Terug

Glasvochtoperatie

Glasvochtoperatie

Patiëntfolder

Hier vindt u algemene informatie over een vitrectomie (glasvochtoperatie) en wat u van de operatie kunt verwachten. De informatie dient ter ondersteuning van de gesprekken die artsen en verpleegkundigen met u over de operatie hebben. Niet alles in deze folder is voor u van toepassing. De oogarts zet een kruisje in de rondjes voor delen van de tekst die voor u gelden. Als u voor de operatie nog een gesprek heeft met de oogarts, dan vragen wij u deze folder mee te nemen.

Het glasvocht (ook wel glasachtig lichaam genoemd) is een gelei die het grootste deel van het oog opvult (zie onderstaande tekening). Het bevindt zich achter de ooglens. Normaal glasvocht laat lichtstralen ongehinderd door naar het netvlies. Het netvlies geeft het opgevangen beeld langs de oogzenuw door naar de hersenen. In het centrum van het netvlies ligt de zogenaamde gele vlek. Hiermee kunnen fijne details worden waargenomen, wat nodig is bij lezen of televisie kijken. De rest van het netvlies zorgt voor het gezichtsveld en geeft ons wat grovere informatie over de ruimte om ons heen, waar onze blik niet bewust op gericht is.

Wanneer is een vitrectomie nodig? uitklapper, klik om te openen

Een vitrectomie is nodig wanneer zich in het glasvocht troebelingen bevinden of wanneer er op het netvlies littekenweefsel is gevormd. Troebelingen houden lichtstralen tegen. Littekenweefsel kan het netvlies van zijn plaats trekken zodat het niet goed kan functioneren. Er zijn veel oorzaken die troebelingen of littekenvorming kunnen geven. 

De belangrijkste zijn een netvliesloslating, suikerziekte, afwijkingen van bloedvaten, een ongeval en bepaalde veranderingen door ouderdom.

Hoe wordt een vitrectomie verricht? uitklapper, klik om te openen

Bij een vitrectomie wordt eerst het bindvlies rond het oog geopend. Vervolgens worden drie kleine openingen in de harde oogrok gemaakt vlak naast het hoornvlies.

Bij de operatie wordt zoveel mogelijk glasvocht en littekenweefsel verwijderd. Het glasvocht wordt meestal vervangen door een speciale vloeistof, maar soms door gas of olie (zie volgende pagina). 

Afhankelijk van de ernst van de afwijking kan de operatie een half uur tot enkele uren duren. De operatie kan zowel onder algehele anesthesie als onder plaatselijke verdoving plaatsvinden.

De arts bespreekt vooraf de keuze met u:

  • Het kan nodig zijn tijdens de operatie een kunststof bandje (cerclage) rond het oog aan te brengen om het netvlies extra steun te geven. Dit bandje is van buitenaf niet zichtbaar en hoeft niet verwijderd te worden.
  • Soms moet de ooglens verwijderd worden en door een kunstlens worden vervangen.

Meestal zal het aanbrengen van een bandje en het vervangen van de ooglens vooraf met u worden besproken. Bij onvoorziene omstandigheden zal de arts hiertoe tijdens de operatie moeten besluiten. Zoals eerder aangegeven wordt bij een vitrectomie het glasvocht vervangen door een speciale vloeistof. 

In bepaalde gevallen wordt gas of olie gebruikt om het netvlies na de operatie enige tijd steun te geven. De ernst en aard van de oogafwijking bepaalt de keuze tussen vloeistof, gas of olie. De keuze wordt voor de operatie met u besproken. Soms zal de arts tijdens de operatie moeten besluiten van deze keuze af te wijken.

Gas

Gas wordt geleidelijk door eigen vocht vervangen. Zolang er een grote gasbel in het oog zit, kunt u weinig zien met het geopereerde oog. Na verloop van tijd merkt u dat u over de gasbel heen kunt kijken en de bel langzaam uit het oog verdwijnt. Soms valt de gasbel in kleine bellen uiteen. Bij gebruik van gas is het meestal nodig dat u gedurende een aantal dagen na de operatie een bepaalde houding aanneemt. Zolang de gasbel groot is, kunt u in ieder geval beter niet langdurig plat op uw rug liggen. De gasbel drukt dan namelijk tegen de ooglens aan. Zolang het oog nog gas bevat mag u niet vliegen en kan narcose oogschade veroorzaken. In verband hierme raden wij u aan de door ons geleverde polsband te dragen.

Olie

Het gebruik van olie heeft voor u als voordeel dat u er enigszins doorheen kunt kijken. De olie verdwijnt niet vanzelf, maar moet met een tweede operatie verwijderd worden. Deze operatie zal meestal enkele maanden na de eerste operatie plaatsvinden. Na de operatie is geen speciale houding nodig.

Welke complicaties kunnen optreden? uitklapper, klik om te openen

  • Zoals bij iedere operatie kan ook na een vitrectomie een nabloeding of infectie optreden. Bij een bloeding wordt het hele beeld plotseling wazig. Een bloeding verdwijnt meestal vanzelf. Een infectie komt zeer zelden voor, maar kan ernstige gevolgen voor het zien hebben.
  • Als u nog niet aan staar geopereerd bent, zal enige tijd na een vitrectomie een staaroperatie nodig zijn. Bij patiënten op hogere leeftijd zal de staar zich binnen één tot drie jaar ontwikkelen. Bij jongere patiënten kan dit veel langer duren. Het ontstaan van staar merkt u door een langzame achteruitgang van de gezichtsscherpte.
  • Soms is na de operatie de oogdruk tijdelijk te hoog. De oogdrukverhoging wordt meestal met extra oogdruppels behandeld.
  • Soms treedt na de operatie (opnieuw) een netvliesloslating op. Bij een netvliesloslating valt een deel van het gezichtsveld weg. De kans op een netvliesloslating is het grootst in de eerste maanden na de operatie. Het is verstandig in deze periode het gezichtsveld af en toe zelf te controleren. Dit kunt u doen door uw hand in het gezichtsveld te bewegen, terwijl u recht vooruit blijft kijken en het niet geopereerde oog dicht houdt. Uw hand moet dan rondom overal evengoed zichtbaar zijn. Bij een netvliesloslating is meestal een nieuwe operatie nodig.
  • Soms wordt een (nieuwe) netvliesloslating veroorzaakt door littekenvorming in het glasvocht. Strengen trekken het netvlies weer los. Het ontstaan van een littekenreactie is niet te voorspellen of te voorkomen. Er kunnen meer operaties nodig zijn om het netvlies weer aanliggend te krijgen. Vaak zal het herstel van de gezichtsscherpte beperkt zijn.

Dagbehandeling of opname uitklapper, klik om te openen

De operatie vindt plaats in dagbehandeling of tijdens opname. De arts overlegt met u over de keuze. 

Procedure bij dagbehandeling

Ongeveer twee weken tot soms één dag vóór de operatie belt een medewerker van het opnamebureau. U hoort dan waar en wanneer u in het ziekenhuis verwacht wordt voor de operatiedag.

Voorbereiding

Als u onder algehele anesthesie of onder plaatselijke verdoving met bewaking wordt geopereerd, krijgt u in het algemeen een afspraak voor de POS-poli (Pre-Operatieve Screening). Daar hebt u een gesprek met de anesthesioloog. Een à twee dagen voor de operatie wordt u in de regel gebeld door een verpleegkundige van de verpleegafdeling. Zij geeft u algemene informatie over de operatiedag. Tevens hebt u de mogelijkheid om eventuele vragen te stellen.

De dag van de operatie

Voorbereiding thuis

  • Om infecties te voorkomen is het noodzakelijk dat u ’s morgens thuis een bad of douche neemt en uw haar wast. Dit laatste kan eventueel ook de dag ervoor. 
  •  We vragen u geen make-up of nagellak te gebruiken en geen sieraden om te doen.
  • Wanneer u dagelijks medicijnen inneemt, kunt u daarmee doorgaan op de dag van de operatie, tenzij anders met u is besproken. Als u oogdruppels of oogzalf gebruikt, overleg dan met de arts of u hiermee vóór de operatie moet stoppen. Plastabletten mag u ’s morgens vóór de operatie niet innemen. 
  • Als de operatie onder plaatselijke verdoving plaatsvindt, hoeft u niet nuchter te blijven. Wij raden u wel aan niet te veel of te zwaar te eten op de ochtend van de operatie. Als de operatie onder algehele anesthesie of plaatselijke verdoving met bewaking plaatsvindt, kunt u de instructies volgen die u van de anesthesioloog heeft gekregen.
  • Na de operatie is het mogelijk dat u zich niet zo fit voelt als normaal. Regelt u daarom vooraf het vervoer naar huis. Zorg ook voor een mogelijkheid voor hulp (al dan niet bij u thuis) voor de eerste 24 uur na de operatie.

In het ziekenhuis

U meldt zich met uw afsprakenkaart op het afgesproken tijdstip en locatie. Omdat u voor de operatie door de oogarts wordt onderzocht moet u meestal vroeg aanwezig zijn. De verpleegkundige geeft u uitleg over de behandelingsprocedure. Na de operatie wordt uw oog afgedekt met een verband en oogdop. De volgende dag wordt het verband verwijderd en het oog gecontroleerd op de polikliniek.

Naar huis

Voordat u naar huis gaat bespreekt de verpleegkundige hoe u het oog moet verzorgen en welke leefregels nodig zijn. Voor patiënten die gas in het oog hebben gekregen, gelden extra leefregels. Verder krijgt u een recept voor oogdruppels, een brief voor uw huisarts en uw nacontrole afspraken mee.

Wat te doen bij ziekte

Als u vóór de operatie koorts of griep heeft, dan verzoeken wij u de polikliniek Oogheelkunde te bellen, telefoonnummer 088 75 567 97. De arts bekijkt dan of de operatie kan plaatsvinden. Soms is het beter om een nieuwe afspraak te maken.

Procedure bij opname

Vóór de opname

Ongeveer één week, tot soms één dag, voor de operatie wordt u gebeld door een medewerker van het opnamebureau. U hoort dan waar en wanneer u zich kunt melden voor de opname. Als u onder algehele anesthesie wordt geopereerd, krijgt u in het algemeen een afspraak voor de POS-poli (Pre-Operatieve Screening). Daar heeft u een gesprek met de anesthesioloog.

Tijdens de opname

Op de eerste dag van de opname geeft de verpleegkundige van de afdeling u algemene informatie en wordt u oogheelkundig onderzocht door de afdelingsarts. Tegen het einde van de dag heeft u een gesprek met de oogarts die u gaat opereren. Soms vindt dit gesprek op de dag van de operatie plaats. Op de tweede dag van de opname wordt u geopereerd. Na de operatie wordt uw oog afgedekt met een verband en een oogdop. Als gas in het oog is achtergelaten, helpt de verpleegkundige u met het aannemen van de voorgeschreven houding. Vaak is deze houding al voor de operatie met u geoefend. Meer informatie leest u in de folder ‘Treurhouding’.

De volgende ochtend verwijdert de verpleegkundige dit oogverband en maakt uw oog schoon. Tijdens de ochtendvisite maakt de arts met u afspraken over de verdere behandeling, de datum van ontslag en polikliniekbezoeken.

Ontslag

Vóór het ontslag bespreekt de verpleegkundige hoe u het oog moet verzorgen en welke leefregels nodig zijn. Voor patiënten die gas in het oog hebben gekregen, gelden extra leefregels. 

Na de operatie

Meestal blijft u tot enkele weken na de operatie oogdruppels gebruiken, het kan zijn dat u hierdoor wazig ziet. Hechtingen hoeven niet te worden verwijderd, deze lossen vanzelf op. Ze kunnen vooral de eerste week irritatie geven. Het oog blijft enkele weken wat gevoelig, rood en gezwollen. In die tijd zult u fel licht waarschijnlijk slecht verdragen. Na één tot enkele weken kunt u al uw bezigheden weer hervatten. Wanneer een cerclagebandje is aangebracht, wordt na drie maanden uw brilsterkte aangepast. De brilsterkte zal ongeveer één of twee eenheden (dioptrieën) veranderen, omdat uw oog door het cerclagebandje iets van vorm is veranderd.

Vragen uitklapper, klik om te openen

Als u vragen heeft, stel ze gerust aan uw behandelend arts of bel naar de polikliniek Oogheelkunde, telefoonnummer 088 75 567 97. Zij zullen uw vragen graag beantwoorden.

Voor vragen omtrent opname en operatie kunt u een bericht achterlaten op het antwoordapparaat van opnamebureau Oogheelkunde. U wordt dan zo spoedig mogelijk teruggebeld. Telefoonnummer 088 75 568 00.

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van uw oogarts.

Polikliniek Oogheelkunde

088 75 588 40

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 tot 11.30 uur en tussen 13:00 en 16:00 uur.