Operatie van de buikslagader voor aneurysma
Operatie van de buikslagader voor aneurysma
Uw vaatchirurg heeft vastgesteld dat u een verwijding (aneurysma) van de buikslagader (aorta) hebt. Binnenkort wordt deze verwijding via een operatie in het UMC Utrecht opgeheven. Uw vaatchirurg heeft u verteld hoe de gang van zaken rond de operatie is. Voor deze ingreep wordt u ongeveer twee tot vier dagen in het ziekenhuis opgenomen.
Om u voor te bereiden op wat komen gaat, geven wij in deze folder een algemeen beeld van de gebeurtenissen rondom uw vaatoperatie. Diverse factoren kunnen de gang van zaken echter beïnvloeden, waardoor van de beschreven procedures moet worden afgeweken. De medewerkers van ons ziekenhuis lichten u ook steeds mondeling in over wat er gaat gebeuren.
Verwijding van de buikslagader uitklapper, klik om te openen
Een Aneurysma Aorta Abdominalis (AAA) is een verwijding van de buikslagader. Een AAA wordt veroorzaakt door slagaderverkalking (atherosclerose) en door een verandering in de steunweefsels van de vaatwand. Met slagaderverkalking wordt het verouderingsproces van de slagaders bedoeld. De slagaders verliezen hun elasticiteit, de wand wordt stug en verdikt en er ontstaan zwakke plekken in de vaatwand.
Hierdoor kan een aneurysma ontstaan (zie figuur).
Op de plaats van de verwijding (het aneurysma) is de vaatwand uitgerekt en dunner geworden. In deze zwakke plek van de vaatwand kan een scheur ontstaan met als gevolg een levensbedreigende bloeding. Hoe groter het aneurysma, des te groter het risico van een scheur (ruptuur).
Een aneurysma van de aorta abdominalis (AAA) geeft in principe geen klachten. Een enkele keer veroorzaakt het aneurysma van de aorta abdominalis vage rugklachten en pijn in de buik. Dit kan betekenen dat het aneurysma dreigt te scheuren.
Het verouderingsproces van slagaders komt vrijwel bij iedereen al na het twintigste levensjaar op gang. De snelheid van het verouderingsproces hangt af van de veroudering van het lichaam en de aanwezigheid van risicofactoren. Een risicofactor is een factor die de kans groter maakt dat iemand een bepaalde ziekte zal krijgen; of dat (bij iemand die de ziekte al heeft) die ziekte verergert.
De volgende risicofactoren spelen een rol bij het proces van slagaderverkalking:
- Roken.
- Verhoogde bloeddruk (hypertensie).
- Suikerziekte (diabetes mellitus).
- Overgewicht en te weinig bewegen.
- Te hoog cholesterolgehalte.
Ook na de operatie is het van belang om rekening te houden met deze risicofactoren. Bovengenoemde risicofactoren kunnen het proces van slagaderverkalking versnellen. De behandeling van deze risicofactoren vertraagt het proces van slagaderverkalking.
Ga samen met uw behandelaar of huisarts na in hoeverre de aanwezige risicofactoren nog behandeld moeten worden.
Onderzoek uitklapper, klik om te openen
Naar aanleiding van uw klachten besluit de vaatchirurg één of meerdere van de volgende diagnostische onderzoeken te laten verrichten. Het kan gaan om een echo, een CT-scan of een MR-onderzoek. Bij het maken van de afspraak krijgt u aanvullende informatie over het onderzoek mee.
Behandelmogelijkheden uitklapper, klik om te openen
Er bestaan twee methoden om de broekprothese in de aorta te plaatsen. In deze folder wordt de klassieke operatie besproken. Bij de andere operatiemethode wordt tijdens de operatie een broekprothese via de liesslagader in het aneurysma geplaatst, bij u bleek dit niet mogelijk of om een andere reden gekozen voor de klassieke methode. Dit bespreekt de vaatchirurg met u.
Voor informatie over de operatie via de liesslagader verwijzen we u naar de folder ‘Operatie van de buikslagader via de liesslagader’.
Reden voor een operatie
De kans op scheuren van het aneurysma neemt toe met de grootte van het aneurysma. Bij een aneurysma groter dan vijf centimeter wordt een operatie overwogen.
Uw arts bespreekt altijd persoonlijk met u (en uw familie) de risico’s. Alleen dan kunt u een bewuste keuze maken. De beslissing om u te laten opereren hoeft u overigens niet in één dag te nemen. Soms kan het goed zijn nog eens te denken over de behandeling.
De operatie uitklapper, klik om te openen
Nadat de buik is geopend, wordt de aorta (buikslagader) opgezocht. Boven en onder de verwijding wordt de aorta afgeklemd en het aneurysma wordt vervangen door een kunststof bloedvat. Dit is een vaatprothese in de vorm van een buis of broek (zie figuur). Soms zijn er ook verwijdingen of ernstige verkalkingen in de bekkenslagaderen aanwezig. In dat geval wordt de vaatprothese aangesloten op de slagaders in de liezen (broekprothese, zie figuur). Bij deze operatie maakt de chirurg de gehele buik open, van de onderkant van het borstbeen tot het schaambeen. Heel soms kiest de chirurg voor een operatie via de zijkant van de buik.
De operatie voor een aneurysma van de buikslagader is een zware operatie. Houd rekening met een ziekenhuisopname van 10 tot 14 dagen.
Buisprothese
Broekprothese
Mogelijke complicaties uitklapper, klik om te openen
Iedere operatie brengt bepaalde risico’s met zich mee. Om deze te verkleinen, wordt u voorafgaand aan de operatie uitvoerig onderzocht en worden voorzorgsmaatregelen getroffen.
Complicaties die bij elke operatie kunnen voorkomen zijn
- Wondinfecties.
- Trombose (stolling van het bloed).
- Longembolie (een bloedstolsel in de longvaten).
- Bloedingen.
- Beschadiging van organen of zenuwen.
Het is onvermijdelijk dat bij een operatie gevoelszenuwtjes in de huid doorgesneden worden. Dit kan een doof gevoel geven in de buurt van het operatielitteken. Meestal wordt dit gevoel normaal na enkele maanden.
Complicaties die speciaal bij deze vaatoperatie kunnen voorkomen:
- Eén van de belangrijkste complicaties bij deze operatie is het hartinfarct. Het afklemmen van de aorta vormt een zware belasting voor het hart. Daarom beoordeelt de cardioloog op de polikliniek al of uw hart een dergelijke grote operatie kan doorstaan. Dit kan echter nooit met volledige zekerheid worden voorspeld.
- Een andere complicatie die zich in enkele gevallen bij deze operatie voordoet, is nierfunctieverlies. Boven het aneurysma wordt een klem gezet, vaak vlak onder of net boven de nierslagaders. Dit kan tijdens de operatie leiden tot onvoldoende bloedtoevoer naar de nieren, waardoor de functie van de nieren na de operatie soms tijdelijk (dagen tot weken) vervangen moet worden door nierdialyse (spoelen met een kunstnier). In enkele gevallen is blijvende vervanging van de nierfunctie nodig, dit komt echter zelden voor.
- Omdat u aan de bloedvaten wordt geopereerd en tevens bloedverdunnende medicijnen krijgt toegediend, bestaat er een verhoogd risico op bloeding na de operatie. In dat geval is het soms nodig u terug te brengen naar de operatiekamer om de bloeding te stelpen. Behalve een tweede operatie heeft dit geen nadelige gevolgen.
- Verder kan er een afsluiting ontstaan in de vaatprothese of in een beenslagader. Ook dan is een nieuwe operatie soms noodzakelijk.
- Bij mannen komt het voor dat na de operatie de erectie gestoord is. Tevens is het mogelijk dat ondanks een normale erectie de zaadlozing in de blaas plaatsvindt. Dit heeft geen nadelige gevolgen voor de beleving.
Voor uw opname uitklapper, klik om te openen
Wachtlijst
Als de beslissing tot opereren genomen is, wordt u op de opnamelijst geplaatst. Hoe lang u moet wachten voor u geopereerd wordt, is afhankelijk van de mogelijkheden van het ziekenhuis en de medische noodzaak. Daarnaast is de operatie een grote operatie die belastend is voor het hart. Meestal wil de vaatchirurg en de anesthesist (narcotiseur) dat voor de operatie de conditie van uw hart door de cardioloog beoordeeld wordt. Afhankelijk van zijn bevindingen kan er nog verder onderzoek naar uw hart volgen voordat u op de wachtlijst komt.
Informatie over de wachttijd kunt u krijgen via het opnamebureau. Zij zijn van maandag tot en met vrijdag van 10.00 - 15.00 uur te bereiken via telefoonnummer 088 75 580 20.
Hulp thuis
We raden u aan om vast vóór uw opname stil te staan bij de vraag of u na de operatie thuis voldoende opvang hebt. Na uw ontslag kunt weer veel dingen zelf doen, maar bij een aantal werkzaamheden heeft u hulp nodig. Dit betekent dat u de eerste zes weken na de operatie gedeeltelijk aangewezen bent op hulp van anderen. Wie kan er bijvoorbeeld de boodschappen voor u doen? Wie doet het (zware) huishoudelijke werk? U kunt hier het beste al vóór uw opname over nadenken en deze zaken regelen met familie en vrienden . De ervaring heeft geleerd dat het veel moeilijker is om oplossingen voor dergelijke problemen te vinden als u eenmaal in het ziekenhuis ligt. Bovendien geeft het een zekere rust als u weet dat alles straks goed geregeld is.
Hulpverlenende instanties
Als u tijdelijk huishoudelijke hulp nodig denkt te hebben na de operatie, win dan nu vast informatie in bij de instelling van gezinszorg in uw woonplaats. Zij kunnen u alles vertellen over de mogelijkheden en de kosten. Voor mensen van 65 jaar en ouder is het in bepaalde situaties mogelijk om, tegen een geringe vergoeding, te herstellen op de logeerafdeling van een verzorgingshuis. Mocht dat voor u een uitkomst zijn, neem dan vast telefonisch contact op met de leiding van het verzorgingshuis of met uw huisarts.
Poli preoperatieve screening (POS-poli)
Vóór de operatie krijgt u een schriftelijke uitnodiging voor het preoperatieve spreekuur van de anesthesie. Tijdens dit spreekuur ziet u een anesthesieverpleegkundige, arts in opleiding, anesthesiemedewerker, apothekersassistente of een andere mederwerker. Die neemt met u een vragenlijst door. Als u medicijnen gebruikt, willen we graag dat u deze meebrengt naar de poli preoperatieve screening.
Na het gesprek met de verpleegkundige bezoekt u de anesthesioloog. Hier wordt u onderzocht om een goed beeld van uw lichamelijke conditie te krijgen. Zo voorkomen we dat we vlak voor de operatie redenen vinden waarom u niet geopereerd kan worden. Het onderzoek bestaat uit het maken van een hartfilmpje (ECG) en bloed prikken. De anesthesist bepaald ook of u ook nog door een andere specialist onderzocht moet worden om uw conditie verder in kaart te brengen. Het kan bijvoorbeeld zijn dat er voor u een afspraak bij de cardioloog of longarts wordt gemaakt.
Het is van belang dat u nuchter bent voordat u geopereerd wordt. Vaak betekent dit wel dat u enige tijd voor de ingreep nog iets mag drinken. Op de poli preoperatieve screening vertelt de anesthesioloog u precies wanneer u voor het laatst iets mag eten en drinken en wat dat dan mag zijn. Ook krijgt u meer informatie over de anesthesie die u krijgt tijdens de operatie.
Uw afspraak bij de preoperatieve screening duurt ongeveer één uur. U kunt dan ook al uw vragen stellen. Schrijf uw vragen van tevoren op, zodat u ze niet vergeet.
De opname uitklapper, klik om te openen
Oproep
Uitzonderingen daar gelaten, wordt u twee tot drie weken na het vooronderzoek opgeroepen voor opname. Dit gebeurt telefonisch of schriftelijk.
De opnamedag
U wordt meestal één dag voor de operatie in het ziekenhuis verwacht. Op het afgesproken tijdstip meldt u zich bij de afdeling opname.
Nadat u bent ingeschreven, brengt een gastvrouw of -heer u naar de verpleegafdeling.
Vervolgens hebt u een gesprek met een verpleegkundige, die u informatie geeft over de gang van zaken op de verpleegafdeling. Met de verpleegkundige spreekt u af wie de vaatchirurg na de operatie kan bellen met een eerste verslag van de bevindingen. De vaatchirurg ziet u op de operatiekamer voorafgaand aan de ingreep.
Tot aan de operatie wordt meerdere keren naar uw naam en geboortedatum gevraagd. Dit is om vergissingen te voorkomen en de veiligheid te vergroten.
Omdat u in een academisch ziekenhuis wordt behandeld, ziet u onder andere ook arts-assistenten (in opleiding tot chirurg), physician assistant en co-assistenten (in opleiding tot arts) aan uw bed. Het is van belang dat u op de opnamedag zoveel mogelijk op uw kamer blijft, aangezien de genoemde personen u willen bezoeken.
Onderzoeken
Op de dag van opname vinden nog enkele onderzoeken plaats. Er wordt bloed bij u afgenomen voor laboratoriumonderzoek. Soms wordt er nog een aantal andere onderzoeken bij u gedaan. De arts bespreekt dit met u.
Wetenschappelijke studie
Tijdens de opnamedag kan uw medewerking gevraagd worden voor een wetenschappelijke studie. U krijgt uitgebreide schriftelijke en mondelinge informatie zodat u op basis daarvan de keuze kunt maken om wel of niet mee te doen aan een wetenschappelijke studie. U bent volstrekt vrij in uw keuze om wel of niet mee te doen aan een dergelijke studie. De kwaliteit van uw behandeling wordt uiteraard niet beïnvloed als u geen medewerking verleent.
Voorbereidingen op de operatie uitklapper, klik om te openen
De operatiedag
Enige tijd voordat u naar de operatiekamer gaat, wordt u voorbereid op de ingreep. ‘s Ochtends kunt u zich eerst nog douchen of wassen. Van de verpleging krijgt u speciale operatiekleding. Sieraden, prothesen en make-up dienen te worden verwijderd. Waardevolle spullen kunt u beter thuislaten of aan familie meegeven.
De operatie
De verpleegkundige brengt u vóór de operatie naar de voorbereidingsruimte (holding). Hier wordt u ontvangen door een anesthesiemedewerker. Hij of zij zal u aansluiten aan een bloeddrukmeter en stickers bevestigen voor een hartfilmpje. Vervolgens krijgt u een infuus (slangetje in een ader).
Vanuit de holding wordt u naar de operatiekamer gebracht. Hier ontmoet u de vaatchirurg en de operatieassistenten.
Nadat nog eenmaal alles is gecontroleerd, wordt u in slaap gebracht en vindt de operatie plaats.
Na de operatie
Na de operatie wordt u wakker op de operatiekamer of op de Intensive Care afdeling (intensieve zorg afdeling). Alle patiënten worden na deze vaatoperatie tijdelijk op de Intensive Care opgenomen. Het is ook mogelijk dat u langer in slaap gehouden wordt. Dit wordt na de operatie door de anesthesist en intensivist besloten. Zodra uw conditie het toelaat, wordt u vervolgens wakker gemaakt.
Naast een infuus heeft u ook een katheter in uw blaas en een sonde in de maag. Daarnaast heeft u ook een slangetje in de rug. Dit is een ruggenprik (epiduraal catheter). Een ruggenprik zorgt ervoor dat u na de ingreep geen pijn hebt aan het litteken. Zodra u zich weer wat beter voelt, in de meeste gevallen na enkele dagen, worden de ruggenprik, het infuus, de katheter en eventueel de maagsonde verwijderd.
Nadat u ontslagen wordt van de Intensive Care, komt u in principe op uw eigen kamer op de verpleegafdeling terug. U mag dan weer uit bed en gewoon eten en drinken. In het begin ondervindt u hinder of pijn van het gebied rond en onder de lieswonden. U kunt hiervoor pijnstillers krijgen.
De verpleegafdeling
De verpleegkundigen helpen u in het begin met wat u zelf nog niet kunt doen. Langzaam maar zeker zult u steeds minder hulp nodig hebben. De verpleegkundigen zullen u stimuleren om steeds meer zelf te gaan doen, zoals wassen en aankleden. Zo wordt de overgang van het ziekenhuis naar huis zo klein mogelijk. Elke dag komt de zaalarts informeren hoe het met u gaat (in het weekend de dienstdoende arts)
Onderzoeken
Na drie maanden na ontslag uit het ziekenhuis komt u terug op de polikliniek bij uw vaatchirurg. Voorafgaand aan het bezoek krijgt u een echo van de buikslagader (een duplex).
Ontslag en nazorg uitklapper, klik om te openen
Antistolling
De bloedverdunners die u thuis gebruikt kunt u na de operatie gewoon door gebruiken. Tenzij u van de zaalarts te horen krijgt dat dit moet worden veranderd.
Als u zover hersteld bent dat u weer grotendeels voor uzelf kunt zorgen, bepalen de verpleegkundigen en de arts in overleg met u wanneer u weer naar huis gaat. Dat is meestal tien tot veertien dagen na de operatie.
U mag in principe alles weer doen, afhankelijk van hoe u zich voelt. Voordat u het ziekenhuis verlaat, hebt u nog een gesprek met een verpleegkundige. Zij neemt dan de richtlijnen met u door en geeft adviezen voor als u weer thuis bent. Ook willen wij graag van u horen hoe u de opname hebt ervaren.
Bovendien krijgt u de volgende papieren mee naar huis:
- Een afspraak voor controle op de polikliniek.
- Eventueel een afspraak om hechtingen te laten verwijderen bij de huisarts.
- Indien u Sintrom® of Marcoumar® gebruikt: een afspraak voor de trombosedienst.
- Recepten voor medicijnen.
- De medicijnen die u heeft meegenomen toen u werd opgenomen.
Voeding
U hoeft in principe geen speciaal dieet te volgen. Wel is het belangrijk dat u gezond eet. Als u behoefte hebt aan meer informatie over gezonde voeding, kunt u via de verpleegkundige een beroep doen op de diëtist van het ziekenhuis.
Herstel
Houdt u er rekening mee dat de operatie uw lichaam verzwakt heeft. Het kan nog enkele weken tot maanden duren voordat u zich weer de helemaal goed voelt. Uw lichaam geeft aan waar uw grenzen liggen bij activiteiten zoals lopen of fietsen. U kunt deze activiteiten zelf opbouwen. De eerste zes weken moet u opletten met tillen, hoesten en persen.
In overleg met uw (bedrijfs)arts bepaalt u wanneer u uw werk weer kunt hervatten. Het duurt meestal drie tot zes maanden wanneer u zich weer helemaal fit voelt. Na ongeveer zes weken zijn de in- en uitwendige littekens genezen.
Gezonde leefstijl
Het is altijd van belang gezond te leven. Hiermee kunt u het terugkomen van de ziekte op de geopereerde of op een andere plaats zoveel mogelijk voorkomen.
Waar u op moet letten bij een gezonde leefstijl:
- Niet roken.
- Overgewicht voorkomen.
- Gezond en gevarieerd eten.
- Zo ontspannen mogelijk leven.
- Voldoende lichaamsbeweging.
- Niet meer dan twee glazen alcohol per dag drinken.
Contact uitklapper, klik om te openen
Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek Hart- en vaatcentrum, hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Vaatchirurgie
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.30 tot 16.00 uur.