Terug

Angiografie thrombolyse perifeer

Angiografie thrombolyse perifeer

Patiëntfolder

Wat is een thrombolyse behandeling?
Bij een thrombolyse behandeling plaatsen we een katheter in een acuut afgesloten bloedvat. Een pompje dat wordt aangesloten op de katheter druppelt continu een bloedverdunnend medicijn waardoor het stolsel kan oplossen. 
De bloedvaten (slagaderen) worden zichtbaar gemaakt met behulp van röntgenstralen en contrastmiddel.  Door het inspuiten van contrastmiddel zijn de bloedvaten en de weefsels eromheen van elkaar te onderscheiden. Zo bekijken we op welke plek het stolsel in de bloedvaten zit. 

Lees meer informatie over behandelingen:
interventieradiologie bij vaatlijden

Voorbereiding uitklapper, klik om te openen

  • Heeft u bij een eerder onderzoek een contrast reactie gehad, neem dan contact op met uw behandelend arts
  • Gebruikt u bloedverdunnende medicijnen, neem dan contact op met uw behandelend arts
  • Overige medicijnen (niet bloedverdunnend) mag u gewoon innemen met een glaasje water.
  • Twee uur voor het onderzoek niet meer eten, wel drinken (helder vloeibaar, geen melkproducten)
  • U krijgt 2 infusen voor toediening van medicijnen.
  • U krijgt een blaaskatheter omdat u langere tijd plat in bed ligt.

Tijdens het onderzoek uitklapper, klik om te openen

De verpleging brengt u naar de afdeling radiologie. Een medewerker haalt u op uit de wachtruimte en begeleidt u naar de onderzoeksruimte. In de onderzoeksruimte stellen we u een aantal controle vragen (naam, geboortedatum, medicijn gebruik) om de procedure veilig te laten verlopen.  In de onderzoeksruimte schuift u uit uw bed naar de onderzoekstafel. U komt op uw rug op de onderzoekstafel te liggen. U wordt aangesloten op de bewakingsapparatuur, zo kunnen wij uw bloeddruk en zuurstofgehalte tijdens de procedure meten.

Een bloedvat wordt meestal aangeprikt in de lies. Soms wordt het bloedvat aangeprikt in de arm. De aanprikplek wordt eerst plaatselijk verdoofd. Vervolgens wordt het bloedvat aangeprikt. Via een dun slangetje dat wordt ingebracht in het bloedvat kan het contrastmiddel worden ingespoten. Het deel van het lichaam dat wordt onderzocht wordt steeds opnieuw zo goed mogelijk in beeld gebracht. De onderzoekstafel waar u op ligt zal daarom een aantal keer verschuiven. Na het afbeelden van het verstopte bloedvat zal de radioloog proberen om de verstopping te passeren met een katheter. Als dit lukt wordt een speciale katheter met kleine zij gaatjes geplaatst. De katheter met zij gaatjes wordt ter hoogte van de verstopping geplaatst. De medicijnen die worden toegediend komen via deze katheter op verstopte plek. Om het risico op infectie zo klein mogelijk te houden wordt in de onderzoeksruimte steriel gewerkt. Dat wil zeggen, zoals op een operatiekamer, met speciale kleding en hygiëne regels.   

De katheter in de lies of arm blijft zitten. Dit wordt vastgeplakt met pleisters. Samen met de verpleegkundige wordt de infuuspomp met medicijnen aangesloten. U wordt door de verpleging naar de afdeling medium care gebracht.

Het is heel belangrijk dat het slangetje op de juiste plek blijft liggen, daarom onderstaand advies:
>het been of de arm waar de katheter in het bloedvat gaat (aanprikplek) stil laten liggen
>aanprikplek in de lies: plat liggen in bed, hoofdeinde maximaal 30 graden omhoog
>aanprikplek in de arm: u mag recht op zitten, uw arm mag niet bewegen

De duur van het onderzoek
Dit hangt samen met het verloop van het onderzoek. In de meeste gevallen duurt het plaatsen van de katheter in het bloedvat ongeveer 1 tot 2 uur. Na ongeveer 24 uur komt u terug op de angiokamer om te controleren of het bloedvat weer open is. De radioloog beslist na het maken van de controle foto's of de behandeling klaar is, of dat de medicijnen nog langere tijd moeten worden toegediend of dat er aanvullende behandeling gewenst is. De toediening van bloedverdunnende medicijnen mag maximaal 3 dagen duren. 

Aanvullende behandeling
Wanneer het bloedvat niet (geheel) open is, wordt overlegd met de vaatchirurg over de mogelijkheden van behandelen. Dit kan zijn:
-dotter, ballon opblazen op de plaats van de vernauwing
-stent plaatsing, fijnmazig hoesje (met gaas structuur) plaatsen
-trombectomie, wegzuigen van het stolsel uit de slagader
-chirurgische ingreep door de vaatchirurg

Mogelijke complicaties

  • Vaak voorkomend
    -misselijkheid, duizeligheid naar aanleiding van het contrastmiddel.
    -bloeduitstorting op de aanprikplek zoals een forse blauwe plek.
    -thrombus / embolie, stukje hard materiaal (stolsel of kalk) raakt los in het bloedvat.
  • Soms voorkomend
    -dissectie/occlusie: een dissectie is het losscheuren van een laag van de wand van de slagader. Doordat één van de lagen van de slagaderwand los scheurt kan dit een verstopping veroorzaken (occlusie).
    -bloeding, door het bloedverdunnend medicijn is er een kans dat er ergens in uw lichaam een bloeding kan ontstaan. Afhankelijk van de ernst en de locatie van de bloeding kan deze levensbedreigend zijn.
    -nabloeding doordat de aanprikplek weer open gaat: druk met uw vingers stevig op de aanprikplek en schakel hulp in.
    -contrast allergie: klachten van jeuk, galbulten, benauwdheid.

Na het onderzoek uitklapper, klik om te openen

Als de behandeling klaar is

Nazorg na behandeling via de lies
Om de kans op een nabloeding zo klein mogelijk te houden,
heeft u 4 uur bedrust op de verpleegafdeling.

Leefregels
> rij niet zelf naar huis en loop rustig de trap op
> vanaf de derde dag na het onderzoek mag u weer seksueel contact hebben
> 1 week niet sporten , geen zware dingen tillen

Extra leefregels na het plaatsen van een inwendige hechting
> 24 uur niet douchen of in bad 
> bewaar het hechting kaartje dat u mee krijgt
 

Nazorg na behandeling via de arm
Om de kans op een nabloeding zo klein mogelijk te houden,
heeft u 2 uur bedrust op de verpleegafdeling.
Tijdens de bedrust zit een opgegblazen ballonnetje op de prikplek (airband).

Leefregels
> 1 dag niet sporten, geen zware dingen tillen/draaibeweging met de pols maken
> 1 dag niet in bad, u mag wel direct douchen
> u mag direct weer autorijden en fietsen 

De uitslag
De radioloog bespreekt, zo mogelijk,  aansluitend aan de procedure het verloop met u. De radioloog maakt na afloop van het onderzoek een verslag. Dit verslag wordt naar de arts gestuurd die het onderzoek voor u heeft aangevraagd. Deze arts bespreekt de definitieve uitslag met u.

Veelgestelde vragen uitklapper, klik om te openen


Overige vragen kunt u aan uw behandelaar stellen. Neem daarvoor contact op met de betreffende polikliniek.

https://www.umcutrecht.nl/nl/ziekenhuis/polikliniek

Contact uitklapper, klik om te openen

Als u een afspraak wilt maken of bent u verhinderd? Neem contact op. Voor een afspraak is een verwijzing nodig.

Polikliniek Radiologie

088 75 588 55

Wilt u contact met ons opnemen na 17.00 uur of in het weekend?
Belt u dan met het centrale nummer van het UMC Utrecht, 088-755 5555.