Terug

Asplenie leven zonder miltfunctie

Asplenie leven zonder miltfunctie

Patiëntfolder

De informatie in deze folder is voor volwassenen bij wie de milt is verwijderd of dit binnenkort zal gebeuren en voor volwassenen met een niet goed functionerende milt. Zonder milt is goed te leven. In deze folder leest u over de functie van de milt, de risico van een verminderde of afwezige miltfunctie en welke maatregelen u kunt treffen om infecties te voorkomen.

Functie van de milt uitklapper, klik om te openen

De milt is één van de onderdelen van het lymfestelsel en speelt een belangrijke rol in de afweer tegen infecties.

  • De milt kan bacteriën en andere ziekteverwekkers uit het bloed filteren.
  • De milt maakt antistoffen tegen bepaalde bacteriën. Die antistoffen zorgen ervoor dat bacteriën herkend en vernietigd worden.

Miltverwijdering of niet goed functionerende milt uitklapper, klik om te openen

De meest voorkomende redenen om de milt te verwijderen (splenectomie) zijn:

  • Miltbeschadiging door een ongeluk/trauma.
  • Immuun trombocytopenische purpura (ITP), een auto-immuunziekte waarbij er een tekort aan bloedplaatjes ontstaat.
  • Auto-immuun hemolytische anemie (AIHA), een aandoening waarbij het eigen afweersysteem rode bloedcellen vernietigt.

Belangrijke oorzaken van een niet goed functionerende milt zijn:

  • Rode bloedcelziekten zoals sikkelcelanemie of thallasemie.
  • Milt-infarct.
  • Bestraling van de milt.

Gevolgen van het ontbreken van de miltfunctie uitklapper, klik om te openen

Als u geen of een niet goed functionerende milt heeft, bent u vatbaarder voor bepaalde infecties. Door het ontbreken van de filterfunctie van de milt, kunnen deze infecties in korte tijd levensbedreigend worden. De meeste infecties treden op in de eerste twee jaar na het verdwijnen van de miltfunctie, maar ook daarna blijft er levenslang een verhoogd risico op infecties bestaan. Het betreft voornamelijk de volgende infecties:

  • Bacteriële infecties veroorzaakt door pneumokokken, meningokokken en haemophilus influenzae. Deze bacteriën kunnen longontsteking, hersenvliesontsteking, oorontsteking of bloedvergiftiging veroorzaken.
  • Wondinfecties na honden- of kattenbeten.
  • Malaria.
  • Babesiose (een parasiet die overgedragen kan worden door een tekenbeet en met name voorkomt in het oosten van de Verenigde Staten).

Adviezen om het risico op infecties te verminderen uitklapper, klik om te openen

Om het risico op infecties te verminderen worden de volgende maatregelen geadviseerd:

  1. Vaccinaties.
  2. Preventief gebruik van antibiotica in een lage dosering (profylaxe) de eerste twee jaar na het verdwijnen van de miltfunctie.
  3. Direct starten van een antibioticakuur én contact opnemen met uw arts zodra u koorts krijgt of in het geval van een honden- of kattenbeet.
  4. Extra voorzorgsmaatregelen nemen bij reizen.
  5. Uw omgeving informeren dat u geen of een verminderde miltfunctie heeft.

Vaccinaties

Wij adviseren u de volgende vaccinaties:

VerwekkerVaccinTijdschema
Pneumokokken13-valent conjugaat vaccin PCV-13
(Prevenar-13)
Eenmalig

23 valent polysaccharide vaccin
(Pneumovax
2 maanden na PCV-13
5 jaarlijks herhalen
MeningokokkenMeningokokken ACW135Y conjugaat vaccin
(Nimenrix)
Eenmalig
Indien <24 jaar 1 keer herhalen na 5 jaar

Meningokokken B vaccin
(Bexsero)
Tweemaal met 2 maanden tussenpoos
Haemophilus
influenzae B
Haemophilus influenzae B conjugaat vaccin
(Act-Hib)
Eenmalig
InfluenzaSeizoensvaccinJaarlijks

Als u een geplande verwijdering van de milt krijgt, streven wij ernaar om de vaccinaties tenminste twee weken vóór de operatie toe te dienen. Bij een spoedoperatie kunt u zich vanaf twee weken na de operatie laten vaccineren. Als u medicijnen gebruikt die de afweer onderdrukken, bepaalt u het moment van vaccineren in overleg met de internist-infectioloog.

Preventief gebruik van antibiotica de eerste 2 jaar

Tijdens de eerste twee jaar zonder milt(functie) is het advies dagelijks standaard een antibioticum in lage dosering te gebruiken (feneticiline 1 x per dag 500mg). In deze periode is de kans op een levensbedreigend verloop van infecties namelijk het grootst. Bij overgevoeligheid voor feneticilline, schrijven we azitromycine of claritromycine voor.

Direct antibiotica bij koorts of honden/kattenbeet

Wanneer u verschijnselen van infecties krijgt (koorts, koude rillingen) of u gebeten bent door een hond of kat, moet u altijd zo snel mogelijk een antibioticakuur starten. Dit is een ander antibioticum dan die u preventief inneemt, meestal Augmentin®. Daarnaast moet u dan altijd contact opnemen met uw arts.

Reisadvies: Malaria en babesiose

Bij reizen naar een malariagebied is een goede bescherming tegen malaria heel belangrijk. Dit kunt u doen door het slikken van malariaprofylaxe en het nemen van muggenwerende maatregelen (gebruik van DEET, dragen van bedekkende kleding en slapen onder geïmpregneerde muskietnetten). Mocht u koorts krijgen tijdens of na bezoek aan een gebied waar malaria voorkomt, dan moet er altijd onderzoek naar malaria verricht worden. Heeft u plannen voor een reis naar een tropisch oord, neem dan ruim vooraf contact op met de vaccinatiepolikliniek UMC Utrecht of een andere gespecialiseerd centrum voor een reisadvies consult. Gaat u reizen naar risicogebieden voor babesiose (met name bosrijke gebieden in het oosten van de Verenigde Staten), dan moet u extra letten op tekenbeten. In het geval van een tekenbeet adviseren wij de teek z.s.m. te verwijderen en contact te zoeken met een arts.

Tips

  • Zorg dat u en uw naasten op de hoogte zijn van de risico’s van leven zonder milt.
  • Draag uw medische informatie bij u (bijvoorbeeld een SOS medaillon, een medisch paspoort of overzicht in uw telefoon).
  • Zorg dat u altijd antibiotica bij u draagt en direct start bij koorts of een honden- of kattenbeet.
  • Neem na het starten van antibiotica bij koorts of een beet direct contact op met uw arts.
  • Zorg voor een gespecialiseerd reisadvies voor een tropische reis.

Contact uitklapper, klik om te openen

Hebt u vragen? Neem dan contact met ons op. Voor het maken van een afspraak hebt u een verwijzing nodig van de huisarts of specialist.

Polikliniek Infectieziekten

088 75 56307

De polikliniek is op werkdagen bereikbaar van 08.00 - 17.00 uur