In overleg met uw behandelend arts heeft u besloten het geneesmiddel infliximab (remicade®) te gaan gebruiken. Deze folder geeft informatie over dit geneesmiddel.
Wat doet infliximab? uitklapper, klik om te openen
Infliximab onderdrukt het afweersysteem en onderdrukt de afweerreactie. De longarts schrijft dit middel voor bij verschillende ontstekingsziekten in de longen om de ontsteking te remmen. Vaak zijn er eerst andere medicijnen in tabletvorm geprobeerd zonder gewenst effect. Voorbeelden van ziekten zijn ILD/ontstekingen in het kader van een onderliggende systeemziekte (reumatische aandoening) danwel bij (pulmonale) sarcoïdose.
Het effect van infliximab treedt binnen enkele dagen tot weken op.
Voorzorgsmaatregelen uitklapper, klik om te openen
Voordat u start met infliximab is het van belang sluimerende of actieve infecties uit te sluiten danwel te behandelen.
Tuberculose is een infectie die zich soms jarenlang ongemerkt in de longen ophoudt zonder problemen te geven. Het immuunsysteem houdt de Tuberculose bacteriën dan onder controle. Het gebruik van infliximab kan er toe leiden dat de infectie actief wordt. Daarom zult u voor het starten met de behandeling op tuberculose onderzocht worden.
Ook wordt er standaard getest op hepatitis B.
Het is belangrijk dat u zelf let op andere bronnen en/of algemene verschijnselen van infecties. Klachten die hierbij kunnen passen zijn:
- Gezwollen lymfeklieren
- Hoesten anders dan u gewend bent
- Plotseling gewichtsverlies
- Koorts
Het is tevens belangrijk dat u let op andere bronnen van infecties zoals wonden of problemen met het gebit. Als u een infectie vermoedt, meld dit dan aan uw behandelend arts of verpleegkundig specialist.
Gebruik uitklapper, klik om te openen
Infliximab wordt toegediend via een infuus in de ader. De gebruikelijke dosering is 5 milligram per kilogram lichaamsgewicht. Na het eerste infuus volgen infusen na twee en zes weken en vervolgens als onderhoudsbehandeling elke vier weken.
Standaard opstartschema infliximab (Remicade, Inflectra, Remsima)
Week | Infuus |
---|---|
0 | 1e infuus |
2 | 2e infuus |
6 | 3e infuus |
Elke 4 weken | Vervolg infuus |
Na verloop van tijd kan de werkzaamheid van infliximab afnemen en is het soms nodig om een hogere dosering te gebruiken of om de tijd tussen de infusen te verkorten.
Infliximab wordt meestal gecombineerd met andere (afweeronderdrukkende) middelen zoals prednison, cellcept of azathioprine.
De combinatie van meerdere geneesmiddelen is vaak effectiever en zorgt voor minder afweerreacties op infliximab en minder antistofvorming tegen infliximab.
Als de werkzaamheid van infliximab niet optimaal lijkt te zijn, kan het zinvol zijn om de medicijnspiegels te bepalen in het bloed. Op die manier weten we hoeveel werkzame stof er in het bloed zit en kunnen we, als dat nodig is, een aanpassing doen in de dosering. Als dit nodig is, neemt de verpleegkundige van de dagbehandeling bloed af vóórdat u het infuus krijgt.
Het infliximab infuus loopt meestal in 1 à 2 uur in. Hierna moet u ongeveer een half uur nablijven voordat u weer naar huis gaat. Dit is om te kijken of u geen allergische reactie ontwikkelt. Op de dagbehandeling krijgt u vragen over uw gezondheid en over het effect en mogelijke bijwerkingen van eerdere infliximab infusen. Indien nodig beoordeelt een arts of verpleegkundig specialist of er redenen zijn het infuus niet te geven of de dosering aan te passen.
Bijwerkingen uitklapper, klik om te openen
Meest voorkomend:
- Allergische reacties, zoals huiduitslag, jeuk, rillingen, kortademigheid en lagere bloeddruk tijdens het inlopen van het infliximab infuus. Dit kan meestal worden verminderd door het infuus langzamer toe te dienen of tijdelijk te stoppen. Soms is het nodig om voor of tijdens infusie medicijnen te geven om deze allergische reactie tegen te gaan. Bij het volgende infuus worden deze medicijnen dan gegeven om herhaling van klachten te voorkomen. Meestal zijn de klachten mild en kan de behandeling worden voortgezet.
- Milde infecties zoals verkoudheid en griep.
- Hoofdpijn, huiduitslag (netelroos), misselijkheid en diarree.
Zelden:
Tijdens gebruik van infliximab kan bij patiënten die lijden aan ernstig hartfalen verslechtering in de hartfunctie optreden. Infliximab wordt daarom niet gegeven bij ernstig hartfalen. Bij mild hartfalen zal de arts goed controleren of er geen verslechtering in de hartfunctie optreedt.
Tijdens behandeling zijn ernstige infecties beschreven (circa 1% per jaar). Als u klachten of symptomen hebt die kunnen passen bij een ernstige infectie, zoals hoge koorts, ernstige kortademigheid of hoesten, raadpleeg dan uw arts. Zeer zelden zijn tijdens anti-TNF behandeling (Infliximab) andere autoimmuunziekten ontstaan zoals multiple sclerose (MS). Meld tintelingen, krachtsverlies of slechter zien aan uw arts of verpleegkundig specialist.
Zeer zelden zijn tijdens anti-TNF behandeling andere autoimmuunziekten ontstaan zoals multiple sclerose (MS). Meld tintelingen, krachtsverlies of slechter zien aan uw arts.
Interacties met andere geneesmiddelen
Anti-TNF middelen kunnen voor zover bekend veilig worden gebruikt naast andere geneesmiddelen. De combinatie met andere afweeronderdrukkende medicijnen geeft een relatief verhoogde kans op infecties.
Zwangerschap
Tot zover bekend lijkt het gebruik van infliximab gedurende de zwangerschap veilig te zijn. Infliximab gaat wel over in het kind. Om het kind zonder infliximab geboren te laten worden kan het gebruik van infliximab vanaf de 24e week in de zwangerschap tijdelijk onderbroken worden. Vaak geldt dat opvlamming van de ziekte meer risico’s met zich meebrengt in de zwangerschap dan het gebruik van infliximab. Overleg altijd met uw arts wanneer u een zwangerschapswens hebt of zwanger bent en infliximab gebruikt.
Borstvoeding
Infliximab gaat over in de borstvoeding. Meestal wordt geadviseerd om geen borstvoeding te geven. Tot nu toe zijn geen schadelijke gevolgen bekend bij kinderen die borstvoeding kregen van een moeder die infliximab gebruikte. Overleg met uw arts over het geven van borstvoeding tijdens infliximab gebruik.
Autorijden
Infliximab geeft geen sufheid of slaperigheid. U mag gewoon autorijden of apparaten bedienen gedurende de behandeling. Middelen tegen allergische reacties, zoals Tavegil, kunnen wel sufheid geven. Deze middelen worden bij infuusreacties soms voor of tijdens infliximab infusen gegeven.
Vaccinaties en reizen
De griepprik en hepatitisvaccinatie zijn veilig tijdens behandeling met Infliximab. De griepvaccinatie wordt aangeraden. De hepatitisvaccinatie kan minder effectief zijn met name bij gebruik van andere medicijnen zoals azathioprine (Imuran), 6- mercaptopurine (Purinethol) en methotrexaat.
Vaccinaties met verzwakte levende vaccins-, zoals bof, mazelen, rode hond (BMR), gele koorts, rotavirus of BCG moeten vermeden worden tijdens het gebruik van infliximab.
Als u plannen heeft om te gaan reizen naar niet-Westerse landen, overleg dit dan altijd even met uw arts of verpleegkundig specialist. Wij adviseren landen waar veel tuberculose voorkomt te vermijden. Mocht u toch een dergelijk land bezoeken, dan kan het in sommige gevallen nodig zijn te controleren op tuberculose bij terugkomst.
Overleg altijd met uw arts of verpleegkundig specialist als u gevaccineerd moet worden.
(Opnieuw) starten met infliximab uitklapper, klik om te openen
Een allergische reactie treedt meestal op tijdens de toediening van infliximab. De infusie wordt dan gestopt en indien nodig worden antiallergische medicijnen toegediend. Verlate overgevoeligheidsreacties kunnen echter ook voorkomen, maar zijn minder heftig. Deze overgevoeligheidsreacties presenteren zich later na de toediening met klachten als spierpijn, gewrichtspijn, rugpijn, koorts, uitslag, jeuk, galbulten, heesheid, droge keel, hoofdpijn en/of zwelling van gezicht, lippen of handen. Na een langere onderbreking van infliximab (van meerdere maanden tot enkele jaren) neemt de kans op infuusreacties of vertraagde overgevoeligheid toe.
Geef aan uw arts door als u in het verleden met infliximab bent behandeld.
Tot slot
Als u na het lezen van deze folder nog vragen heeft, neem contact op met uw arts of verpleegkundig specialist.
De verpleegkundig specialist is te bereiken via de polikliniek longziekten en het telefonische spreekuur. Deze vindt plaats van maandag tot vrijdag van 09.30 tot 11.30 uur. Bij niet dringende vragen kunt u een e-consult sturen, die u kunt plaatsen in de inbox longziekten. Deze wordt binnen drie werkdagen beantwoord.
- Polikliniek longziekten: 088 75 561 92
- Telefonisch spreekuur: 088 75 583 59
Contact uitklapper, klik om te openen