Terug

Blaastraining ouders

Blaastraining ouders

Patiëntfolder

Uw kind start binnenkort met een blaastraining. Wij begeleiden uw kind hierbij. De kans dat de training slaagt, is groter als u uw kind goed steunt en motiveert. Dat klinkt logisch, maar het is een kunst op zich. De ervaring leert dat veel ouders dit best moeilijk vinden na alles wat zij al eerder met hun kind geprobeerd hebben. Een goede voorbereiding is belangrijk. U weet dan wat u kunt doen om de training te laten slagen.

De training vraagt veel inzet van uw kind, maar ook van u. Het is een activiteit die tijdens een aantal weken veel aandacht vraagt. Het heeft zeker invloed op de dagelijkse bezigheden. U moet niet onderschatten hoeveel tijd en inzet dit kost! Het is het beste om te starten op een moment dat u en uw kind de tijd en inzet ook echt kunnen leveren. Vergelijk het maar met een vorm van topsport. Dan moeten de sporter en de coach een lange periode veel inspanning leveren. Samen werken ze aan een zo goed mogelijk resultaat. In deze folder staan adviezen voor u.

Wat is het doel van de training? uitklapper, klik om te openen

Het doel van de training is dat uw kind goed toiletgedrag aanleert. Daarmee traint uw kind om de blaas goed leeg te plassen en droog te blijven.

Soms lijkt het alsof mijn kind er geen last van heeft, maar is dat ook zo? Uw kind heeft samen met u de afgelopen jaren waarschijnlijk al meerdere pogingen gedaan om met behulp van oefeningen en lijsten beter te plassen en droog te blijven. Tot nu toe is dat nog niet helemaal gelukt. Wij vinden het belangrijk dat u en uw kind inzicht krijgen in de oorzaak van de blaasproblemen en de incontinentie (het nat zijn).

  • Als uw kind begrijpt waarom hij nat is, is hij over het algemeen meer gemotiveerd om er iets aan te doen.
  • Als u bepaald gedrag dat samenhangt met de blaasproblemen goed leert begrijpen, kunt u uw kind beter helpen.

Veel kinderen hebben in de loop van de tijd een ontwijkhouding ontwikkeld. Zij negeren de signalen van de blaas en reageren onverschillig als zij bijvoorbeeld nat zijn. Dat komt doordat ze tot nu toe ervaren dat hun eigen inspanningen niet werken. Ze doen daarom alsof het probleem niet bestaat. Dan hebben ze er minder last van. Het is een soort overlevingsstrategie geworden.

In het trainingsprogramma proberen wij ervoor te zorgen dat uw kind deze ‘ontwijkhouding’ loslaat. Door middel van de trainingsinstructies geven wij uw kind handvatten om het probleem op te lossen, in plaats van het te ontwijken.

Wat houdt trainen in? uitklapper, klik om te openen

De training bestaat uit drie verschillende elementen:

We leren:

  1. hoe je moet plassen
  2. wanneer je moet plassen
  3. hoe vaak je moet plassen

Het verschilt per kind welk trainingselement het belangrijkste is. Uw kind krijgt opdrachten mee in de trainingsklapper. Dat doen we in de vorm van spelregels. Lees deze regelmatig goed door met uw kind.

Wat is mijn rol als ouder? uitklapper, klik om te openen

Wij vragen u om tijdens de training een dubbele rol te spelen:

  • de rol van ondersteunende ouder
  • de rol van trouwe supporter

Waarom is uw rol zo belangrijk? uitklapper, klik om te openen

Alleen het aantal plassen noteren of opschrijven of uw kind nat of droog is, werkt niet. Daarvan wordt uw kind niet droog! Er moet echt een leerproces plaatsvinden.

Uw kind moet leren om goed te voelen:

  • wanneer hij moet plassen of ophouden
  • hoe vaak hij dan naar de wc moet gaan

Dit moet eerst heel bewust gebeuren. Pas later gaat het min of meer vanzelf. U bespreekt met uw kind wat goed ging en wat nog beter kan. Er zitten een soort wedstrijdjes in de training. Uw kind moet dan opdrachten uitvoeren waarmee hij probeert ”de wedstrijd te winnen’. Dat lukt alleen met extra steun van de omgeving. Dat stimuleert het meest! Deze ondersteunende rol kost extra tijd en geduld, maar als u dit niet voldoende aandacht geeft, is het resultaat een stuk minder.

Hoe kunt u u uw kind helpen? uitklapper, klik om te openen

Het is net als bij sport: moedig uw kind aan om het zo goed mogelijk te doen. Hierbij is een positieve instelling erg belangrijk. Het kan zijn dat u door veel negatieve ervaringen niet meer in een goed resultaat gelooft. Uw kind merkt dat en kan hierdoor misschien de moed verliezen. Ga er daarom juist vanuit dat het gaat lukken en laat dit ook merken. Geef uw kind complimentjes als het goed gaat, maar steun uw kind ook als het een keer niet goed gaat. Bijvoorbeeld door te zeggen: ‘Hou vol, morgen beter!’, Geef niet op!

Kinderen zijn over het algemeen de eerste dagen serieus bezig. Soms valt daarna de aandacht weg. Houd daar rekening mee en stimuleer uw kind juist in de moeilijke periode om door te gaan. Wanneer uw kind de neiging heeft om ‘de ontwijkhouding’ aan te nemen, herinner hem dan aan de afspraken met het ziekenhuis. De therapeut bespreekt met uw kind hoe hij de afspraken wel kan nakomen. Betrek uw kind bij het vinden van oplossingen. Daardoor blijft hij beter gemotiveerd. Bijvoorbeeld ‘ Wat kun je verzinnen om niet te vergeten je onderbroek te controleren als je naar het toilet gaat?’ Laat het kind mee denken met de oplossing. Ontwijken is dan moeilijker, want hij heeft zelf gekozen voor deze manier.

Hoe help ik bij de drie leerelementen? uitklapper, klik om te openen

1 Hoe plassen?

Toilethouding: Controleer af en toe samen met het kind of het nog op de goede manier op de wc zit.

2 Wanneer plassen?

Trainen wil ook zeggen: ‘leren luisteren’ naar de signalen van je blaas en op tijd naar de wc gaan. Uw kind moet zelf leren voelen en zelf (gaan) beslissen wanneer hij naar de wc gaat. U mag uw kind dus eigenlijk niet meer naar de wc sturen. Wel mag u uw kind helpen om eraan te denken. Met de kinderen spreken we af dat het naar de wc sturen via een soort ‘geheimtaal’ gebeurt. Vraag af en toe aan uw kind: ‘1­2­3?’ Uw kind denkt dan: ‘Moet ik wel of moet ik niet?’ Dit denkspelletje oefenen we tijdens de training.

Na uw vraag moet uw kind goed nadenken en voelen en dan zelf beslissen of hij wel of niet gaat plassen. Probeer dat dagelijks te doen. Sommige kinderen hebben er een hekel aan. Dit heeft te maken met de ontwijkhouding, zoals we eerder beschreven. Probeer dan terug te grijpen op de trainingsregels, zoals wij ze in het boekje beschreven hebben. Lees ze nog eens met uw kind door. Wijs hem erop dat hij zelf de afspraak met de trainster gemaakt heeft dat dit een onderdeel van de training is. Wanneer het strijd oplevert kunt u afspreken dat het met de trainster besproken wordt.

3 Hoe vaak plassen?

Tijdens de training vult u samen met uw kind plaslijsten in. Daarop is te zien hoe vaak het kind plast. Uw kind ziet dan dus zelf wanneer en hoe vaak hij geplast heeft. Op de lijst kan hij ook zien of hij het advies van zeven plassen per dag haalt. Aan het einde van de dag, bekijkt u samen met uw kind hoe het is gegaan. Sluit de dag door erbij te schrijven hoe het gegaan is. Gebruik daarvoor pakkende kreten zoals: ‘top, oké. Geweldig, je bent een kanjer’of ‘dat kan beter, jammer morgen weer proberen, doe je best, dan gaat het lukken’. Het is erg belangrijk om dit iedere avond te doen. Uw kind voelt zich dan gesteund en is daardoor gemotiveerder om door te gaan. Iedereen heeft tenslotte een beetje steun, maar ook controle nodig!

Toch nat, wat nu?

Zoals afgesproken controleert uw kind zelf bij ieder toiletbezoek de onderbroek. Hij kijkt of deze nog droog is. U kijkt af en toe mee. Bij broekcontroles of tussendoor kan uw kind nat zijn. Een plek in de onderbroek groter dan een twee euro muntstuk rekenen wij als nat. U bent hierbij de scheidsrechter. Praat samen met uw kind over wat er mis ging. Bijvoorbeeld: ’Wat was je aan het doen, lette je goed op de seintjes van je blaas, denk je aan de training of vergeet je het?’ Ga er van uit dat dit een leermoment is. Als uw kind begrijpt hoe het komt, kan hij er wat van leren en proberen het een volgende keer anders aan te pakken. Zo kan hij zelf een natte broek voorkomen. Spreek uw kind niet bestraffend toe. Pep hem juist op om vol goede moed door te gaan en nog beter zijn best te doen.

Probeer er een wedstrijd van te maken door hem uit te dagen om één of meerdere dagdelen droog te blijven. Natuurlijk moet hij daarna proberen om dat record te verbeteren.

Wat te doen bij problemen? uitklapper, klik om te openen

Toiletbezoek

Uw kind wil niet naar het toilet gaan, terwijl u het idee hebt dat hij wel moet plassen.

Advies

  • Maak hem enthousiast om voldoende vlaggen of handtekeningen te halen.
  • Lees op een later tijdstip die dag de spelregels nog eens samen door.
  • Geef extra drinken.
  • Wanneer uw kind naar de BSO gaat, probeer dan de leiding te betrekken bij het programma. Vraag of zij willen helpen door uw kind eraan te herinneren om naar de wc te gaan of door het aantal plassen te noteren.

1-2-3

Uw kind raakt geïrriteerd en zegt al ‘nee’ voordat hij nagedacht heeft.

Advies

  • Herinner uw kind eraan dat uw kind eerst moet denken en voelen en dan pas mag kiezen of hij moet plassen.

Lijsten invullen

Uw kind vergeet steeds de lijsten in te vullen en noteert alles aan het einde van de dag.

Advies

  • Bespreek elk dagdeel apart na. Dus ’s ochtends een keer en ’s middags een keer

Wel of niet nat

Een flinke natte plek is opgedroogd.

Advies

  • Ruik of het urine is.

Reken het één keer als een twijfelgeval. Spreek af dat u het een volgende keer wel als nat rekent. Bespreek met uw kind dat hij de natte broeken ook eerlijk op de lijst noteert. Als uw kind de natte broeken negeert, leert hij niets van de training.

Uw kind verstopt de natte broeken

Advies

  • Confronteer uw kind met de gevonden broek zonder een bekentenis te verwachten. Leg rustig uit dat een natte broek niet erg is. Vertel dat het moeilijk is, maar dat het beter is om het eerlijk te zeggen. U en de trainster kunnen hem helpen om de natte broek te voorkomen.

Algemeen advies uitklapper, klik om te openen

Ga geen strijd aan. Wijs uw kind op de afspraken met de urotherapeut. Maak een afspraak met uw kind dat u twijfels of problemen bij een volgend telefonisch contact met de therapeut bespreekt.

Wanneer u graag tussentijds iets met ons wilt bespreken, bel ons dan. Ons telefoonnummer is 088 75 541 11 (vragen om door te verbinden met het incontinentieteam WKZ).

Wij wensen uw kind en u veel succes!

Incontinentieteam WKZ

Contact uitklapper, klik om te openen

Als u een afspraak wilt maken op de polikliniek urologie hebt u een verwijzing nodig van uw huisarts of specialist.

Polikliniek Urologie

088 75 540 75

Maandag tot en met vrijdag van 08.30 tot 16.30 uur.