Terug

Informatie over anesthesie

Informatie over anesthesie

Patiëntfolder

Binnenkort wordt u opgenomen in het UMC Utrecht om een behandeling onder anesthesie te ondergaan op een operatiekamer of behandelkamer. 

Anesthesie betekent letterlijk gevoelloosheid: het wegnemen van pijn. Er zijn verschillende vormen van anesthesie. Zoals algehele anesthesie (narcose) waarbij u slaapt, of verdoving van een deel van het lichaam. 

De arts die zich op het gebied van de anesthesie gespecialiseerd heeft, is de anesthesioloog. Vroeger werd dit ook anesthesist genoemd of narcotiseur.

Met deze folder willen wij u zo volledig mogelijk informeren over een aantal belangrijke punten over anesthesie. Heeft u na het lezen van deze folder nog vragen, schrijft u deze dan op. Zodat u ze tijdens de opname kunt stellen aan de anesthesioloog of de verpleegkundige van de afdeling.

Op de website van het UMC Utrecht zijn verschillende filmpjes te vinden waarin de inhoud van deze folder wordt besproken. Dit is in verschillende talen ingesproken: Nederlands, Engels, Duits, Arabisch, Turks.

Doel van anesthesie uitklapper, klik om te openen

De toediening van anesthesie (narcose) heeft de volgende effecten op het lichaam:

  • Onderdrukken van pijn;
  • Ontspannen van alle spieren;
  • Verminderen van het bewustzijn;
  • Onderdrukken van reflexen zoals hoesten en plassen, om goed te kunnen opereren.

Taak van een anesthesioloog

Een anesthesioloog doet meer dan u in slaap maken. Tijdens de ingreep worden belangrijke lichaamsfuncties bewaakt en eventueel bijgesteld, zoals de ademhaling, de bloedsomloop, uw temperatuur en de samenstelling van het bloed. Na de ingreep regelt de anesthesioloog onder meer de pijnbestrijding en zorgt hij voor u op de uitslaapkamer (verkoever of recovery) of Intensive Care. Op deze afdeling kan de intensieve bewaking die u tijdens de operatie heeft gehad, nog een tijd worden voortgezet.

Anesthesie is teamwork

De anesthesioloog krijgt bij de uitvoering van zijn taken assistentie van de anesthesiemedewerkers en uitslaapkamer medewerkers. Dit zijn gespecialiseerde verpleegkundigen. Samen met de anesthesioloog bewaken zij u onafgebroken.

Vormen van anesthesie uitklapper, klik om te openen

Er zijn verschillende vormen van anesthesie. Soms wordt een combinatie van onderstaande vormen toegepast:

1. Algehele anesthesie ‘narcose’

Bij deze vorm van anesthesie wordt het hele lichaam verdoofd en bent u in een soort diepe slaap, zodat u van de operatie zelf niets merkt. Ook na die tijd kunt u zich niets van de ingreep herinneren.

2. Regionale anesthesie

Bij regionale anesthesie verdooft de anesthesioloog alleen een gedeelte van uw lichaam, bijvoorbeeld uw arm of been. De plaats van de operatie wordt zo tijdelijk gevoelloos gemaakt. Bij deze vorm van anesthesie blijft u in principe wakker. Het gebied dat behandeld wordt is afgeschermd met doeken, zodat u niets ziet. Als u er tegenop ziet om de behandeling bewust mee te maken, dan kunt u soms een licht slaapmiddel krijgen. U kunt dit ook tijdens de ingreep nog aan de anesthesioloog vragen.


Vormen van regionale anesthesie:

Zenuw blokkade

Bij een ingreep aan de armen of benen wordt bijvoorbeeld een ‘zenuw blokkade’ geplaatst. Met de echo worden de grote zenuwen in de hals, oksel of het been opgezocht. Daarna wordt een verdovingsmiddel rond de betreffende zenuwen ingespoten. De plaats van de ingreep wordt zo tijdelijk gevoelloos gemaakt. Deze blokkade werkt nog vele uren na de ingreep door, zodat u ook nog pijnstilling heeft na de operatie.

Spinale ruggenprik

Bij een spinale ruggenprik (of spinale anesthesie) worden uw onderbuik en benen verdoofd. Met deze vorm van anesthesie wordt het onderste gedeelte van uw lichaam gevoelloos gemaakt. Ook kunt u uw benen dan tijdelijk niet meer bewegen. Afhankelijk van het medicijn en de duur van de ingreep kan het 1,5 tot 5 uur duren voordat de verdoving volledig is uitgewerkt.

Epidurale ruggenprik

Een epidurale ruggenprik (of epidurale anesthesie) is bedoeld als pijnbestrijding na de ingreep. Deze vorm van pijnstilling wordt vaak samen gegeven met algehele anesthesie. In de uitvoering is een epidurale ruggenprik bijna hetzelfde als een spinale ruggenprik. Bij een epidurale ruggenprik worden de medicijnen in uw rug gegeven en wordt er een heel dun slangetje in uw rug achtergelaten. Via dit slangetje kunnen wij u de dagen na de operatie pijnstilling geven. We doen dit bij grote pijnlijke ingrepen in de borstkas en buik. Het verschil met een spinale ruggenprik is dat u uw benen nog wel kunt bewegen. De anesthesioloog of een speciaal opgeleide verpleegkundige komt dagelijks bij u langs voor controle.

3. Lokale anesthesie

Deze vorm van plaatselijke anesthesie wordt toegepast bij kleine ingrepen. Hiervoor krijgt u een injectie dicht bij de te behandelen plek. Het is niet noodzakelijk dat de anesthesioloog de injectie toedient; de behandelend chirurg dient deze vorm van anesthesie vaak zelf toe.

4. Sedatie

Sedatie wordt toegepast om een onaangenaam onderzoek of behandeling zo comfortabel mogelijk te laten verlopen. Dit betekent met minder ongemak, zoals stress, angst en pijn. Daardoor kan de ingreep makkelijker plaatsvinden. Bij sedatie worden via het infuus slaapmiddelen en/of pijnstillers gegeven waardoor u gaat slapen en minder pijn voelt. Mensen blijven wel zelf ademen en houden reflexen zoals hoesten. De sedatie kan variëren van lichte slaap tot diepe slaap. 

Meestal kunnen mensen zich niets meer van de procedure herinneren. Als mensen zich wel dingen herinneren, dan is de ervaring minder heftig. Dat is normaal. Voorbeelden van ingrepen die onder sedatie kunnen worden uitgevoerd zijn maag- en darmonderzoek, curettage of bepaalde hartcatheterisaties.

Voorbereiding op de ingreep uitklapper, klik om te openen

Gesprek op de polikliniek

Vóór de operatie krijgt u een afspraak op de polikliniek anesthesiologie (dit heette vroeger de preoperatieve screening). Dit is verplicht, omdat de anesthesioloog moet beoordelen of u gezond genoeg bent om de operatie te ondergaan. En u krijgt uitleg over de anesthesie die u zult ondergaan. De afspraak zal in het ziekenhuis plaatsvinden of via een belafspraak, of volledig online. Dit hangt af van of u eerder in het UMC Utrecht bij de anesthesioloog geweest bent, uw gezondheid, de ingreep waarvoor u komt en uw voorkeur.

Uw gezondheid wordt beoordeeld aan de hand van:

  • De gezondheidsvragenlijst;
  • Gesprek (anamnese) aan de hand van de ingevulde lijst;
  • Lichamelijk onderzoek;
  • Indien nodig: aanvullend onderzoek, zoals bloedonderzoek, een hartfilmpje (ecg) of verder onderzoek.

Ziekte voor een operatie

Als u 1-2 weken voor de operatie ziek wordt (koorts, klachten van de longen, erg verkouden), neem dan contact met ons op om te overleggen of het verantwoord is dat de ingreep doorgaat. Voor een grote operatie is het belangrijk dat uw lichaam zo gezond is als mogelijk. U heeft anders meer kans op complicaties. Bijvoorbeeld na een longontsteking hebben longen 6 weken nodig om weer te herstellen tot normaal, ook al zijn uw klachten misschien al eerder weg. Als we u binnen die 6 weken opereren, is de kans groot dat u weer een nieuwe longontsteking krijgt. U ligt daardoor langer in het ziekenhuis en uw herstel zal langer duren.

VRAGEN LINKLIJSTJE (Linda)

💡DPX-collectie aanpassen naar collectie VF?
   (zoals 'Nuchter zijn' om te linken naar bestaande content)

💡Anders onderstaande filmpjes + kort intro?

Voorbereiden op de operatie

Wat moet u doen als u ziek wordt voor een ingreep?

video qr code

Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een video over dit onderwerp te bekijken. Of bekijk de video via:

Uitleg en afspraken over uw medicijnen bij anesthesie

video qr code

Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een video over dit onderwerp te bekijken. Of bekijk de video via:

Nuchter zijn voor anesthesie

video qr code

Scan de bovenstaande QR-code met uw telefoon om een video over dit onderwerp te bekijken. Of bekijk de video via:

Op de operatieafdeling uitklapper, klik om te openen

U wordt in uw bed van de verpleegafdeling naar de holding (ontvangstruimte) gebracht. Daar wordt u ontvangen door de anesthesiemedewerker die de allerlaatste voorbereidingen treft. 

De anesthesiemedewerker plakt elektroden op uw borst of armen, waarmee de hartslag wordt bewaakt. U krijgt een knijper op uw vinger of teen waarmee het zuurstofgehalte in uw bloed wordt gemeten. Om uw arm (of been) wordt een bloeddrukmeter geplaatst. Tot slot krijgt u een infuus in uw hand of arm. Nadat u bent aangesloten aan de bewakingsmonitor is alles gereed voor de ingreep. Voordat we beginnen wordt er met het hele team samen met u gecontroleerd of alle gegevens kloppen (time-out).


Hoe werkt het bij de verschillende vormen van anesthesie?

Zo werkt het bij regionale anesthesie

Als u heeft gekozen voor regionale anesthesie, dan wordt nu de medicatie toegediend. Als de blokkade geplaatst is, wordt het operatiegebied afgedekt met groene doeken, zodat u niets van de ingreep ziet. Er wordt altijd getest of de blokkade werkt, voor de operatie begint. U kunt tijdens de ingreep praten met de anesthesiemedewerker. Als er sedatie (roesje) met u afgesproken was, dan kunt u die op dat moment krijgen.

Zo werkt het bij algehele anesthesie

Als u algehele anesthesie heeft gekozen, dan krijgt u een kapje met zuurstof voor uw gezicht en krijgt u slaapmedicijnen via het infuus. U valt dan in slaap en maakt de ingreep niet meer mee. Nadat u in slaap bent gevallen, wordt in uw luchtpijp een buisje ingebracht. Via dit buisje wordt u beademd gedurende de ingreep. In bepaalde gevallen kan het nog nodig zijn om nog extra infuzen of een urinecatheter aan te brengen als u slaapt. U krijgt dit van tevoren te horen.

Uw lichamelijke toestand wordt continu geregistreerd en gecontroleerd tijdens de ingreep. Aan de hand van ‘deze registraties’ bepaalt de anesthesioloog de momenten waarop hij eventueel de anesthesiemedicatie bijstelt.

Na de ingreep uitklapper, klik om te openen

Als de ingreep klaar is, stopt de anesthesioloog met de toediening van de slaapmedicijnen en wordt u wakker als u algehele anesthesie had. Na de ingreep wordt u naar de verkoeverkamer of recovery (=uitslaapkamer) gebracht. Hier zijn gespecialiseerde verpleegkundigen werkzaam die u verzorgen en uw toestand in de gaten houden.

Zodra uw lichamelijke situatie het toelaat, wordt u teruggebracht naar uw eigen verpleegafdeling. Soms is het nodig dat u gedurende langere tijd intensieve verzorging en bewaking nodig heeft. In dat geval gaat u (soms terwijl u nog slaapt) naar een Intensive Care-afdeling. Soms weet u dit van tevoren. In andere gevallen zal de anesthesioloog het u op de verkoeverkamer vertellen of aan uw contactpersoon als u zelf nog slaapt.

Extra informatie voor patiënten van 60 jaar en ouder

Wij geven extra zorg aan patiënten van 60 jaar en ouder die na de ingreep op de verpleegafdeling worden opgenomen. Patiënten van 60 jaar of ouder hebben vaker aandoeningen aan het hart, zoals vernauwingen van de kransslagaders. Patiënten met zulke vernauwingen hebben een grotere kans op het krijgen van een hartinfarct. Bij uw bezoek aan de polikliniek anesthesiologie is met u nagegaan of u een ziekte aan het hart heeft. Indien er afwijkingen aan uw hart zijn, dan is daarvoor een behandelplan gemaakt. 

Na uw operatie controleren we of er schade is opgetreden aan het hart. Dit doen we door de eerste dagen na de operatie een stof (Troponine) te meten in het bloed. Als de waarde van deze stof in het bloed normaal is, is verder onderzoek niet nodig. Als de waarde van deze stof afwijkend is, is er misschien sprake van schade aan het hart. Dan komt de hartspecialist (cardioloog) bij u langs om dit uit te zoeken.

Complicaties en bijwerkingen

Ernstige complicaties door de anesthesie komen tegenwoordig zelden voor. Bij bepaalde ingrepen of ziektes is de kans op ernstige complicaties groter. Dit zal met u op de poli besproken worden. Onder ernstige complicaties verstaan wij een hartinfarct- of hartfalen, hersenschade door zuurstof tekort van de longen of overlijden. U kunt hier meer over lezen bij de ‘vaak gestelde vragen’. Het kan wel zijn dat er vervelende bijwerkingen optreden zoals hoofdpijn, misselijkheid en overgeven. 

Als u van uzelf weet dat u ‘altijd’ misselijk bent na een narcose, vertel dit dan vóór de operatie aan de anesthesioloog, zodat hij kan proberen om misselijkheid te voorkomen. Helaas lukt dit niet altijd. Bij algehele anesthesie krijgt u tijdens de operatie een buisje in uw luchtpijp. Als dit moeilijk gaat, dan kan het zijn dat er een tand beschadigt. Ook kunt u enkele dagen heesheid of keelpijn hebben. Dit gaat vanzelf over. 

Pijnbehandeling

Elke ingreep leidt in meer of mindere mate tot pijn. Deze pijn wordt postoperatieve pijn genoemd. De ernst van de pijn is van veel factoren afhankelijk, zoals de plaats en grootte van de ingreep. Het is belangrijk dat u na de ingreep zo min mogelijk pijn heeft. Pijn is onplezierig en pijn kan complicaties geven, zoals een longontsteking, doordat u niet goed ophoest. Ook kan pijn, als deze lang blijft bestaan, chronisch worden. 

Patiënten die de eerste dagen na de ingreep een goede pijnbehandeling krijgen, herstellen sneller en beter. Op de afdeling wordt meerdere malen per dag gevraagd hoeveel pijn u heeft en wordt gekeken of u hiervoor extra pijnstilling nodig heeft. Pijnstilling kan gegeven worden met tabletten, via het infuus of via een epidurale ruggenprik.

Zie ook informatie over postoperatieve pijnstilling >

Herstel uitklapper, klik om te openen

Het kan soms even duren voordat uw lichamelijke conditie weer is zoals voor de ingreep. U bent misschien sneller vermoeid of buiten adem. Op zich is dit heel gewoon; uw lichaam heeft door de ingreep veel moeten doorstaan. Ook klachten zoals concentratie- en geheugenstoringen verbeteren zodra uw krachten weer toenemen. U kunt hier meer over lezen bij ‘vaak gestelde vragen’.

Bewaking kwaliteit van zorg uitklapper, klik om te openen

Binnen de afdeling anesthesiologie proberen wij steeds de kwaliteit van de zorg te verbeteren. Wij willen graag weten hoe het met u gaat na uw operatie en nadat u uit het ziekenhuis bent ontslagen. Soms sturen wij patiënten daarom een maand of een jaar na de operatie een korte vragenlijst. Wij stellen het uiteraard erg op prijs als u ons helpt door deze vragenlijst in te vullen (op het internet of op papier). U bent echter niet verplicht hieraan mee te werken. Het UMC Utrecht is een opleidingsziekenhuis en doet wetenschappelijk onderzoek.

Ook tijdens uw behandeling kunnen er artsen, verpleegkundigen, operatie assistentes en anesthesiemedewerkers in opleiding zijn. Het is onze taak te zorgen dat dit geen invloed heeft op de kwaliteit van zorg die u krijgt.

Als afdeling doen we ook wetenschappelijk onderzoek. Het kan zijn dat u gevraagd wordt om deel te nemen aan onderzoek.

Contact uitklapper, klik om te openen

Polikliniek Anesthesiologie

088-7558805

Maandag tot en met vrijdag van 8.00 tot 17.00 uur.