Bijzondere tandheelkunde

Bijzondere tandheelkunde

De bijzondere tandheelkunde richt zich op patiënten bij wie een behandeling in een normale tandartspraktijk niet goed (meer) mogelijk is. Het kan daarbij bijvoorbeeld gaan om patiënten met een medische aandoening, waarbij gewone tandheelkunde nodig is. Het kan ook gaan om een defect aan kaak of gezicht door een tumor of trauma, of om extreme angst voor de tandarts. Kort samengevat wordt binnen de afdeling 'bijzondere' tandheelkundige zorg geleverd aan 'gewone' patiënten en 'gewone' tandheelkundige zorg aan 'bijzondere' patiënten.

• Mijn patiënt doorverwijzen

Meer informatie over het specialisme bijzondere tandheelkunde uitklapper, klik om te openen

De bijzondere tandheelkunde is onderverdeeld in de volgende aandachtsgebieden:

Maxillofaciale prothetiek

• Ernstige aangeboren afwijkingen zoals groeistoornissen, schisis, amelogenesis imperfecta of ernstige hypodontie.
• Status na oro/maxillo/faciaal trauma, defect of (hoofdhals) oncologische voorgeschiedenis.
• Ernstige gebitsprothese problematiek.

Gnathologie (orofaciale pijn)

• Orofaciale pijn – temporomandibulaire dysfunctie.

Angstbegeleiding & Gehandicaptenzorg

• Verstandelijke en/of lichamelijke beperkingen.
• Psychische aandoeningen zoals extreme angst.

Expertisecentrum uitklapper, klik om te openen

Het expertisecentrum voor aangeboren gelaats- en tandafwijkingen is één van de 21 expertisecentra van het UMC Utrecht die in 2015 door minister Schippers van VWS zijn erkend. De basis voor deze erkenning is een toetsing van alle kandidaat expertisecentra door een commissie, onder leiding van de NFU (Nederlandse Federatie van Universitair Medische Centra), waarin zowel medisch specialisten als patiëntenorganisaties participeerden. Het doel van de erkenning van deze centra is de diagnose van zeldzame aandoeningen te versnellen en de zorg voor, en behandeling van, patiënten met een zeldzame aandoening te verbeteren. De focus ligt op de volgende aangeboren afwijkingen: oligodontie (te weinig tanden), hemifaciale microsomie (afwijkingen aan de oogkas, kaakkopje en gehoor), 22q 11 deletie syndroom (gehemelte spleet, hartafwijking en psychologische kenmerken) en Pierre Robin sequentie (gehemelte spleet samen met een te kleine onderkaak). De expertisecentra dienen te voldoen aan de normen die de Europese Unie aan dergelijke centra stelt.

Wetenschappelijk onderzoek uitklapper, klik om te openen

Het onderzoek van de bijzondere tandheelkunde richt zich vooral op de oligodontie (te weinig tanden). Daarnaast is de afdeling betrokken bij onderzoek naar de toepassing van implantaten bij patiënten met het syndroom van Sjögren (auto-immuun ziekte met onder andere een droge mond).

Opleiding en onderwijs uitklapper, klik om te openen

De bijzondere tandheelkunde verzorgt een opleiding tot tandarts-maxillofaciale prothetiek (MFP) op basis van het opleidingsplan van de Nederlandse Vereniging voor Gnathologie en Prothetische Tandheelkunde. Dit is een vervolgopleiding na het behalen van het tandartsdiploma. Een tandarts-MFP richt zich op de zorg voor patiënten met een aangeboren of verworven afwijking van mond, kaak en/of aangezicht en op medisch gecompromitteerde patiënten. Voorbeelden van aangeboren afwijkingen zijn schisis en oligodontie. Voorbeelden van verworven afwijkingen zijn defecten door trauma’s van het aangezicht en hoofd-hals tumoren. De mondzorg kan daarbij variëren van de coördinatie van een orthodontisch-chirurgisch-restauratief/prothetisch behandeltraject voor een patiënt met ernstige hypodontie, tot de begeleiding van patiënten met xerostomie na radiotherapie en het maken van prothesen voor patiënten met een intra- en/of extraoraal defect na oncologische chirurgie.

PAO-T, nascholing voor tandartsen

Voor tandartsen wordt in het UMC Utrecht nascholing georganiseerd in de vorm van klinische avonden en/of minicursussen.

Aandachtsgebieden uitklapper, klik om te openen

• Aangeboren afwijkingen zoals groeistoornissen, glazuurafwijkingen of ontbrekende tanden.
• Begeleiding bij angst voor de tandarts.
• Problemen ontstaan na een ongeval, kaakoperatie of een bestraling.
• Gebitsprothese problemen, bijvoorbeeld door een kokhalsreflex.
• Pijn in aangezicht of kaakgewricht.
• Verstandelijk en/of lichamelijk beperkingen.
• Een ernstig medisch probleem.