Terug

Flesvoeding

Flesvoeding

Patiëntfolder

In het eerste jaar is borstvoeding de beste voeding voor een baby. Flesvoeding is een goed alternatief als borstvoeding om wat voor reden dan ook geen optie (meer) is. Flesvoeding noemen we ook wel 'kunstvoeding'.

Hoewel borstvoeding dus de beste zuigelingenvoeding is, kunnen er redenen zijn om te kiezen voor flesvoeding. Als ouders daarvoor kiezen, dan respecteren wij dat. Het geven van flesvoeding vraagt niet alleen kennis, maar ook handigheid, daarom hebben wij adviezen hierover op een rij gezet. Deze informatie is ook geschikt bij het gebruik van gekolfde moedermelk of donormelk.

Flesvoeding wordt gemaakt van dierlijke en plantaardige stoffen. Flesvoeding bevat geen stoffen die uw baby kunnen beschermen tegen infecties en ziekten.

Soorten flesvoeding uitklapper, klik om te openen

Er zijn verschillende merken flesvoeding te koop. Bijna alle op tijd geboren baby’s beginnen met een standaardvoeding voor kinderen van nul tot zes maanden. Op de verpakking staat de term ‘Volledige zuigelingenvoeding’. Alle kunstvoeding in Nederland voldoet aan de standaard eisen. Verander niet te vaak van merk omdat baby’s daar soms last van kunnen hebben.

Extra aanvulling met vitamine K is niet nodig als de voeding voor meer dan 50 % uit kunstvoeding bestaat. Vitamine D is wel nodig (één keer per dag 10 microgram).

Soorten flessen en spenen uitklapper, klik om te openen

Er is een grote variatie aan flessen en spenen; klein, groot, met een knik, met een brede hals, met of zonder ventielsysteem. Het verschilt erg per baby welke fles/speen het beste is. Een snel drinkende baby zal een andere fles en speen nodig hebben dan een langzame drinker. Koop daarom niet meteen veel flessen tegelijk, totdat je weet welke fles-speen combinatie goed bevalt.

De hoeveelheid voeding uitklapper, klik om te openen

Tijdens de eerste week zal u samen met de kraamverzorgster de flesvoeding klaarmaken en de aangepaste hoeveelheid geven die uw baby op dat moment nodig heeft.

In de baarmoeder kreeg uw baby voeding via de navelstreng en hoefde het maagdarmstelsel nog niet te verteren. Het maagje en de darmen zullen aan het voedsel moeten wennen door heel voorzichtig met kleine beetjes voeding te beginnen.

De opbouw van de voeding begint met kleine beetjes en in overleg met uw arts, verloskundige of het consultatiebureau. Afhankelijk van het geboortegewicht krijgt uw baby zes á zeven keer per 24 uur voeding. Meestal wordt er gestart met 10 ml per voeding en iedere dag wordt de voeding met 10 ml verhoogd.

Aan het eind van het kraambed zit de gemiddelde baby op zes á zeven keer 80 ml flesvoeding. Dit is niet voor iedere baby genoeg. De hoeveelheid voeding die uw baby nodig heeft en kan verdragen is sterk afhankelijk van het gewicht van uw baby. Uw baby heeft per dag 150 ml voeding nodig per kg lichaamsgewicht. Als voorbeeld: een baby weegt 3,5 kg. Dan heeft hij nodig: 3,5 x 150 ml = 525 ml per dag. Verdeeld over zes voedingen is dat dan ± 90 ml.

Clusteren uitklapper, klik om te openen

In de eerste weken willen baby’s soms vaker en meer drinken, meestal in de late middag en vroege avonduren. Dat heet clusteren. Kindjes doen dit vanwege behoefte aan contact met jou of om een voorraadje voeding aan te leggen, zodat ze langer kunnen doorslapen. Geef een fles als je baby daarom ‘vraagt’, ook als je daarbij afwijkt van het vaste voedingsritme.

Flesvoeding maken uitklapper, klik om te openen

Bij het bereiden en het gebruik van kunstvoeding is een goede hygiëne belangrijk. Begin met het wassen van uw handen, zorg voor een schoon werkblad en schone materialen. Zie voor het bereiden verder de aanwijzingen op de verpakking.

In Nederland kunt u gewoon kraanwater gebruiken voor de bereiding van kunstvoeding. Een uitzondering hierop is kraanwater dat uit loden leidingen komt. Dit water bevat lood en is ongezond voor uw baby.

Wilt u gebruik maken van flessenwater, controleer dan of op het etiket: ‘geschikt voor de bereiding van zuigelingenvoeding ’ staat. Flessenwater is namelijk alleen geschikt als het lage hoeveelheden natrium, nitriet, nitraat en fluor bevat. Warm eerst het water op en doe dan de poeder erbij. (Kraan)water hoeft voor gebruik niet gekookt, maar alleen opgewarmd te worden tot de gewenste temperatuur van ongeveer 35 graden.

Houd er rekening mee dat bij opwarmen in een magnetron het water ongelijkmatig wordt verwarmd waardoor uw baby het gevaar loopt zich te verbranden. Schud de fles daarom regelmatig even om.

Test voor gebruik de temperatuur door een druppel op de binnenkant van uw pols te laten vallen. Als het neutraal aanvoelt is de voeding goed van temperatuur.

Bekijk voor meer informatie het stappenplan flesje klaarmaken van het voedingscentrum >

Ritme van uw baby uitklapper, klik om te openen

Iedere baby heeft zijn eigen behoefte en ritme. Baby’s gedijen het best als ze worden gevoed op verzoek, zowel bij borstvoeding als bij flesvoeding. Voed uw baby als hij/zij voedingssignalen laat zien zoals smakken, zijn tong uitsteken, sabbelen op de vuistjes of als hij/zij zoekgedrag vertoont met de mond en lippen. Gebruik voedingstijden als leidraad (bijvoorbeeld elke drie uur), maar begin met voeden zodra uw baby voedingsbereid is.

Veilig voeden uitklapper, klik om te openen

Voeden is een belangrijk moment voor het hebben van sociale interactie met uw baby.

Oogcontact maken met uw baby, praten en genieten van de voeding zijn belangrijke interactiemomenten met uw baby.

  • Geef als ouders/verzorgers zo veel mogelijk zélf de fles aan uw baby.
  • Probeer te voeden in een rustige omgeving.
  • Neem uw baby tijdens het voeden op schoot en laat hem niet in een babystoeltje of in bed drinken. Het lichamelijk contact met de baby is belangrijk en op schoot is de kans op verslikken kleiner.
  • Wrijf de speen zacht over de bovenlip van uw baby, hij wordt hierdoor geprikkeld om zijn mond open te doen. Het is belangrijk om deze hapreflex uit te lokken voordat u de speen in zijn mondje brengt. Gebruik maken van de reflexen van de baby zorgt ervoor dat de baby ontspannen kan drinken in zijn eigen tempo. Wanneer uw baby de speen al in zijn mond krijgt voordat hij er klaar voor is, zou hij zich kunnen verslikken.
  • Bij het voeden moet de fles horizontaal worden gehouden. Kantel de fles net ver genoeg om het puntje van de speen – inclusief het gaatje – te vullen met melk. Als de fles leger raakt, moet u de fles meer kantelen. Het is geen probleem als er een luchtbubbel zit aan de onderkant van de speen, zolang er maar melk in het puntje van de speen zit. Dit werkt het best met een rechte fles.
  • Van flesvoeding krijgt een baby makkelijker te veel dan van borstvoeding. Het drinken uit de fles gaat immers makkelijker en sneller. Het is belangrijk om te stoppen als uw baby aangeeft dat hij niet meer wil drinken. De baby zal dan met zijn tong de speen uit zijn mondje duwen of wegdraaien van de fles. Het kan ook zijn dat u een stresssymptoom ziet.
  • Wanneer u tijdens de voeding stress symptomen bij de baby ziet (gespreide vingers en tenen, melk die uit de mond loopt, wegdraaien van het hoofd, gefronste wenkbrauwen, bijgeluiden bij het slikken of het wegduwen van de fles) dan kan het helpen om uw baby in zijligging de fles te geven of een pauze in te lassen. U kunt dan de speen van de fles in de mond van de baby laten, maar de fles zo kantelen dat het puntje van de speen richting het gehemelte van de baby wijst ('afbuigen'). Door dit te doen weet de baby dat de fles er nog is en start de baby weer met zuigen wanneer hij daar klaar voor is. Wanneer de baby dat doet, kunt u de fles weer horizontaal kantelen zodat de baby weer melk krijgt. Het is frustrerend voor de baby wanneer u de speen uit zijn mond haalt om hem te laten pauzeren, omdat hij niet weet of de fles weg is of weer terugkomt.  Wanneer de baby laat zien dat hij klaar is met drinken (wegdraaien van hoofd, wegduwen van fles enzovoort), dan is dit het moment is om te stoppen met voeden, of de fles nu leeg is of niet. Overvoeding kan leiden tot kramp, spugen en overgewicht.
  • Het wisselen van kant tijdens de voedingen helpt om beide ogen en kanten van het lichaam van uw baby te ontwikkelen en stimuleren. Dit helpt ook tegen het ontwikkelen van een voorkeurshouding.
  • Neem voor het geven van de fles rustig de tijd, een voeding duurt gemiddeld tussen de 15 en 30 minuten.
  • Na de voeding volgt meestal een boertje.

Reinigen van de fles uitklapper, klik om te openen

  1. Spoel direct na het voeden de fles en speen om met koud water. Was ze daarna in de vaatwasser op minimaal 55 °C of in een heet sopje met een speciale flessenborstel.
  2. Spoel de fles en speen na met warm water om restjes zeep te verwijderen.
  3. Laat de fles en speen ondersteboven drogen op een droge, schone doek.

Krijgt uw baby genoeg? uitklapper, klik om te openen

U weet zeker dat uw baby voldoende drinkt als hij levendig is, ongeveer 6 natte plasluiers per dag heeft en volgens het consultatiebureau goed groeit. Als hij een paar dagen geen 6 luiers vol plast, hoeft er niet direct iets aan de hand te zijn. Kijk goed naar het gedrag van uw baby: is hij alert en levendig? Dan is er waarschijnlijk niets aan de hand. Als u zich zorgen maakt of uw baby wel genoeg drinkt, plast of poept, kunt u contact opnemen met het consultatiebureau.

Kijk voor meer informatie over flesvoeding op de website van het voedingscentrum >

Stuwing uitklapper, klik om te openen

Als u flesvoeding geeft betekent dat niet dat de borstvoeding niet op gang komt. Uw borsten zullen na de bevalling melk gaan maken. Stuwing komt het meest voor tussen dag 3 en 5 na de bevalling, maar kan ook later voorkomen. Rond de derde en vierde dag na de bevalling kunt u last krijgen van stuwing. Bij stuwing zijn de borsten vaak gespannen en vol. De huid van de borsten staat soms strak en kan doorschijnend lijken. De borsten kunnen warm en pijnlijk aanvoelen. Stuwing wordt veroorzaakt door vaatverwijding, weefselvocht en het op gang komen van de melkproductie. Het is verstandig om een stevige bh te dragen, de borsten te koelen met koude kompressen en de borsten 'met rust te laten'. U kunt paracetamol (maximaal 4 keer per dag 1000 mg) innemen om de pijn te verlichten.

Vragen uitklapper, klik om te openen

Vragen die u na het lezen van deze informatie nog heeft, kunt u tijdens de opname stellen aan de verpleegkundige die voor u en uw baby zorgt. Na ontslag uit het ziekenhuis kunt u terecht bij de kraamverzorgende, uw verloskundige, de huisarts of het consultatiebureau.

Contact uitklapper, klik om te openen

Afspraken: maandag t/m vrijdag van 8.00 uur tot 17.00 uur. Polikliniek Verloskunde, kies optie 2. Polikliniek Foetale Geneeskunde, kies optie 3.

Polikliniek Verloskunde

088 755 40 10

Overige contactgegevens

Medische vragen/ klachten: 24 uur per dag, tel: 088 755 4010

  • Triage afdeling, optie 1 

Denkt u dat u gaat bevallen? 24 uur per dag, tel: 088 755 8910

  • Verloskamers

Bent u patiënt en hebt u vragen? Als patiënt van het UMC Utrecht hebt u toegang tot het patiëntportaal Mijn UMC Utrecht. U kunt hier bijvoorbeeld bekijken welke afspraken er gepland staan in het UMC Utrecht, welke medicijnen u gebruikt en wat uw uitslagen zijn. 

Hebt u een andere vraag? Vul dan het formulier in.