Terug

Eiceldonatie

Eiceldonatie

Patiëntfolder

Binnen de afdeling voortplantingsgeneeskunde is het mogelijk om eicellen te donoren of eicellen te ontvangen van een donor. In deze folder is o.a. informatie te vinden over de medische aspecten, procedures en kosten voor zowel de eiceldonor als de wens-ouders.

Wat is eiceldonatie? uitklapper, klik om te openen

Bij eiceldonatie staat een donor haar eicellen af aan een andere vrouw (wensmoeder) met als doel het tot stand brengen van een zwangerschap. Volgens de Nederlandse wetgeving is de vrouw die het kind baart de juridische moeder.

De eiceldonor is bij voorkeur jonger dan 36 jaar. Vanaf 35 jaar neemt de vruchtbaarheid en de kans op een succesvolle behandeling versneld af.

In Nederland mag een vrouw tot en met de leeftijd van 49 jaar eicellen van een donor ontvangen. Bij een leeftijd ouder dan 42 jaar (dus vanaf de 43e verjaardag) worden de kosten voor de behandeling niet door de zorgverzekering vergoed.

Waarom eiceldonatie? uitklapper, klik om te openen

Er kunnen verschillende medische redenen zijn waarom een vrouw gebruik wil maken van eiceldonatie.

Vervroegde overgang

Vervroegde overgang wil zeggen dat een vrouw voor haar veertigste jaar in de overgang is gekomen. Het gevolg is dat er geen goed functionerende eierstokken meer zijn. De vervroegde overgang kan het gevolg zijn van bijvoorbeeld chemotherapie, bestraling of een operatie aan de eierstokken. Soms is het onduidelijk wat de oorzaak is.

Erfelijke aandoening

Sommige vrouwen hebben een hoog risico om een ernstige erfelijke aandoening door te geven aan het kind. Eiceldonatie kan dan een oplossing zijn.

Welke vormen zijn er? uitklapper, klik om te openen

Wensouders hebben in het UMC Utrecht twee keuzes, namelijk een behandeling met een eigen eiceldonor of gebruik maken van eicellen die opgeslagen zijn in de eicelbank. Om eicellen te kunnen ontvangen moet de wensmoeder een goed functionerende baarmoeder hebben.

Eigen eiceldonor

Wensouders kunnen zelf op zoek gaan naar een eiceldonor. Dit kan iemand uit de eigen omgeving zijn zoals een zus, nicht of een vriendin. Een andere mogelijkheid is om een eiceldonor te zoeken via een oproep op bijvoorbeeld een bemiddelingssite op internet. Een eiceldonor mag geen commerciële motieven hebben in Nederland.

Eiceldonor van de eicelbank

Wensouders kunnen ook gebruik maken van de gedoneerde eicellen die opgeslagen zijn in de eicelbank van het UMC Utrecht. Dankzij speciale invriestechnieken is het mogelijk om eicellen in te vriezen en gedurende langere tijd te bewaren. Ook bij deze vorm van eiceldonatie is een commercieel motief verboden in Nederland. Deze eiceldonoren hebben alleen een onkostenvergoeding gekregen. Helaas is de vraag naar eicellen van de donorbank veel groter dan het aanbod. Dit is de reden dat er een lange wachtlijst is.

Eisen voor eiceldonor uitklapper, klik om te openen

Het doneren van eicellen is altijd op basis van een vrijwillige keuze. Een eiceldonor biedt zelf aan om deze behandeling te ondergaan.

Eisen eigen donoren en eicelbankdonoren:

  • De eiceldonor heeft goed nagedacht over de consequenties van de keuze.
  • Een eigen eiceldonor is niet ouder dan 40 jaar. De donor voor de eicelbank is niet ouder dan 35 jaar. De voorkeursleeftijd is tussen de 23 en 36 jaar wegens kwaliteitsafname van de eicellen bij ouder worden.
  • De eiceldonor heeft een voltooid gezin of geen kinderwens.
  • De eiceldonor is lichamelijk en geestelijk gezond.
  • De eiceldonor heeft geen geslachtsziekte of een verhoogd risico op het krijgen van een geslachtsziekte.
  • De eiceldonor heeft geen risico op een ernstige erfelijke ziekte.
  • De eiceldonor geeft toestemming dat haar gegevens aan het volwassen kind bekend gemaakt worden als het kind dat wenst.

Eisen voor de wensmoeder uitklapper, klik om te openen

Eisen wensmoeder voor het in aanmerking komen van gedoneerde eicellen:

  • De wensouder(s) heeft goed nagedacht over de consequenties van de keuze.
  • De wensmoeder moet jonger zijn dan 43 jaar bij eicellen van een donor van de eicelbank.
  • Bij een eigen donor moet de wensmoeder jonger zijn dan 50 jaar.
  • De wensouder(s) accepteert dat het volwassen kind gegevens op kan vragen van de eiceldonor.
  • De wensouder(s) betaalt zelf de kosten voor de eicellen van de eicelbank, want geen enkele zorgverzekering vergoedt deze kosten.

Eiceldonatie en anonimiteit uitklapper, klik om te openen

Eiceldonoren zijn niet de wettelijke of sociale moeder van het kind dat ontstaat uit behandelingen met eiceldonatie. Er bestaat geen familierechtelijke band. In Nederland is in de wet ‘donorgegevens kunstmatige bevruchting’ van 1 juni 2004 vastgelegd, dat kinderen het recht hebben om te weten van wie ze afstammen. Zodra er een zwangerschap is ontstaan uit een behandeling met eiceldonatie, worden zowel de wensmoeder als de eiceldonor aangemeld bij het College Donorgegevens Kunstmatige Bevruchting (CDKB) van het ministerie van Ministerie van Volksgezondheid, Welzijn en Sport (VWS, hierna genoemd het College). We vragen eiceldonoren een zogenaamd donorpaspoort in te vullen. In dit paspoort staan sociale gegevens, uiterlijke kenmerken, karaktereigenschappen en hobby’s van de donor. Deze gegevens geven we door aan het College. Het College verstrekt uiterlijke en sociale donorgegevens aan de ouders van donorkinderen en, vanaf de leeftijd van 12 jaar, ook aan de donorkinderen zelf. Vanaf de leeftijd van 16 jaar kan het kind persoonsidentificerende gegevens van de eiceldonor opvragen. De persoonsidentificerende gegevens van de eiceldonor zijn alleen door het kind op te vragen en niet door de ouders. Als het donorkind contact wenst, bemiddelt het College tussen donor en kind. Het College verstrekt ook medische gegevens van donoren en kinderen op aanvraag van huisartsen. Op de website van het College donorgegevens kunstmatige bevruchting, www.donorgegevens.nl, is informatie te vinden over hoe het College met donorgegevens omgaat.

Voortraject van eiceldonor uitklapper, klik om te openen

Intakegesprek arts

Tijdens het intakegesprek op de polikliniek komen onderwerpen als motivatie tot doneren, medische en gynaecologische voorgeschiedenis, erfelijke afwijkingen en de procedure aan bod.

Het genetisch onderzoek

Soms is een gesprek nodig met een klinisch geneticus. Het doel van het gesprek met een arts van de afdeling klinische genetica is te achterhalen of er ernstige, erfelijke aandoeningen in de familie voorkomen. Als dat zo is, wordt het verzoek om eicellen te doneren afgewezen.

Gesprek maatschappelijk werk

Als blijkt dat een eiceldonor in medisch opzicht voldoet aan de criteria voor het donorschap en er voor de eiceldonor geen extra risico’s verbonden zijn aan de behandeling, wordt een afspraak gemaakt bij één van onze maatschappelijk werkers. In dit gesprek worden vooral de sociale en emotionele aspecten en de betekenis voor het eiceldonorschap besproken. 

Beraadsgroep

Zowel de arts als de maatschappelijk werker maken een verslag van het gesprek en het onderzoek en bespreken dit met de beraadsgroep voortplantingsgeneeskunde. De beraadsgroep neemt de beslissing om een eiceldonor te accepteren.

Onderzoek

Als een eiceldonor gaat donoren wordt er onderzoek gedaan naar de aanwezigheid van infectieziekten die met de gedoneerde eicellen kunnen worden overgebracht. Dit betreft een bloedonderzoek naar de aanwezigheid van hiv, Hepatitis B, Hepatitis C en lues (syfilis) en een Chlamydia en Gonorroekweek van de baarmoederhals.

Voortraject van de wensouders uitklapper, klik om te openen

Intakegesprek arts

Tijdens het intakegesprek op de polikliniek komen onderwerpen als motivatie eiceldonatie, medische en gynaecologische voorgeschiedenis en de procedure aan bod.

Gesprek maatschappelijk werk

Iedere wensouder krijgt een gesprek met één van onze maatschappelijk werkers. In dit gesprek worden vooral de sociale en emotionele aspecten en de betekenis van eiceldonatie besproken. 

Beraadsgroep

Zowel de arts als de maatschappelijk werker maken een verslag van het gesprek en het onderzoek en bespreken dit met de beraadsgroep voortplantingsgeneeskunde. Deze multidisciplinaire beraadsgroep neemt uiteindelijk de beslissing of de wensouders in aanmerking komen voor eiceldonatie. 


Zelf een eiceldonor uitzoeken uitklapper, klik om te openen

Door de schaarste aan eicellen kunnen wensouders niet zelf een eiceldonor uitkiezen uit de eicelbank. Wel kan de wensouder een voorkeur aangeven voor bepaalde uiterlijke kenmerken zoals ras, lengte, gewicht, haarkleur en oogkleur. De behandelend arts zal zoveel mogelijk rekening houden met deze voorkeur bij het selecteren van de eicellen.

Risico’s en complicaties voor eiceldonor uitklapper, klik om te openen

De complicaties bij de follikelpunctie zijn zeldzaam, maar er is een kleine kans op een infectie of een bloeding. De kans op blijvende gevolgen voor de vruchtbaarheid na een ernstige infectie van de inwendige vrouwelijke geslachtsorganen is klein (<1%). Er is ook een risico dat de eierstokken te sterk worden gestimuleerd. We spreken dan van een ‘hyperstimulatiesyndroom’. De eiceldonor kan last krijgen van vocht vasthouden, buikpijn, kortademigheid en verhoogde kans op trombose. Het hyperstimulatiesyndroom herstelt zich meestal in de loop van een aantal dagen of weken vanzelf, maar soms is een opname noodzakelijk om ernstige complicaties te voorkomen. Door middel van echo’s en bloedcontroles proberen wij de kans op deze complicatie zo klein mogelijk te houden.


Risico’s en complicaties voor de wensmoeder uitklapper, klik om te openen

De wensmoeder kan last krijgen van de bijwerkingen door het gebruik van de hormonen oestradiol en progesteron. Bijwerkingen kunnen zijn gespannen of pijnlijke borsten, hoofdpijn of stemmingswisselingen. Ook kunnen wensmoeders misselijk worden of vocht vasthouden. De hormonen die de cyclus onderdrukken zorgen soms voor overgangsklachten, zoals opvliegers, transpiratie, nachtzweten en hoofdpijn.


Behandelprocedure eiceldonor uitklapper, klik om te openen

Na de goedkeuring van de beraadsgroep voortplantingsgeneeskunde, krijgt de eiceldonor een oproep voor een gesprek over de behandeling met een gynaecoloog of een fertiliteitsarts. De arts bespreekt o.a. het behandelplan.

In Nederland wordt aan alle vrouwen die zwanger willen worden geadviseerd om iedere dag 0,4 mg foliumzuur te slikken vanaf een maand voor de bevruchting tot een zwangerschapsduur van tien weken. Op deze manier wordt de kans op het krijgen van een baby met een neuraalbuisdefect (bijvoorbeeld een open ruggetje) verkleind. Dit is de reden dat ook de eiceldonor wordt gevraagd om vier weken voor start van de behandeling tot aan de punctiedag foliumzuur te gebruiken.

Voor het verkrijgen van de eicellen moeten hormonen worden toegediend zodat meer dan één follikel en dus meer dan één eicel tot rijping wordt gebracht. Dit proces heet ‘stimulatie van de eierstokken’. Tijdens de hormoonstimulatie wordt met echoscopisch onderzoek de groei en het aantal eiblaasjes gecontroleerd. De eicellen worden kort voor de eisprong uit de eierstok opgezogen. We noemen dit de follikelpunctie. De follikelpunctie vindt plaats via de vagina onder echoscopische controle. Vooraf wordt de vagina plaatselijk verdoofd. Vaak, maar niet altijd, komt de eicel met de opgezogen vloeistof uit de follikel mee. Het aantal eicellen dat opgezogen kan worden is afhankelijk van het aantal goed ontwikkelde follikels en hun bereikbaarheid. De eicellen worden vervolgens naar het laboratorium gebracht. In het laboratorium controleert een laboratoriummedewerker de follikelvloeistof op de aanwezigheid van eicellen.


Behandelprocedure wensmoeder uitklapper, klik om te openen

Na de goedkeuring van de beraadsgroep krijgt de wensmoeder een oproep voor een gesprek over de behandeling met een gynaecoloog of een fertiliteitsarts. De arts bespreekt o.a. het behandelplan.

In Nederland wordt aan alle vrouwen die zwanger willen worden geadviseerd om iedere dag 0,4 mg foliumzuur te slikken vanaf een maand voor de bevruchting tot een zwangerschapsduur van tien weken. Op deze manier wordt de kans op het krijgen van een baby met een neuraalbuisdefect (bijvoorbeeld een open ruggetje) verkleind. Dit is de reden dat ook de wensmoeder wordt gevraagd om vier weken voor start van de behandeling foliumzuur te gebruiken. Bij een zwangerschap moet dit ook gedurende de eerste tien weken gebruikt worden.

De wensmoeder gaat hormoonpillen (oestradiol) slikken om het baarmoederslijmvlies op te bouwen. Als een vrouw zelf nog een menstruatiecyclus heeft, moeten ook medicijnen geïnjecteerd worden om de eigen hormonen te onderdrukken. Na ongeveer zeven tot veertien dagen worden vaginale echo’s gemaakt om te beoordelen of het baarmoederslijmvlies dik genoeg is voor de terugplaatsing. Zo lang de wensmoeder de hormoonpillen blijft slikken, blijft het baarmoederslijmvlies klaar voor de terugplaatsing. Verder moet de wensmoeder op een afgesproken startdatum beginnen met inbrengen van vaginale hormooncapsules (progesteron) om het baarmoederslijmvlies op de terugplaatsing voor te bereiden. De wensmoeder blijft doorgaan met de beide hormoonpillen (oestradiol en progesteron) volgens het behandelplan van de arts.


Het bewaren van eicellen uitklapper, klik om te openen

Alleen eicellen die voldoende zijn uitgerijpt, zijn geschikt om in te vriezen. De invriesmethode noemen we: eicelvitrificatie. Deze invriesmethode voorkomt zoveel mogelijk vorming van ijskristallen die de eicellen kunnen beschadigen. De ingevroren eicellen worden bewaard in een vat met vloeibare stikstof (-196°C). De eicellen kunnen jarenlang bij deze temperatuur bewaard blijven.

Quarantaine van de eicellen

Om het risico op infectie te minimaliseren gaan alle eicellen van een eiceldonor in eerste instantie in quarantaine. Het opsporen van besmettelijke ziektes bij eiceldonoren is erg belangrijk en een standaardprocedure bij iedere vorm van donatie. De eiceldonor ontvangt daarom, zes maanden nadat de eicellen zijn ingevroren, een laboratoriumformulier voor het laten prikken van bloed op diverse infecties zoals seksueel overdraagbare aandoening (soa’s). Als er bacteriën of virussen bij de eicellen aanwezig zijn, kunnen andere vrouwen besmet worden door het gebruik van deze eicellen. Als er sprake is van een infectie dan wordt de eiceldonor zo nodig behandeld. Vanzelfsprekend bespreekt de arts de gevolgen van de infectie met de eiceldonor.


Hoe worden eicellen bevrucht? uitklapper, klik om te openen

Eicellen die niet ingevroren zijn geweest kunnen (afhankelijk van de zaadkwaliteit) bevrucht worden m.b.v. In Vitro Fertilisatie (IVF). Ingevroren eicellen kunnen alleen bevrucht worden met een Intra Cytoplasmatische Sperma Injectie (ICSI). Bij IVF worden in het laboratorium de eicellen en zaadcellen samengebracht in een kweekschaaltje om tot een bevruchting te komen. Bij een ICSI wordt in het laboratorium één zaadcel in een eicel geïnjecteerd. Na de bevruchting kan de bevruchte eicel (embryo) een paar dagen doorgroeien in het laboratorium.


Hoe wordt een embryo teruggeplaatst? uitklapper, klik om te openen

Tijdens de terugplaatsing van het embryo ligt de wensmoeder in een gynaecologische stoel. Met een eendenbek brengt de arts de baarmoedermond in beeld. Een laboratoriummedewerker zuigt het embryo onder de microscoop op in een dun flexibel slangetje (katheter). De arts schuift de katheter, met behulp van een echo, via de baarmoederhals de baarmoeder in. Vanuit de katheter komt het embryo in de baarmoeder terecht. Voor het tot stand komen van een zwangerschap moet het embryo zich gaan innestelen in het baarmoederslijmvlies.


Zwangerschap na eiceldonatie uitklapper, klik om te openen

De kans op een zwangerschap hangt o.a. af van de leeftijd van de eiceldonor. Hoe jonger de eiceldonor, hoe groter de kans op een zwangerschap. De leeftijd van de wensmoeder lijkt nauwelijks van invloed te zijn op de kans op een zwangerschap.

Zwangerschappen na eiceldonatie geven een iets grotere kans op complicaties dan zwangerschappen die op natuurlijke wijze zijn ontstaan. De complicaties die kunnen optreden zijn bloedingen in het eerste trimester, verhoogd risico op een miskraam en zwangerschapsvergiftiging (o.a. hoge bloeddruk). Een zwangerschap na eiceldonatie wordt altijd vervolgd door een gynaecoloog. Kinderen geboren na eiceldonatie verschillen niet ten opzichte van kinderen geboren na een IVF/ICSI-behandeling wat betreft groei, ontwikkeling en gezondheid.


Wat zijn de kosten? uitklapper, klik om te openen

Wensouders

Voor de eiceldonatie met een eigen eiceldonor zijn geen speciale verzekeringstarieven. De zorgverzekeraar vergoedt de eerste drie behandelingen bij de wensouders. Het is goed om vooraf bij de zorgverzekeraar te informeren. Omdat de eiceldonor bepaalde onderzoeken en ingrepen ondergaat, kan het voorkomen dat ook haar ziektekostenverzekering wordt aangesproken. Van tevoren kunnen de wensouders afspraken maken over kosten die de eiceldonor maakt zoals eigen risico, ziektekosten en reiskosten etc. 

Als wensouders gebruik gaan maken van eicellen van de donorbank dan ontvangen wensouders per behandeling een factuur voor het gebruik van de eicelbank. Dit valt buiten de basisverzekering en wordt nooit vergoed door uw verzekeraar, ook niet met een machtiging.

De bedragen zijn te vinden in de tarievenlijst op de website. Ga naar www.umcutrecht.nl en zoek op tarieven fertiliteit.

Eiceldonor

De wensouders en/of de verzekering betalen de behandeling. De eiceldonor mag geen financiële vergoeding krijgen voor het doneren van de eicellen. Wel is het gebruikelijk, dat de wensouders, de kosten die de eiceldonor maakt te vergoeden (medische kosten, reiskosten, opvangkosten kinderen, etc.). 

Een eiceldonor die doneert voor de eicelbank van het UMC Utrecht krijgt per behandeling een standaard onkostenvergoeding (€ 700,-) en bijvoorbeeld reiskosten (kilometervergoeding van € 0,19)


Goed om te weten uitklapper, klik om te openen

Medicatie

Per 1 januari 2014 kunnen de medicijnen voor een vruchtbaarheidsbehandeling niet opgehaald worden bij de eigen apotheek. De overheid heeft bepaald dat de levering van deze medicatie geregeld moet worden door het ziekenhuis waar de behandeling plaats vindt. Het recept voor de medicijnen moeten ingeleverd worden bij de apotheek van het UMC Utrecht. Het is van belang dat bekend is welke andere geneesmiddelen gebruikt worden. Een medicatieoverzicht moet opgevraagd worden bij de eigen apotheek. Ook als geen medicatie gebruikt wordt is zo’n overzicht nodig. Dit overzicht is dertig dagen geldig. Een recent medicijnoverzicht is niet nodig bij aanmelding van het Landelijk Schakel Punt (LSP). Via het LSP kan digitale uitwisseling van medicatiegegevens plaatsvinden. Informatie over het LSP en het geven van toestemming voor het elektronisch opvragen van medicatiegegevens kan via www.ikgeeftoestemming.nl. Bij de apotheek van het UMC Utrecht zijn ook toestemmingsformulieren verkrijgbaar. De apotheek UMC Utrecht bevindt zich op de begane grond en is geopend op werkdagen 8.30 - 17.30 uur.

Voorbereiding behandeling

Tegen de tijd dat een eiceldonor of wensouder gaat starten met de behandeling wordt een afspraak gemaakt voor het voorbereidingsgesprek op de polikliniek.

Tijdens dit gesprek komen de volgende punten aan bod:

  • Tijdstip start van de behandeling. Voor de planning is het van groot belang dat de afgesproken behandelmaand aangehouden wordt. Afwijken van de geplande maand kan alleen na overleg met het secretariaat via telefoonnummer 088-75 575 25.
  • Informatie over het behandelschema en het verstrekken van recepten voor de te gebruiken medicijnen.

Instructie over medicatie en leren injecteren

Voor de start van de behandeling wordt een prikinstructie afgesproken. De verpleegkundige geeft uitleg over de medicijnen en laat zien hoe de medicijnen klaar gemaakt worden en hoe de onderhuidse (subcutane) injecties gegeven moeten worden.

Er is een verpleegkundig telefonisch spreekuur voor vragen over de behandeling.

Dit spreekuur is bereikbaar van maandag t/m vrijdag, telefoonnummer 088-75 564 53.

Aanmelden als eiceldonor uitklapper, klik om te openen

Met dit formulier kunt u zich aanmelden als eiceldonor


Contact uitklapper, klik om te openen

Wilt u een afspraak maken of hebt u vragen? Neem dan contact op met de polikliniek voortplantingsgeneeskunde.

Polikliniek Voortplantingsgeneeskunde

088 755 75 25

Het maken van afspraken kan op werkdagen van 08.00 - 16.00 uur.

Overige contactgegevens

Spoedgevallen
Telefoonnummer 088 75 555 55
Overdag vragen naar sein 71608 (verpleegkundige IVF-behandelcentrum).
’s Avonds en ’s nachts vragen naar de dienstdoende arts van de gynaecologie.

E-consult
Bent u al patiënt in het UMC Utrecht en wilt u een medisch inhoudelijke vraag stellen? Log dan met uw DigiD in bij het patiëntportaal om een e-consult aan te vragen met één van onze artsen/uw behandelend arts. Via een e-consult kunt u direct een vraag stellen aan uw zorgverlener, zonder dat u daarvoor hoeft te bellen of naar het UMC Utrecht hoeft te komen. U krijgt binnen 3 werkdagen antwoord op uw vraag.

Verpleegkundig spreekuur
T: 088 75 564 53
Werkdagen 8.15 – 10.00 uur en 14.30 – 16.00 uur