Nazorg na sluiten kaak
Wat gebeurt er na de operatie?
Na de operatie zijn de verpleegkundige, de zaalarts, de mondhygiëniste en kaakchirurg als begeleiders bij uw kind betrokken.
Pijn
De meeste kinderen hebben na de operatie weinig pijn. Wel kan een gezwollen lip en kin ongemakkelijk zijn en is er soms wat misselijkheid of keelpijn. Het oogsten van bekkenkambot kan soms wat spierpijn bij de heup veroorzaken. Ook kan er de eerste dagen nog wat bloed uit de mond of neus komen. Er wordt een antibioticum gegeven om infectie van het bottransplantaat te voorkomen. De neus mag de eerste tien dagen niet met druk gesnoten worden.
Naar huis
Meestal kan uw kind één tot drie dagen na de operatie weer naar huis. U krijgt een afspraak voor het volgende polikliniekbezoek mee. Vaak is dit één tot twee weken na de operatie.
Activiteiten/sporten
De meeste kinderen kunnen na een week hun normale activiteiten op school weer hervatten. Rustig sporten zoals zwemmen is verantwoord. Zware inspanning en contactsporten, zoals balsporten of judo worden de eerste weken afgeraden.
Wondverband en gebitsspalk
Bij de eerste controle op de polikliniek wordt, als dit is aangebracht, het wondverband (een soort bitje van klei) uit de bovenkaak verwijderd en laat de kaakchirurg een controle-röntgenscan maken. Het is geen probleem als het wondverband eerder afbrokkelt of uitvalt. De eventueel aangebrachte gebitsspalk die de tussenkaak vasthoudt wordt na ongeveer zes weken verwijderd.
Wat mag mijn kind eten en drinken na de operatie?
Voeding bestaat de eerste dagen uit gemalen zachte voeding die gedronken kan worden of met een lepel gegeten. In de weken na de operatie kunt u langzaam steeds steviger/harder voedsel geven. Geef uw kind de eerste zes weken geen ‘afhap’-voedsel (bijvoorbeeld appels of stokbrood).
Hoe moet ik de mond van mijn kind verzorgen na de operatie?
De verpleegkundige en zo nodig de mondhygiëniste adviseren bij de mondverzorging. Uw kind kan de niet-geopereerde delen direct poetsen met een zachte tandenborstel en krijgt een spoelmiddel voor de mondreiniging. De lippen kunnen het beste vettig worden gehouden met lippencrème of gewone vaseline.
Hoe ontwikkelt de kaak zich verder?
Zo’n 2 tot 3 maanden na de bottransplantatie kan de orthodontist beginnen (of verder gaan) met de beugelbehandeling. De kaakgroei stopt pas aan het einde van de puberteit. Bij meisjes rond de 16 en bij jongens rond 17 jaar. Bij schisis kan van het middelste deel van het gezichtsskelet onvoldoende uitgroeien. In dat geval kunnen nog aanvullende operaties gewenst zijn. Bijvoorbeeld het voorwaarts verplaatsen van de bovenkaak, het corrigeren van neus en/of lip of het aanbrengen van tandwortelimplantaten.