is vaak erg onrustig voor uw kind.
Bezoek (ook ouders):
- Moet de waterpokken hebben gehad. Dus ook broertjes en zusjes die geen waterpokken hebben gehad of van wie dit niet bekend is, mogen de afdeling niet betreden.
- Mag niet verkouden zijn.
- Mag geen diarree hebben.
- Mag niet in contact zijn geweest met kinderziekten in de maand voordat ze op bezoek komen. Overleg bij twijfel altijd even met de verpleegkundige op de afdeling.
- Moet alle handsieraden af doen, zoals ringen en horloges.
- Moet bij het binnenkomen op de unit heel goed de handen wassen en desinfecteren met handalcohol. Zo voorkomen we infecties.
Familie en vrienden kunnen op bezoek komen van:
- 10.00 tot 12.00 uur
- 14.00 tot 15.00 uur
- 16.00 tot 19.00 uur
Er mogen maximaal drie personen tegelijk bij het kind op bezoek zijn. Hiervan moet altijd 1 persoon de ouder van het kind zijn.
Privacy: De Kinder-IC doet mee aan een landelijke gegevensverzameling van alle kinder IC’s in Nederland. De persoonsgegevens worden door de behandelend arts voorzien van een code. Vervolgens worden de gegevens anomiem verstrekt en gebruikt voor de bedrijfsvoering en voor wetenschappelijk onderzoek. Als u hiertegen bezwaar heeft, kunt u dit laten weten aan de behandelend arts. De gegevens van uw kind worden dan niet ten behoeve van de registratie verstrekt. Voor meer informatie kunt u terecht op de website van de stichting PICE: www.pice.nl.
Contact uitklapper, klik om te openen
Verpleegafdeling Intensive care (Pelikaan)
U kunt afdeling pelikaan telefonisch bereiken via de nummers:
088 75 547 22 (Balie)
088 75 547 31 (unit 1)
088 75 547 45 (unit 2)