Bij u is de diagnose overactieve blaas gesteld. Dit houdt in dat uw blaas op onwillekeurige momenten samentrekt. In verband met uw blaasklachten heeft u al eerder behandelingen gehad die onvoldoende resultaat hadden. Er wordt u nu een behandeling aangeboden die bestaat uit het injecteren van de blaas met Botuline toxine A (Botox). In deze folder vindt u meer informatie over de behandeling met Botox.
Botuline toxine A wordt door een bacterie gemaakt (Clostridium botulinum) en geeft na inspuiten gedurende enige maanden een verlamming van spieren, in dit geval van de blaasspier. Door verlamming van de blaasspier vermindert het onwillekeurig samentrekken van uw blaas. De bijwerkingen zijn beperkt. In een aantal gevallen werden vermoeidheid, spiermoeheid of spierzwakte of ademhalingsproblemen beschreven. Hierbij ging het om patiënten die een te hoge dosis of een te snel herhaalde injectie kregen. Ook kan het zijn dat het uitplassen (tijdelijk) bemoeilijkt is.
Voor de behandeling wordt urineonderzoek en een blaasfunctieonderzoek gedaan. Vooraf dient u een plasdagboek en een vragenlijst over kwaliteit van leven in te vullen. Deze lijsten kunt u vinden achter in deze folder.
Sommige patiënten leren voor de Botox-behandeling zelf met een slangetje de blaas leeg te maken (zelfkatheterisatie). Het aanleren van zelfkatheterisatie duurt meestal ongeveer één uur.
De behandeling zelf gebeurt op de operatiekamer onder plaatselijke verdoving, narcose of onder een ruggenprik. Via een cystoscoop (instrument waarmee in de blaas gekeken kan worden) wordt met een naald de Botox op verschillende plaatsen in de blaas ingespoten. Soms wordt er tijdelijk een slangetje (katheter) in de blaas achtergelaten. Als de behandeling onder plaatselijke verdoving gedaan wordt, kunt u direct weer naar huis. Indien u narcose of een ruggenprik krijgt, wordt u op de verpleegafdeling opgenomen.
De Botox gaat na een paar dagen werken. Het is belangrijk om te controleren of u goed uitplast (met zelfkatheterisatie). Drie maanden na de behandeling wordt controle afgesproken, eventueel telefonisch. In overleg met u behandelend arts dient u opnieuw een plasdagboek en een vragenlijst over kwaliteit van leven in te vullen. Mocht dit nodig zijn, dan worden deze vragenlijsten naar u toegestuurd. Indien de Botox uitgewerkt is (gemiddeld na 9 maanden) kan de injectie herhaald worden.
Uitleg bij 24 uurs Mictielijst
Om een indruk te krijgen van uw plas- en drinkpatroon verzoeken wij u vriendelijk om gedurende een dag deze lijst bij te houden. Dit ‘plasdagboek’ verschaft uw behandelend arts belangrijke informatie.
- Begin met het bijhouden van de lijst met het volume van de eerste keer plassen als u opstaat.
- Eindig de lijst met het volume van de eerste plas als u de volgende dag weer opstaat.
- Vul de lijst in op een representatieve dag, oftewel een voor u normale dag. Dus niet op een dag dat u op reis gaat of ongewone dingen doet.
- Vul de datum in.
- Geef de tijdstippen aan waarop u naar bed gaat en opstaat.
- Iedere portie urine moet u apart opvangen in een maatbeker. Zo kunt u elke keer aflezen hoe groot de portie is (milliliters).
- Geef bij iedere plas aan of u aandrang en/of pijn voelde voordat u moest plassen,
- meer plusjes is méér drang
- meer plusjes is méér pijn.
- Iedere keer dat u iets drinkt vult u de hoeveelheid in (milliliters) en het tijdstip. Onder aan het formulier staan enkele veel voorkomende hoeveelheden.
- Als u ongewenst urineverlies (incontinentie) bemerkt, dan vermeldt u dit, ook weer met het tijdstip. U geeft hierbij ook aan of er aandrang en/of pijn was.
- Geef ook aan of u opvangmateriaal of kleding hebt moeten verwisselen,
- meer plusjes is méér verlies.
- Als u naast het zelf plassen ook catheteriseert (of alleen maar catheteriseert) dan kunt u de hoeveelheid invullen in de tweede kolom (urine volume). Geef eventueel aan met een ‘p’ (als u plaste) of een ‘c’ (als u catheteriseerde).
Neem de ingevulde lijst mee naar uw volgende afspraak.
AFBEELDING
AFBEELDING
AFBEELDING