Het is belangrijk dat u hier thuis mee doorgaat. In deze folder staan enkele oefeningen uitgelegd. Door de operatie is het mogelijk dat u uw schouder minder goed kunt bewegen. Armoefeningen kunnen het herstel van die beweeglijkheid bevorderen. U hoeft niet bang te zijn dat door de oefeningen de wond opengaat of de hechtingen loslaten.

Neem ook voldoende rust en forceer uw arm niet. Veel patiënten ervaren dat na ongeveer twee weken de beweeglijkheid van de arm afneemt, in plaats van toeneemt. Dit is normaal.

Het is belangrijk dat u dagelijks de oefeningen blijft doen, eventueel na innemen van pijnmedicatie, om te voorkomen dat het schoudergewricht gaat verstijven. Na ongeveer zes weken kunt u de arm weer goed bewegen. 

Voor alle oefeningen is het volgende belangrijk:

• Probeer dagelijks te oefenen. Beter elke dag kort dan eens in de week heel veel.
• Doe elke oefening twee tot vier x daags. Zorg wel dat u hierbij geen pijn heeft, terwijl u toch optimaal beweegt.
• Een rekgevoel bij de oefeningen is geen probleem, maar voorkom dat dit pijnlijk wordt. Elke rek kunt u acht tot tien tellen vasthouden, rustig blijven doorademen en weer loslaten.
• Na afloop mag u geen napijn hebben. Als dat wel zo is, oefen dan de volgende keer minder intensief.
• Let goed op de uitgangshouding van de oefeningen. Een goede houding van bovenlichaam en schouders is belangrijk. 
• Sta en zit goed rechtop en laat de schouders niet afhangen, maar trek ze eerder iets naar achteren.
• Let op dat u bij de oefeningen uw armen rustig beweegt.

Controle

Tijdens het poliklinisch consult kijken de arts en/of verpleegkundig specialist naar uw armfunctie. Indien nodig verwijzen zij u door naar een oncologisch fysiotherapeut.

Oefening 1

Arm gestrekt optillen tot deze recht omhoog is. Daarna zo ver mogelijk verder bewegen naar achteren. Vervolgens weer terug. 

Oefening 2

Arm van het lichaam af neerleggen en elleboog 90˚ buigen. Bovenarm laten rusten. Onderarm recht naar boven laten wijzen. Daarna zo ver mogelijk verder bewegen naar achteren. Vervolgens weer terug. 

Oefening 3

Ga een stukje (15 centimeter) van de muur staan en ‘krabbel’ met beide handen tegelijkertijd langs de muur naar boven. 

Oefening 4

Uw vingers ineen strengelen (‘bid-greep’) en uw handen achter uw oren tegen het achterhoofd leggen. Houd de ellebogen eerst naar voren en breng ze daarna zo ver mogelijk naar achteren.

Oefening 5

Armen langs het lichaam laten hangen. Vervolgens een aantal keren de schouders optrekken en weer ontspannen laten zakken. 

Oefening 6

Armen langs het lichaam laten hangen. Vervolgens de schouderbladen naar elkaar toe trekken. Daarbij als het ware de borstkas vooruit steken. 

Oefening 7

De hand in elkaar vouwen. Daardoor wordt de arm aan de geopereerde kant ondersteund. Breng de armen zo ver mogelijk gestrekt omhoog. 

Oefening 8

Dit is een oefening om te ontspannen. Sta met de benen in spreidstand en buig uw bovenlichaam voorover. Beweeg uw arm losjes heen en weer.

Bereikbaar maandag t/m vrijdag van 8:00 – 17:00 uur.