Door de toenemende vergrijzing van de bevolking is inmiddels 25% van de patiënten die in het ziekenhuis worden opgenomen 70 jaar of ouder. Het ziekenhuis vervult een belangrijke rol bij de behandeling van en zorg aan ouderen. Steeds vaker gaat het ook om zorgverlening aan ouderen die een verhoogd risico hebben op complicaties tijdens opname. Deze risico’s willen we zoveel mogelijk voorkomen. In deze folder leest u op welke wijze dit gebeurt.
Kwetsbare ouderen uitklapper, klik om te openen
Wat bedoelen wij met “kwetsbare ouderen”? Kwetsbare ouderen hebben vaak een hogere leeftijd, meerdere aandoeningen en een verhoogd risico op complicaties.
Een ziekenhuisopname is voor kwetsbare oudere patiënten risicovol.
Dit komt doordat ouderen in het ziekenhuis een verhoogde kans op complicaties hebben zoals:
- infectie (ontsteking),
- ondervoeding,
- delirium (acute verwardheid),
- decubitus (doorliggen),
- vallen.
Veel van deze complicaties hebben achteruitgang op psychisch of lichamelijk gebied tot gevolg. Hierdoor kan (deels onherstelbaar)functieverlies ontstaan. Functieverlies betekent dat mensen na een ziekenhuisopname minder goed in staat zijn om zelfstandig activiteiten te ondernemen zoals:
- Activiteiten van het dagelijks leven, zoals zich wassen en aankleden en zich in huis verplaatsen.
- Instrumentele activiteiten van het dagelijks leven, zoals koken, het huishouden doen en boodschappen doen.
Kwetsbare ouderen hebben vaak een hogere leeftijd, meerdere aandoeningen en een verhoogd risico op complicaties.
Dit doen wij door:
- In het opnamegesprek meteen de risico’s in kaart te brengen.
- Op basis hiervan acties te ondernemen die functieverlies voorkomen.
- Gedurende de hele opname goede zorg te leveren die op ouderen afgestemd is.
- Extra aandacht te besteden aan uw thuissituatie en de overdracht.
Wat betekent dit voor u? uitklapper, klik om te openen
Bent u 70 jaar of ouder? Dan stellen wij bij het opnamegesprek extra vragen over uw gezondheid. Met de antwoorden op deze vragen kunnen wij bepalen of u verhoogd risico hebt op:
- Delirium (acute verwardheid).
- Vallen.
- Ondervoeding.
- Lichamelijke beperkingen.
- Decubitus (doorliggen).
Als uit uw antwoorden blijkt dat u inderdaad risico hebt op één of meerdere van deze complicaties, dan brengt de verpleegkundige u hiervan op de hoogte. Ook legt de verpleegkundige uit wat dit voor u betekent. U krijgt dan de folders die u uitgebreide informatie geven over betreffende onderwerpen.
Daarna maakt de verpleegkundige (in overleg met u) een plan om de risico’s op complicaties zo klein mogelijk te maken. Er wordt een behandelplan opgesteld waarin extra aandacht wordt gegeven aan de risicogebieden. Ook kan het zijn dat de verpleegkundige direct al de Extra aandacht te besteden aan uw thuissituatie en de overdracht. De verpleegkundige brengt tevens de arts op de hoogte van de risico’s.
Wat kunt u zelf doen in het ziekenhuis? uitklapper, klik om te openen
Als u naar het ziekenhuis komt voor een opname, neemt u dan een actueel overzicht van uw medicijnen en de contactgegevens van de thuiszorg (indien u thuiszorg had voor opname) mee. De arts kan dit dan meteen meenemen in uw behandelplan. Hebt u een overzicht van eerdere ziektes of ziekenhuisopnames? Neem dit dan ook mee.
Om complicaties na uw ziekenhuisopname te voorkomen, kunt u ook zelf wat doen.
Veel bewegen
Om achteruitgang te voorkomen tijdens een ziekenhuisopname is het belangrijk om veel te bewegen en zo veel mogelijk zelf te blijven doen.
Goede nachtrust
Om overdag voldoende energie te hebben is het belangrijk om ’s nachts een goede nachtrust te hebben. U kunt overdag uit bed komen en in een stoel gaan zitten. Dit voorkomt dat u suffig wordt en gaat slapen overdag. U zult zien dat u dan ook eerder geneigd bent een stukje te lopen over de gang. Zie voor meer informatie de folder “ Blijven bewegen in het ziekenhuis”.
Voorkom dat u valt
Dit kunt u doen door:
- Een veilige omgeving rondom uw bed creëren: geen rondslingerende spullen bij uw bed, alles bij de hand houden wanneer u in bed ligt en uw bed laag zetten wanneer u in of uit bed stapt.
- Zorgen voor goede schoenen en goede loophulpmiddelen zoals een stok of rollator.
- Regelmatig bewegen.
Er zijn meerdere oorzaken van vallen, zoals medicijngebruik, duizeligheid of slecht zien. Meer hierover kunt u lezen in de folder “Voorkom vallen in het ziekenhuis”.
Voorkom acute verwardheid
Dit kunt u doen door:
- Overdag zo veel mogelijk op te zijn en te bewegen. Neem dagelijkse kleding mee, goede schoenen en eventueel uw loophulpmiddel.
- Wat vertrouwde spullen van thuis mee te nemen, zoals uw eigen wekker of foto’s van uw dierbaren.
- Een agenda of kalender mee te nemen van thuis, zodat u belangrijke gebeurtenissen niet vergeet.
Meer over het voorkomen van acute verwardheid kunt u lezen in de folder “Voorkom verwardheid in het ziekenhuis”.
Voorkom ondervoeding
Probeer zo gevarieerd mogelijk te eten. Het is belangrijk dat u per dag drie hoofdmaaltijden en meerdere tussendoortjes neemt. Gebruik vooral veel eiwitrijke producten zoals eieren, vleeswaren, vis en melk. Neem rustig de tijd voor uw maaltijden. U kunt beter vaker kleine porties eten, dan ineens een grote portie. Meer tips en informatie over voeding kunt u lezen in de folder: “Wat kunt u doen bij ondervoeding?”.
Wat kunt u doen als u thuis bent? uitklapper, klik om te openen
Na uw ziekenhuisopname wordt er door de arts een ontslagbrief naar uw huisarts gestuurd. Mogelijk krijgt u zelf ook adviezen mee van de verpleegkundige, fysiotherapeut of diëtist.
Als u tijdens uw ziekenhuisopname last hebt gehad van infecties, ondervoeding, acute verwardheid, vallen of doorliggen, zijn er een aantal adviezen voor thuis:
- Mogelijk krijgt u na uw ontslag uit het ziekenhuis fysiotherapie. U kunt aan uw fysiotherapeut thuis vragen of er bewegingsprogramma’s zijn waaraan u kunt meedoen. Bewegingsprogramma’s zijn gericht op het verbeteren van uw mobiliteit, uithoudingsvermogen, evenwicht en spierkracht.
- Hebt u een normale eetlust en uw gewenste gewicht? Dan kunt weer eten en drinken zoals u gewend was. Soms is het echter nodig dat u na ontslag nog tijdelijk extra bijvoeding gebruikt. De diëtiste begeleidt u daarbij. Kijk voor adviezen voor goede voeding op www.voedingscentrum.nl of overleg met uw diëtist.
- U kunt thuis aanpassingen (laten) maken voor een veilige thuissituatie. Bijvoorbeeld een douchestoel en handgrepen in de badkamer monteren. Ook kunt u denken aan een antislipmat, een draagbaar alarmsysteem of een po-stoel naast uw bed. Voor het regelen van hulpmiddelen, kunt u contact opnemen met een thuiszorgwinkel of uw huisarts. Ook kunt u terecht bij het WMO loket van de gemeente. Indien nodig, kan er een maatschappelijk werker of ergotherapeut ingeschakeld worden. Zij kunnen materialen voor thuis regelen, zoals een traplift of scootmobiel, of psychosociale ondersteuning geven.
- Draagt u een bril of gehoorapparaat, bezoek dan geregeld de opticien of de audicien. Goed horen en zien verkleint de kans op vallen.
Meer informatie uitklapper, klik om te openen
Mee informatie kunt u vinden in de patiëntenfolders:
- Acute verwardheid.
- Voorkom verwardheid in het ziekenhuis.
- Blijven bewegen in het ziekenhuis.
- Voorkom vallen in het ziekenhuis.
- Wat kunt u doen bij ondervoeding?
U kunt deze folders vinden op de verpleegafdeling. Of vraag uw verpleegkundige naar één of meerdere van deze folders.
Meer informatie over het Veiligheidsprogramma kunt u vinden op: www.vmszorg.nl.
Vragen uitklapper, klik om te openen
Als u na het lezen van deze folder nog vragen hebt, dan kunt u deze stellen aan uw verpleegkundige, huisarts, fysiotherapeut of behandelend arts.
Contact uitklapper, klik om te openen
Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Polikliniek Geriatrie
De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur.
Voor een afspraak op de algemene polikliniek hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.
Mocht u een afspraak hebben en verhinderd zijn, laat ons dit dan zo spoedig mogelijk weten, zodat wij de vrijgekomen afspraak kunnen gebruiken voor iemand anders.